‘Neemt u plaats.’

Ze draaide de stoel iets meer naar hem toe, ging zitten en vouwde haar handen op haar schoot.

De Cock nam ruim de tijd om haar nauwkeurig in zich op te nemen. Ze had, zo constateerde hij, mooie diepblauwe ogen en een fraai gevormde mond, waarvan de mondhoeken iets omhoog krulden. In haar linkerwang zat een kuiltje. Er was geen spoor van make-up.

‘Wie bent u?’ vroeg hij vriendelijk.

‘Lorette… Lorette de Jong.’

‘Wie heeft u naar mij gestuurd?’

Lorette de Jong schudde haar hoofd.

‘Niemand.’

‘U vroeg naar mij… kende mijn naam.’

‘U hebt een reputatie opgebouwd,’ antwoordde Lorette. ‘Men zegt dat u de verhalen van mensen altijd serieus neemt.’

De Cock nam glimlachend achter zijn bureau plaats.

‘Ik moet dus uw verhaal serieus nemen?’ reageerde hij vrolijk.

‘Dat verwacht ik.’

De Cock keek haar bemoedigend aan. ‘Ik luister.’

Lorette de Jong verschoof iets op haar stoel.

Ik… eh,’ begon ze aarzelend, ‘ik heb een vriendin… Juliette… Juliette Dupuitrain. Ze vindt Juliette geen mooie naam. Daarom laat ze zich Charmaine noemen.’

‘Ik vind Charmaine ook mooier.’

Lorette de Jong negeerde de opmerking.

‘Charmaine en ik wonen samen op een flatje… bij de Beemster, in Purmerend, aan de Burgemeester Kooimanweg.’

Ze zweeg even.

‘Ik maak mij zorgen.’

De Cock keek haar onderzoekend aan. ‘Om wie… wat?’

‘Om Charmaine.’

‘Waarom?’

Lorette de Jong zuchtte diep. ‘Ik ben bang dat haar iets zal overkomen.’

De Cock duimde over zijn schouder. ‘U woont in Purmerend. Waarom gaat u met uw zorgen niet naar de plaatselijke politie?’

Lorette de Jong schudde haar hoofd. ‘Het gebeurt niet in Purmerend.’

‘Wat?’

‘Waar ik bang voor ben!’ riep Lorette geemotioneerd. ‘Charmaine zit op de Wallen.’

De Cock kneep zijn ogen half dicht.

Lorette de Jong liet haar hoofd iets zakken.

‘Charmaine zat al op de Wallen toen ik haar twee jaar geleden op een vakantiereisje leerde kennen. Het was liefde op het eerste gezicht. Ik heb al vaak gezegd dat ze met dat vieze gedoe moest stoppen. Maar dat wil ze niet. Ze heeft schulden. Die wil ze eerst aflossen. Ze zegt dat haar dat als prostituee beter lukt dan als…’

De Cock onderbrak haar. ‘Charmaine Dupuitrain… een vreemde naam. Heeft ze de Nederlandse nationaliteit?’

Lorette de Jong knikte. ‘Ze is van Franse afkomst… hugenoten.’

‘Wat heeft ze voor schulden?’

‘Charmaine heeft een gedeelte van een pandje gekocht. Horizontaal eigendom noemen ze dat.’

‘Met hypotheek?’

Lorette de Jong keek bedenkelijk.

‘Geen hypotheek… dat kon niet… geloof ik. Ze heeft gewoon geld van iemand geleend.’

De Cock knikte begrijpend. ‘Met een hoge rente?’

‘Dat vermoed ik. Charmaine wil nooit over haar schulden praten. Dat is taboe. Maar ik vermoed dat ze een gevangene is.’

‘Een gevangene van haar schulden?’

‘Dat denk ik. Iemand houdt haar financieel in een wurgende greep.’

‘Waar is dat… eh, dat horizontaal eigendom van haar?’

‘Op de Achterburgwal… nummer 1017.’

De Cock trok een denkrimpel in zijn voorhoofd.

‘Nummer 1017? Dat was De Veilige Haven… vroeger een hotelletje. Dat is opgesplitst en er werd een hoerenpandje van gemaakt.’

Lorette de Jong trok haar schouders op. ‘Ik kom er nooit. Charmaine wil niet dat ik haar op haar werkplek opzoek. Ik ken de Wallen in feite alleen maar van horen zeggen.’

De Cock glimlachte.

‘Zo gevaarlijk is het beroep van prostituee niet,’ sprak hij geruststellend, ‘dat u zich daarover zorgen behoeft te maken.’

Lorette de Jong boog zich iets naar hem toe. ‘Ik ben niet bang,’ sprak ze hoofdschuddend, ‘dat haar als hoer iets zal overkomen.’

De Cock keek haar verwonderd aan. ‘Hoe dan wel?’

De vrouw greep met beide handen naar haar hoofd.

‘Het is… eh, het is zo moeilijk om het uit te leggen.’

In haar stem trilde wanhoop. ‘Charmaine weet niet dat ik hier ben. Dat mag ze ook nooit horen. Ze zou het mij nooit vergeven dat ik de recherche heb ingeschakeld. Maar Charmaine is bang. Dat merk ik aan alles. Ze is ervan overtuigd dat die vent haar vandaag of morgen iets aandoet.’

De Cock fronste zijn wenkbrauwen. ‘Wat voor een vent?’

Lorette de Jong ademde diep. ‘Zo’n dag of tien geleden,’ sprak ze geduldig, ‘was er op een avond plotseling een man op de Achterburgwal, die belangstelling voor haar had.’

‘Als prostituee?’

Lorette de Jong trok een pijnlijk gezicht.

‘Dat is juist zo vreemd. Hij begluurde haar avond aan avond… stond aan de wallenkant van de gracht achter een boom naar haar te kijken. Soms kwam hij wat dichter bij haar raam, maar nooit lang. Steeds nam hij zijn plek achter die boom weer in. Charmaine kan dat niet verdragen. Ze wordt er gek van.’

‘Geen hengst?’

‘Wat is een hengst?’

De Cock grinnikte. ‘Zo noemen de hoeren een man die steeds kijkt, maar nooit koopt.’

Lorette de Jong schudde haar hoofd. ‘Ik heb Charmaine nooit het woord “hengst” horen gebruiken.’

‘Vergeeft u mij mijn interruptie,’ sprak De Cock verontschuldigend. ‘Gaat u verder.’

Lorette de Jong friemelde nerveus aan een knoop van haar colbert. ‘Gisteravond, toen ze pas een klant had uitgelaten, kwam hij achter die boom vandaan, liep naar haar toe en vroeg wat het kostte. Charmaine durfde hem niet te weigeren. Ze vroeg de gebruikelijke prijs. Hij ging met haar mee naar binnen en betaalde.’

Ze stokte.

De Cock keek haar vragend aan.

‘En?’

‘Niets.’

‘Wat bedoelt u met niets?’

Lorette de Jong slikte.

‘Hij keek even rond, streek met de toppen van zijn vingers langs haar slanke hals en liep toen de deur weer uit.’

‘Zonder van haar diensten als prostituee gebruik te maken?’ vroeg De Cock ongelovig.

Lorette de Jong schudde haar hoofd.

‘Hij deed niets, wilde niets. Charmaine stond te rillen als een riet. Toen hij weg was durfde ze niet verder te werken. Ze heeft de boel direct gesloten en is naar huis gekomen.’

Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату
×