‘Mijn oude botten,’sprak hij met een krakende stem, ‘vertellen mij al jaren dat ik aan de vut toe ben, maar mijn werkgever, de Gemeente Amsterdam, wil niet naar het geluid van mijn botten luisteren.’

De Cock lachte.

‘De Amsterdamse stedenmaagd,’stelde hij, ‘is een hardvochtige vrouw.’

Dokter Den Koninghe reageerde niet. Hij hurkte bij het lijk neer. Het kraken van zijn stramme knieen was duidelijk hoorbaar. Hij voelde aan de kaak van de dode vrouw. Daarna schoof hij met duim en wijsvinger haar oogleden toe. Na een korte inspectie van de insnoeringen aan haar hals, kwam hij overeind.

Met precieze gebaren nam hij zijn bril af, pakte zijn pochet uit het borstzakje van zijn jacquet en poetste zijn glazen. Daarna zette hij zijn ziekenhuisbrilletje weer op en duwde zijn pochet terug in het borstzakje. Het was een reeks gewoontegebaren die De Cock berustend gadesloeg.

‘Ze is dood,’sprak de oude lijkschouwer laconiek.

De Cock grinnikte.

‘Die overtuiging had ik al.’

‘De dood trad niet zo lang geleden in. Ik schat iets meer dan een uur.’

Dokter Den Koninghe draaide zich om, wuifde tot afscheid en verliet het kamertje.

Bram van Wielingen borg zijn Hasselblad terug in zijn aluminium koffertje.

‘Morgen heb je de prenten op je bureau.’Hij pakte zijn koffertje op en liep zonder te groeten weg.

‘Doe ze straks de groeten van mij aan de zonnige Mediterranee,’riep De Cock hem spottend na.

Bram van Wielingen reageerde niet. Hij keek niet eens naar Ben Kreuger, die langs hem heen de kamer binnenkwam. De dactyloscoop gaf De Cock een hand.

‘Ik hoop dat ik dit keer iets voor je kan doen. Wat is er gebeurd?’

De Cock gebaarde naar de dode vrouw op de vloer.

‘Gewurgd.’

Ben Kreuger boog zich iets naar voren.

‘Is ze al weer vrij!’riep hij verrast.

De Cock reageerde verward.

‘Wat bedoel je?’

Ben Kreuger wees naar het slachtoffer.

‘Dat is Jacqueline Verpoorten. Een paar dagen geleden heb ik nog vingerafdrukken van haar genomen.’

‘Vingerafdrukken?’

Ben Kreuger knikte.

‘Ze was gearresteerd door de recherche van het bureau Remmerdenplein.’

‘Waarvoor?’

‘Beroving.’

4

Toen De Cock de volgende morgen meer dan anderhalf uur te laat de grote recherchekamer binnenstapte, wierp hij jolig zijn oude hoedje missend naar de kapstok, wurmde zich uit zijn regenjas en raapte diep bukkend zijn hoedje op.

Hij trof Vledder uiterst geconcentreerd achter zijn computer. De jonge rechercheur keek pas op toen De Cock tegenover hem plaatsnam.

‘Wat ben je laat,’riep hij bestraffend.

De Cock trok zijn schouders op.

‘Het was ongeveer vier uur voor ik in bed lag,’verontschuldigde hij zich. ‘Ik heb toch wel recht op een paar uur nachtrust. En wie weet hoe laat het vanavond weer wordt.’

Vledder negeerde de opmerking.

‘Ik heb vanmorgen bij de recherche Remmerdenplein geinformeerd naar de beroving waarbij de dode Jacqueline Verpoorten betrokken zou zijn geweest.’

De Cock glimlachte.

‘Toen ze nog leefde.’

Vledder bromde.

‘Uiteraard… toen ze nog leefde. Wat is dat nu voor een opmerking.’

De Cock stak afwerend zijn handen omhoog.

‘Ga verder.’

‘Onze Jacqueline Verpoorten heeft haar medeplichtigheid of mededaderschap aan de beroving vlot toegegeven. Daar deed ze helemaal niet moeilijk over. Ze schoof echter alle schuld op ene Robert van Eijsden. Die man zou haar onder bedreiging met geweld hebben gedwongen om hem bij de beroving behulpzaam te zijn.’

‘Het oude liedje. De schuld ligt bij een ander.’

Vledder knikte.

‘De rechercheur die de zaak behandelde, geloofde haar verhaal. Hij heeft via zijn chef contact opgenomen met de officier van justitie meester Achterbroek.’

De Cock grinnikte.

‘En deze lieve goedhartige “opsporingsambtenaar bij uitnemendheid”[2] heeft, zo schat ik, onmiddellijk zijn toestemming gegeven om Jacqueline Verpoorten in vrijheid te stellen.’

‘Inderdaad.’

‘En Robert van Eijsden?’Vledder glimlachte.

‘Hij werd ‘s nachts thuis in zijn woning gearresteerd, maar wist tijdens zijn overbrenging naar het politiebureau Remmerdenplein te ontkomen. Hij rukte zich los en verdween in het duister.’

De Cock knikte begrijpend.

‘En nu loopt er van hem een oav?’[3]

‘Ja.’

‘Waar vond die beroving plaats?’

‘Op het Westbroekplein.’

De Cock fronste zijn wenkbrauwen.

‘Waar ligt dat?’

‘In het Gein, pal bij de halte van de metro.’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Ik ken mijn eigen stad niet meer.’Hij zweeg even. ‘Was die beroving op de openbare weg?’

Vledder schudde zijn hoofd.

‘Bij een oudere man thuis, een weduwnaar, genaamd Klaas van het Veer. Onze Jacqueline Verpoorten trad vaak als callgirl op.’

De Cock reageerde verrast.

‘Als callgirl?’

Vledder knikte.

‘Ze had haar diensten een paar maal aan die Klaas van het Veer verleend. Toen ze bij hem aanbelde, liet de man haar achteloos binnen.’

‘Begrijpelijk.’

‘Jacqueline Verpoorten werd direct gevolgd door die Robert van Eijsden, die vrijwel onmiddellijk tot actie overging. Hij bedreigde de man en dwong hem zijn geld af te staan.’

‘Veel?’

Vledder tuitte zijn lippen.

‘Een paar duizend gulden. Klaas van het Veer heeft aangifte gedaan bij de politie aan het Remmerdenplein. Hij kende bij toeval de naam van de vrouw die hem een paar maal als callgirl thuis had bezocht.’

Vledder grijnsde.

‘In het bezit van die naam was het voor de recherche een kleine moeite om haar te achterhalen en te arresteren.’

Вы читаете De Cock en moord op bestelling
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату
×