Geertruida keek hem verrast aan.

‘Heet dat zo?’

De Cock knikte traag.

‘Call is het Engelse woord voor roepen. Jacqueline verscheen op afroep.’

Geertruida zuchtte.

‘Toen ze pas boven mij kwam wonen, ging het nog wel. Toen had ze een of twee klantjes op een avond, maar die gozer die ze had leren kennen, wilde steeds meer geld zien. Ik geloof dat hij zwaar gokte of zoiets. Misschien was hij wel aan de drugs. Het was in ieder geval een ploert. Als Jacqueline niet wilde, dan sloeg hij haar. Ik heb wel eens tegen haar gezegd: sodemieter die gozer de deur uit. Maar ik denk dat ze dat niet durfde.’

‘Kent u die gozer?’

‘Hoe bedoelt u?’

‘Zijn naam?’

Geertruida de Groot schudde haar hoofd.

‘Ik ken zijn naam niet. Ik ben hem een paar maal op de trap tegengekomen. Vluchtig. Maar dat smerige ponem[4] van hem vergeet ik nooit van mijn leven.’

De Cock knikte begrijpend.

‘Ontving Jacqueline ook wel eens klantjes thuis bij haar in de woning?’

Geertruida glimlachte vrolijk.

‘Ik ben er nooit bij geweest, maar ik zag wel eens kerels beneden bij haar aanbellen, of ze liepen gelijk met mij de trap op naar boven.’

Ze grinnikte.

‘Ik denk dat ze dat stiekem deed. Heel stiekem, op afspraak, wanneer ze wist dat die gozer van haar niet in de buurt was.’

‘Om wat centjes voor haarzelf achter te houden.’

‘Precies.’

De Cock veranderde van onderwerp.

‘Is uw woning aan de Blauwburgwal gehorig?’

‘Geertruida trok haar schouders iets op.

‘Het is een oud huis met houten vloeren. Soms hoor je wat. Maar het is toch niet zo dat ik de gesprekken van mijn buren woord voor woord kan volgen.’

De Cock schoof zijn onderlip iets vooruit.

‘Ook niet het geluid van mannenbezoek?’Geertruida keek naar hem op.

‘Ik weet wat u bedoelt, maar daar heb ik nooit iets van gemerkt.’

‘Hebt u gisteravond iets gehoord?’

‘Bij Jacqueline?’

‘Ja.’

Ze schudde haar hoofd.

‘Ik heb wel iemand de trap op horen sluipen.’

De Cock fronste zijn wenkbrauwen.

‘Sluipen?’

Geertruida knikte.

‘Mijn slaapkamer grenst aan de trap en die trap kraakt. Maar als iemand heel voorzichtig naar boven gaat, kraakt hij minder.’

‘En de trap kraakte minder?’

‘Ja.’

‘Hoe laat was dat?’

De vrouw trok een bedenkelijk gezicht.

‘Ik heb niet op mijn horloge gekeken. Maar ik schat zo rond een uur of een. Ik kon gisteravond de slaap niet vatten. Ik was erg onrustig en een tikkeltje nerveus. Een voorgevoel… denk ik.’

Ze nam een kleine pauze.

‘Het bezoek heeft ook niet lang geduurd, hooguit een minuut of vijf, misschien tien.’

De Cock hield zijn hoofd schuin.

‘Te kort voor een… eh, een dienstverlening?’

‘Ja, vind ik wel. Zo’n geintje duurt in de regel langer.’

‘Kraakte de trap bij het weggaan van die persoon?’

‘De man donderde als het ware de trap af. Ik dacht, die vent komt direct op zijn rug naar beneden.’

‘Vent?’

Geertruida gebaarde met haar handen.

‘Ik woon mijn hele leven al op de Blauwburgwal. Ik weet hoe die oude trap kraakt. Vrouwen lopen anders, dan kraakt die trap anders.’

‘Daar kunt u zich niet in vergissen?’’Absoluut niet.’

De Cock zuchtte omstandig. Hij zocht gespannen naar enig uitgangspunt voor zijn onderzoek. Hij boog zich opnieuw naar haar toe.

‘Hebt u wel eens een vertrouwelijk gesprek met Jacqueline gevoerd, heeft zij u wel eens iets gezegd wat voor mijn onderzoek belangrijk zou kunnen zijn?’

Geertruida maakte een hulpeloos gebaar.

‘Jacqueline was nogal gesloten… in zichzelf gekeerd. Een eigenheimer, zeggen ze in Amsterdam, en daar bedoelen ze dan geen piepers mee. Ze was wel bang… bang dat haar iets zou overkomen.’

‘Heeft Jacqueline wel eens iets over die angst tegen u gezegd?’Geertruida schudde haar hoofd.

‘Niet direct over haar angst. Maar een paar dagen geleden zei ze tegen mij: als ik met mijn voet hard op de vloer stamp, kunt u dat beneden horen? Ik zei: ja, dat hoor ik wel. Als ik stamp, zei ze, wilt u dan de politie voor mij bellen? Dat… eh, dat hebt ik haar beloofd.’

Ze keek naar De Cock op. Haar ogen vulden zich met tranen.

‘Ze heeft gisteravond niet gestampt.’

5

Vledder kwam met een verveeld gezicht de grote recherchekamer binnenstappen. De jonge rechercheur slofte loom naderbij en liet zich diep zuchtend in zijn stoel achter zijn bureau zakken.

De Cock keek hem met verwonderde blik aan.

‘Stond je in de file?’vroeg hij bezorgd.

Vledder knikte.

‘Ook dat.’

‘Hoe was de sectie?’

De jonge rechercheur tastte in de zijzak van zijn colbert, nam daaruit een doorschijnende plastic zak en wierp die De Cock toe.

‘Souvenir van dokter Rusteloos. De roze sjaal om de hals van Jacqueline Verpoorten. Hij gaf de sjaal mee. Misschien, zei hij, hebben jullie er iets aan voor je onderzoek.’

‘Staat er een merk in?’

Vledder haalde zijn schouders op.

‘Ik heb hem nog niet goed bekeken.’

‘Secties,’verzuchtte hij toen met een somber gezicht, ‘ik vind het telkens weer een vervelende klus. Het is steeds hetzelfde. Hoeveel gewurgde vrouwen heb ik de laatste jaren door dokter Rusteloos zien opensnijden? Ik geloof dat ik zo langzamerhand zelf in staat ben om een gerechtelijke sectie te verrichten.’

De Cock glimlachte.

‘Vledder,’riep hij spottend, ‘onze nieuwe patholoog-anatoom.’Hij gniffelde. ‘Ik denk niet dat justitie ermee

Вы читаете De Cock en moord op bestelling
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату
×