‘Bel maar ergens anders.’
De jonge rechercheur verliet met een rood hoofd en zichtbaar geirriteerd de behandelkamer.
Angela keek hem honend na. Ze legde de hoorn op het toestel terug en stapte op De Cock af.
‘Moord!’ schreeuwde ze met overslaande stem. ‘Wat is dat voor pure onzin. Wie haalt het in zijn hoofd om moeder te vermoorden? Moeder had geen vijanden. Integendeel. De mensen waren dol op haar.’
Ze zweeg even. In haar ogen blonk wantrouwen. Haar toon veranderde.
‘Waarom is het moord?’
De Cock wees langs de deur omhoog.
‘De houtvezels wijzen de verkeerde kant op.’
‘Houtvezels?’
De Cock knikte gedwee.
‘Die deur is van hout,’ reageerde hij simpel.
‘Wat… eh, wat zeggen die houtvezels?’ vroeg ze opstandig. De Cock ademde diep.
‘Bij een zelfmoord door ophanging wijzen de beschadigde houtvezels aan de bovenzijde van de deur in de richting van het slachtoffer. Het touw of het koord dat voor de ophanging wordt gebruikt, duwt de houtvezels door het gewicht van het slachtoffer in die richting.’
‘Dat is niet gebeurd?’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘U en uw zusters hebben, om de onsterfelijkheid van uw moeder te bewaren, alle verdere sporen van de misdaad uitgewist. Dat is jammer. Onherstelbaar. Ik kan nu niet meer zien hoe hoog uw moeder hing, hoe deskundig het koord was geknoopt, of er een omgestoten stoel of een bankje aan haar voeten lag, welke wurgsporen zij aan haar hals had. Dat zijn allemaal factoren die een rol spelen.’
‘Wij hebben alledrie voetstoots aangenomen dat moeder zelfmoord had gepleegd. Het was voor ons een duidelijke zaak. Een andere oorzaak voor haar dood is niet bij ons opgekomen.’ De Cock negeerde de opmerking. Hij hield zijn hoofd iets schuin.
‘Lag er een omgestoten stoel of een bankje aan haar voeten?’ vroeg hij dwingender. ‘Waren er sporen van braak? Was er in deze kamer of verder in het huis naar iets gezocht?’ Angela trok haar schouders op.
‘Dat weet ik niet meer,’ reageerde ze geprikkeld. ‘Het kan best zijn dat ik in paniek iets heb opgeraapt, rechtgezet. Ik kan mij dat niet herinneren.’
Angela keek met vlammende ogen naar De Cock op. ‘Er is bij ons niets gestolen!’ schreeuwde ze. ‘We missen niets, nergens.’
‘Geen sporen van braak?’
‘Ook geen sporen van braak. De buitendeur was normaal op slot.’ Ze keek hem uitdagend aan.
‘En als u het mij vraagt,’ snauwde ze op bijtende toon, ‘ik vind het ook niet belangrijk of er een omgestoten stoel of een bankje aan haar voeten lag. Moeder pleegde zelfmoord. Punt uit. Die overtuiging hebben mijn zusters en ik. Dat stomme verhaal van u over houtvezeltjes zegt mij niets.’
De Cock zuchtte diep. Het kostte hem moeite om zijn geduld te bewaren.
‘Ik vermoed,’ ging hij geduldig verder, ‘dat uw moeder is gewurgd en dat de dader pas later een strop om haar hals heeft gelegd en haar met het koord langs de deur omhoog heeft gehesen.’
De oude rechercheur boog zich iets naar haar toe.
‘Ik neem aan dat het koord aan de andere kant van de deur, dus aan de kant van de wachtkamer, aan de deurknop was vastgemaakt.’
Angela knikte traag.
‘Dat klopt.’
De Cock spreidde zijn handen.
‘Door het hijsen wijken de geknakte houtvezels boven aan de deur van het slachtoffer af.’
Hij schonk haar een moede glimlach.
‘Het is in feite heel simpel. Men moet er wel even op letten. Ik hoop dat bij een gerechtelijke autopsie nog iets van de wurgsporen aan de hals van uw moeder zijn terug te vinden.’ Angela keek hem geschrokken aan.
‘Autopsie?’
Het klonk als een vloek.
De Cock knikte.
‘Dat is onvermijdelijk.’
In de blik van Angela kwam de woede terug.
‘Nooit, nooit… ik sta nooit toe dat er een autopsie op moeder wordt verricht.’
Vledder kwam in de behandelkamer terug.
‘Bram van Wielingen en Ben Kreuger worden gewaarschuwd,’ berichtte hij. ‘Het kan nog wel even duren voor ze komen. Ze waren allebei nog met een klus bezig.’
De Cock knikte begrijpend. Hij wees naar de nog briesende Angela.
‘Breng haar boven naar haar kamer en kom terug met Christina.’
Angela keek hem verwilderd aan.
‘Ik ga hier niet weg.’
De milde expressie op het gelaat van De Cock veranderde. Hij zette zijn benen iets uiteen. De lijnen rond zijn mond trokken strak.
‘Ik heb uw balorig gedrag lang genoeg getolereerd,’ sprak hij streng. ‘Ik heb rekening willen houden met uw gevoelens, met uw verdriet. De schok door de dood van uw moeder zal uw onwelvoeglijk gedrag zeker hebben beinvloed.’
Hij bracht zijn handen bezwerend naar voren.
‘Wat is uw keus… dat ik vanaf het politiebureau aan de Warmoesstraat een stel geuniformeerde politiemensen laat opdraven om u hier op de Brouwersgracht met veel tamtam te arresteren en af te voeren?’
Angela kneep haar ogen half dicht.
‘Is dat een bedreiging?’
‘Zo mag u dat opvatten.’
‘Arresteren… waarvoor?’
De Cock strekte zijn wijsvinger naar haar uit.
‘U belemmert en belet mij om mijn werk te doen. U mag dan twijfelen aan mijn bevindingen, maar ik verzeker u nogmaals dat uw moeder is vermoord en dat het tot mijn taak behoort om de man of vrouw te ontmaskeren die voor deze daad verantwoordelijk is.’
Hij zweeg even voor het effect.
‘Bovendien hebben u en uw zusters zich, rondom de dood van uw moeder, aan een reeks andere strafbare handelingen schuldig gemaakt, die zo’n arrestatie volkomen rechtvaardigen.’ De milde expressie kwam op het gezicht van de grijze speurder terug.
‘Het liefst zou ik deze affaire in goede harmonie met u en uw zusters willen oplossen. Ik heb daarvoor wel uw medewerking nodig.’
Angela keek hem schattend aan.
‘Blijft de dood van moeder buiten de pers?’
De Cock maakte een verontschuldigend gebaar.
‘Ik zoek geen publiciteit. Ik heb daar persoonlijk geen enkel belang bij. Maar ik kan u in dit verband niets garanderen.’ ‘Dat lijkt mij een eerlijk antwoord,’ sprak Angela berustend. ‘Ik zal mijn zusters boven inlichten. Ik zal hen zeggen hoe u de dood van moeder kwalificeert.’
Ze wendde zich tot Vledder.
‘U hoeft mij niet weg te brengen,’ sprak ze kalm. ‘Ik ga zelf wel en stuur Christina.’
Met gestrekte rug liep ze waardig de behandelkamer uit.
De Cock keek haar na, ademde diep en ontdeed zich van alle ergernis die ze bij hem had opgeroepen.
Toen de deur achter haar was dichtgevallen, liep Vledder naar hem toe. ‘Wat een serpent,’ siste hij tussen zijn tanden. ‘Een verschrikkelijk mens. Als ik die hoorn van de telefoon niet had losgelaten, had ze subiet in mijn hand gebeten. Ze had haar vurige lippen al opgetrokken. Het is dat jij zichtbare bezwaren had. Persoonlijk had ik haar het liefst een fikse draai om haar oren verkocht.’
De Cock glimlachte.