speurder de tekst, dat hij niet bemerkte dat iemand naast zijn bureau kwam staan. Hij keek gestoord op en herkende Rooie Bertus. Haastig schoof hij de stapel papier in een lade. ‘Welkom.’
Rooie Bertus liet zich op de stoel naast zijn bureau zakken. ‘U schijnt belangstelling voor mij te hebben? Ik hoor het van alle kanten.’
De Cock glimlachte.
‘Ik dacht dat je in Spanje zat.’
Rooie Bertus grijnsde.
‘Mijn vliegtuig gaat vanmiddag. Daarom heb ik er gisteren maar een jolige avond en nacht van gemaakt. Toen ik hoorde dat u naar mij had gevraagd, besloot ik mij maar even te melden, voordat een stel rechercheurs mij op Schiphol staat op te wachten en ik mijn boeking kan vergeten.’
‘Hoe groot acht je die mogelijkheid?’
‘Wat bedoelt u?’
‘Dat een stel rechercheurs je op Schiphol staat op te wachten.’ Rooie Bertus spreidde zijn handen.
‘De Cock, ik ben niet dom. Alida van Boskoop is vermoord, Angela, die ex van mij, is de pijp uit. Ik kan mij best voorstellen dat u op bepaalde gedachten komt.’
‘Zoals?’
‘Laten we geen verstoppertje spelen. Iedereen weet dat ik een bloedhekel aan die twee vrouwen had. Wat ze mij hebben geflikt is ongelooflijk. Het zit erin dat je door een of andere gabber wordt verlinkt, maar door je eigen vrouw…’
‘Hoe heb je haar leren kennen?’
‘Ik had een makke*. U weet hoe ik aan poen kom?’
‘Het kraken van bankkluisjes.’
‘Dat betekent uren en nog eens uren opgesloten zitten en niet weten of je er met de poen die je hebt vergaard op tijd weer uitkomt. Geloof me, dat vreet aan je. Ik had op het laatst een fobie.’
* Bargoens voor een gebrek of kwaal.
‘Een wat?’
‘Een fobie. Een claustrofobie. Engtevrees, bang om in kleine ruimten te vertoeven. Ik kon mijn werk als kluisjesman niet meer aan.’
De Cock knikte begrijpend.
‘Toen ben je met je makke naar de chiromantiste aan de Brouwersgracht gegaan.’
‘Dat wijf had mij direct door. Ze vroeg hoe ik aan mijn makke kwam.’
De Cock keek hem verwijtend aan.
‘Toen heb je haar verteld dat jij de succesvolle kleine kluisjeman was.’
Rooie Bertus sloeg met de palm van zijn hand tegen zijn voorhoofd.
‘Stom. Ik had een smoes moeten verzinnen, maar dat wijf had me onmiddellijk in haar macht. Het was net alsof ze dwars door me heen keek. Toen ik haar vertelde dat ik nog vrijgezel was, kwam ze met Angela op de proppen, een bloedmooie meid. Ik was verkocht… direct stapelverliefd.’
‘Hoe hebben die twee wijven jou je geld afhandig gemaakt?’ Rooie Bertus schonk hem een matte glimlach.
‘Een van de voorwaarden voor ons huwelijk was, dat ik de toekomst van Angela veilig moest stellen.’
De Cock fronste zijn wenkbrauwen.
‘Jij moest haar toekomst veiligstellen?’
Rooie Bertus knikte.
‘Ik stortte geld op de prive-rekening van Angela. Zoveel ik kon.’
‘Tot je blut was?’
‘Zo ongeveer.’
‘Wie deed aangifte bij de politie?’
‘Angela. Ik had haar, om stoer te doen, zoveel bijzonderheden verteld, zoveel details over hoe ik die kluisjeskraken deed, dat het voor de recherche niet moeilijk meer was om de bewijslast tegen mij rond te krijgen.’
De Cock schudde vertwijfeld zijn hoofd.
‘Ik heb nooit gedacht dat je zo’n hannes was.’
‘Het komt door die meid… en haar moeder. Ze stuurden mij de bajes in terwijl ze wisten dat ik aan claustrofobie leed. Ze hebben vast gehoopt dat ik er kapot aan zou gaan.’
‘Je ging niet kapot.’
Rooie Bertus schudde zijn hoofd.
‘Het gekke is, dat het in de bajes over ging. Het kon me op het laatst niet meer schelen of ze de celdeur achter mij sloten.’ ‘En toen je los kwam?’
‘In de bajes heb ik mezelf bezworen dat ik die twee koud zou maken, maar toen ik weer vrij was en de vrijheid proefde, bekroop me de angst om opnieuw te worden opgesloten.’ ‘Je bent niet tot een wraakoefening gekomen?’
Rooie Bertus boog zich iets naar voren.
‘U hoeft mij niet op mijn eerlijke gezicht te geloven. En zover ik u ken, doet u dat ook niet. Maar ik bezweer u bij het leven van mijn oude moeder, dat ik die twee vrouwen niet heb omgebracht.’ Rooie Bertus zuchtte omstandig.
‘Als u mij mijn reisje naar Spanje misgunt, dan houdt u mij vast. Ik kan er weinig tegen inbrengen. Als ik in uw schoenen stond, dan zou ik waarschijnlijk de celdeur voor me openhouden.’ De Cock glimlachte.
‘Mijn schoenen passen jou niet.’
De oude rechercheur plukte aan het puntje van zijn neus. ‘Had je in de tijd dat je met Angela was getrouwd, wel eens contact met Alexander Minnedorper?’
‘Alexander Minnedorper, dat is een ploert, van de ratten besnuffeld. Ik ben er pas later achtergekomen wat hij mij heeft geflikt.’ ‘Wat?’
Rooie Bertus brieste.
‘Hij adviseerde Alida van Boskoop om van mij geld te vragen om de toekomst van haar dochter Angela veilig te stellen en hij adviseerde Angela om aangifte tegen mij te doen en om haar huwelijk met mij te ontbinden.’
Rooie Bertus stond op.
‘Als u vandaag of morgen Alexander Minnedorper met een kogel in zijn kop vindt, mag u mij ophalen.’
13
Met een strak gezicht strekte De Cock zijn rechterhand met de palm naar boven naar Rooie Bertus uit.
‘Geef mij je balpen.’
Het klonk als een bevel.
‘Wat?’
‘Je balpen. Ik wil voorkomen dat je nog eens malle briefjes schrijft.’
Rooie Bertus liet beschaamd zijn hoofd zakken.
‘Het was een opwelling,’ sprak hij zacht. ‘Stom. Ik realiseerde me achteraf dat ik dat nooit had moeten doen. Maar toen ik van Smalle Lowietje hoorde dat moeder Van Boskoop dood was, kon ik mij niet bedwingen. Dat mens had me zo getreiterd.’ Hij keek op.
‘Ik… eh, ik,’ sprak hij hoofdschuddend, ‘ben niet zo goed in de omgang met mensen. Er is maar een ding waar ik goed in ben.’ De Cock knikte.
‘Bankkluisjes.’
Rooie Bertus schudde De Cock tot afscheid de hand. ‘Ik kan vanmiddag rustig vertrekken?’ vroeg hij met een grijns op zijn gezicht. ‘Er is voor mij straks op Schiphol geen officieel comite van ontvangst?’
‘Hoe lang blijf je weg?’
‘Een dag of tien, veertien. Het ligt eraan of ik het daar naar mijn zin heb.’
‘Als ik in die tijd op bewijzen contra jou stuit, dan weet ik je zelfs in Spanje te vinden.’