AIs je het populaire Amerikaanse televisieprogramma Medium kent, weet je waarschijnlijk al dat het gebaseerd is op mijn eigen ervaringen. Voor degenen die het niet kennen: het gaat over het leven na de dood. Dit boek, Kus ze niet vaarwel, gaat over mijn leven, en is geschreven zonder hulp van al die geweldige televisiescriptschrijvers. Het is mijn manier om anderen te vertellen hoe ik het ervaar om een medium te zijn. Misschien ben je geintrigeerd door het feit dat ik dingen kan zien en voelen die andere mensen niet kunnen zien of voelen. Misschien roept de kennis over mediums vragen op over je eigen leven. Misschien ben je een van de velen die weten dat de mensen van wie je houdt er nog zijn, en wil je je band met hen versterken. Ik nodig je uit om samen met mij mijn avontuurlijke leven te ervaren, zodat je beter zult begrijpen hoe de gebeurtenissen in mijn leven mij hebben gemaakt tot wie ik ben. Ik zal je een glimp geven van hoe het leven na de dood kan zijn. Ook zal ik je vertellen hoe je contact kunt houden met de mensen die het allerbelangrijkst voor je zijn. En ten slotte hoop ik dat dit boek een inspiratiebron voor je is, zoals zovele mij hebben geinspireerd.

Ik vertel in dit boek over mijn eigen jeugd en hoop daarmee ook jonge mediums aan te spreken die vragen en twijfels hebben over hun gave. Ik hoop dat mijn ervaringen kunnen laten zien hoe een kind met een paranormale gave zich zou kunnen voelen of in het leven zou kunnen staan. Ook hoop ik te laten zien hoe wij, mensen die houden van getalenteerde jonge mensen, hen kunnen helpen bij het aanvaarden van hun vaardigheden. Ontdekken wat onze gaven in dit leven zijn, maakt onderdeel uit van onze levensweg naar verlichting. Ik hoop dat mensen die dit boek lezen een betere kijk krijgen op het leven van iemand met een bijzondere gave. Dat ze beter leren begrijpen hoe helderzienden en mediums werken en wat we te bieden hebben. Begrip voor of open staan voor het onbekende is het eerste wat je nodig hebt om je spirituele opvattingen te vergroten. De rest bestaat uit de mogelijkheid het zelf te ervaren.

Over mij

Ik ben een medium en een zogenaamde profiler, wat wil zeggen dat ik daderprofielen kan maken. Dat betekent dat ik toekomstige gebeurtenissen kan voorspellen, dat ik me in iemands gedachten kan verplaatsen, dat ik gezondheidsproblemen kan ontdekken en dat ik met overleden mensen kan communiceren. Ja, ik kan dode mensen zien. Hoe vaak heb ik niet gewenst dat iemand een beter woord zou verzinnen dan ‘helderziende’ of ‘paranormaal begaafde’ voor mensen zoals ik. Door de oplichters die er rondlopen en de vooroordelen over zigeuners en heksen, zullen die woorden altijd een slechte bijklank hebben. Noem het zoals je wil, maar ik beschouw wat ik heb als een gave. Op 24 januari 1972 zag ik op een heel normale manier het levenslicht in Phoenix, Arizona. Inmiddels ben ik oud genoeg om mijn vak te verstaan en jong genoeg om eraan te twijfelen. Ik heb een oudere broer, Michael, die me vaak pestte. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik nog een baby was, maar ik ben opgegroeid in de wetenschap dat ze allebei van me hielden. Toen ik nog heel jong was, wist ik al dat ik geen gewoon kind was. Afgezien van de ontmoeting met mijn overgrootvader na zijn begrafenis (waar ik in het volgende hoofdstuk meer over vertel), waren er meerdere duidelijke tekens van wat me te wachten stond. Ik herkende mezelf in figuren die speciale gaven hadden. Of het nou Tabitha van Bewitched was of Tia in Escape to Witch Mountain, ik wist dat ze net als ik anders waren. Ik voelde me een buitenbeentje, miskend door volwassenen, en ik wist zeker dat die tvpersonages dat gevoel zouden herkennen. Aangezien ik zelf ook zorgvuldig uitkeek welke informatie ik prijsgaf, begreep ik heel goed waarom de figuren op televisie of in de film hun gaven verborgen hielden voor anderen.

Mijn vereenzelviging met deze personages ging verder dan gewone kinderfantasieen en de wens om Wonder Woman of Superman te zijn. Zo rond mijn tiende kreeg ik van de mensen die ik als mijn gidsen ben gaan beschouwen keer op keer te horen dat ik uniek was. Ze vertelden me dat ik als ik ouder was, mensen op een heel ingrijpende wijze zou beinvloeden. Op dat moment vond ik het moeilijk me voor te stellen dat ik ooit zoiets belangrijks zou doen.

Tijdens mijn kinderjaren en de puberteit kreeg ik regelmatig bezoek van mijn gidsen. Ik wist niet zeker van wie die stemmen afkomstig waren, maar ik wist dat ze vanuit iets goeds en van boven kwamen. Ik voelde de energie van de bezoekers en hoewel ik niet bang voor ze was, was ik wel bang dat ik niet zou voldoen aan de hoge verwachtingen die ze van me hadden.

Ik stelde mezelf natuurlijk de vraag: waarom ik? Ik zag er gewoon uit en mijn ouders waren gescheiden. Naar de kerk gaan vond ik saai. Ik moest elke zondag van mijn moeder met haar mee en dat vond ik vreselijk. Ik praatte liever zelf, in m'n eentje, met de hemel. Ik voelde me heel erg verbonden met een hogere kracht en ik was gevoelig voor wat anderen daarvan vonden. Maar het leek alsof alle volwassenen in de kerk over een ding zongen en dan iets anders in praktijk brachten. Dat vond ik raar, maar als ik er iets over zei, kreeg ik op mijn kop.

Ik vulde mijn kamer met speelgoedbeesten en poppen en dat deed ik vanuit defensieve overwegingen. Ik zette ze naast elkaar op een plank en op de vloer, overal. Ze moesten de ruimte opvullen en een barriere vormen tussen mij en het onbekende. Aangezien ik veel verschillende gradaties van energie om me heen voelde en soms verschijningen zag, vulden mijn speelgoedbeesten de fysieke leegte op; en ik wist dat die energie daarvandaan kwam. Het speelgoed gaf me een soort rust. Het bood een verklaring voor de energie die ik voelde. Er was geen lege ruimte meer en ik hoefde niet meer het gevoel te hebben dat daar een onbekende energie huisde, want nu vulde mijn speelgoed die ruimte op. Kinderen zoeken net als volwassenen in moeilijke omstandigheden naar een oplossing waardoor ze zich veiliger voelen.

Al die tijd probeerde ik mezelf ervan te overtuigen dat ik gewoon was. Zo was ik begin jaren tachtig een fanatieke rolschaatster. Journey, REO Speedwagon en de Go-Go's zorgden voor de achtergrondmuziek tijdens mijn tienerjaren. De mensen bij de rolschaatsbaan waren onvergetelijk, met hun permanentjes, hun beenwarmers en de lichtjes op de wielen van hun rolschaatsen. Ik kon uren lang kijken hoe mensen steeds harder rondjes schaatsten, totdat ze een soort lichtcirkels werden. Ik nam hen heel nauwkeurig op, alsof ik bij ieder van hen op zoek was naar iets diep vanbinnen wat zichtbaar zou worden. Bij wedstrijden genoot ik van het feit dat het alles of niks was. Figuren, dans en freestyle: ik deed het allemaal. Ik genoot vooral van die spaarzame momenten waarop de jongens tegen de meisjes mochten. Ik vond het het leukst om de jongens te verslaan. Het rolschaatsen was ook een goede manier om te ontsnappen aan de ruzies thuis tussen mijn moeder en stiefvader. Op mijn twaalfde ontbonden mijn moeder en de man die ik tien jaar lang ‘pap’ had genoemd hun huwelijk. Een jaar later zag ik hem een keer samen met zijn nieuwe gezin. Hij zag mij niet en daarna heb ik hem ook nooit meer gezien. Mijn moeder hertrouwde zo'n twee jaar later en ik paste niet meer in het plaatje. Een maand voor mijn zestiende verjaardag stond ik er alleen voor. Ik woonde in een flat samen met Domini, een vriendin van school. Ik kan me herinneren dat ik een keer een biertje achteroversloeg en bedacht hoe belachelijk het was dat ik in de zesde klas mijn leraar had verteld dat ik naar Harvard wilde. Dat vond ik ineens idioot. Zoals het er nu voor stond, zou ik niet eens naar het plaatselijke community college gaan. Mijn tienerjaren waren moeilijk en eenzaam. Er waren heel veel mensen om me heen, maar ik had niet eenzamer kunnen zijn. Soms had ik ook het gevoel dat ik mensen met een negatieve energie aantrok. Zo maak ik me altijd zorgen om jonge mensen die in een menigte opvallen omdat ze een lichtje vanbinnen hebben dat naar buiten straalt. Als tiener werd dit ook vaak over mij gezegd, en nu begrijp ik waarom. Duistere entiteiten of energieen worden van nature aangetrokken door licht en zullen proberen dat licht te beinvloeden. Een duistere entiteit kan een lichte al van verre zien. Helaas is het voor lichte entiteiten moeilijker om donkere krachten waar te nemen, maar met ervaring kunnen ze wel leren om die negatieve energie te herkennen en te vermijden. Heb je wel eens een recente foto van iemand om wie je veel geeft vergeleken met een oude foto van die persoon? In de ogen van een jong persoon zie je vaak een lichtje dat naarmate hij ouder wordt steeds zwakker wordt. Het gaat erom dat je ervoor zorgt dat jouw lichtje sterk en fel blijft. Het is de weerspiegeling van je ziel. Laat dat lichtje nooit doven. Ik heb mannen en vrouwen van zeventig ontmoet die in wezen nog vroeg in de twintig zijn. Ik ben vastbesloten vast te houden aan mijn ondeugende, innerlijke jeugdige zelf.

Mijn man zweert dat er op de avond dat hij mij ontmoette een licht op me neer scheen. Joe zegt dat hij het niet kon weerstaan om erachter te komen wie ik was. Ik dacht dat hij gewoon een irritant figuur was met een nieuw openingszinnetje. Joe heeft me geholpen een beter mens te worden. Ik heb veel van hem geleerd, terwijl ik bij iemand anders het geduld niet eens zou hebben opgebracht om er uberhaupt naar te luisteren. Het allerbelangrijkste wat ik van hem heb geleerd, is dat er mensen bestaan die zich aan hun woord houden, mensen die er altijd voor je zullen zijn. Hij heeft mij geleerd te vertrouwen.

lets anders wat ik van Joe heb geleerd is berekenend zijn. En dat het nooit te laat is om dat te gebruiken voor het vervullen van je droom, en in mijn geval was dat naar de universiteit gaan. Tegen alle verwachtingen in ben ik inderdaad afgestudeerd. Ik heb politieke wetenschappen gestudeerd aan de universiteit van Arizona, met

Вы читаете Kus ze niet vaarwel
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату
×