De Cock schudde zijn hoofd.

“Met deze vergelijking,” sprak hij verwijtend, “zal dokter Rusteloos niet blij zijn.”

Vledder trok zijn schouders op.

“Ik kan er niets aan doen. Als ik dokter Rusteloos bezig zie, dan doet hij mij vaak aan een slager denken.”

De Cock wuifde.

“Zet het uit je hoofd,” sprak hij streng.

“We hebben in ons gevoelig recherchebedrijf een patholoog-anatoom nodig. Geen slager.”

Vledder ging aan de opmerking voorbij. De jonge rechercheur tastte in een zijzak van zijn colbert en schoof De Cock over zijn bureau een doorschijnende plastic zak toe.

“Je dolk.”

De Cock keek ernaar.

“Ik blijf het een vreemd model vinden,” concludeerde hij.

“Heeft dokter Rusteloos er nog iets van gezegd?”

Vledder schudde zijn hoofd.

“Ik heb hem gevraagd of hij een dolk van dat type eerder bij een moordzaak was tegengekomen.”

“En?”

“Nee.”

“Jammer.”

Vledder wees naar de dolk.

“Er zitten geen vingerafdrukken op.”

De Cock fronste zijn wenkbrauwen.

“Hoeweet je dat? De bedoel, wie heertje dat verteld? Ben Kreuger van de dactyloscopische dienst was bij mij in de Haarlemmer Houttuinen.”

Vledder glimlachte.

“De jongeheer Xavier de la Croix, de pas aangestelde nieuwe assistent van Ben Kreuger, was voor een andere klus op West — gaarde. Ik kon hem gelukkig nog op tijd inschakelen voordat dokter Rusteloos aan zijn werk begon.”

De Cock keek hem schuins aan.

“Had je vooraf geen afspraken met de dactyloscopische dienst gemaakt?”

Vledder schudde zijn hoofd.

“Ik was vergeten dat de dolk in de rug van Jasper van de Gou-wenaer nog niet op vingerafdrukken was onderzocht. Stom. Ik dachter pas aan toen ik zijn lijk op de snijtafel zag liggen.”

De Cock ging niet verder op de fout van Vledder in. De oude rechercheur verzonk even in gepeins en schoof zijn onderlip vooruit.

“Xavier de la Croix.”

Hij proefde de woorden op zijn tong.

“Een mooie naam.”

“Volgens mij een aanwinst voor de dactyloscopische dienst,” zei Vledder.

“Xavier de la Croix is een vriendelijke jongeman, die uiterst zorgvuldig te werk gaat. Hij komt zich nog bij jou voorstellen, heeft hij gezegd.”

“Waarom? Dat is toch niet gebruikelijk.”

Vledder lachte.

“Bij de dactyloscopische dienst sta jij bekend als de man die hen het meeste werk bezorgt.”

De Cock maakte een grimas en wees naar de gesloten deur van het verhoorkamertje.

“Ga eens kijken wie daar zit.”

Vledder keek hem verrast aan.

“Heb jij iemand in het verhoorkamertje zitten?”

De Cock knikte.

“Ik was net van plan om hem te gaan verhoren, toen jij kwam binnenstappen.”

De jonge rechercheur stond op en slofte naar het verhoorkamertje. Nadat hij even had gekeken, deed hij de deur weer dicht en kwam terug.

“Wie is dat?”

De Cock grijnsde.

“Jij kent hem niet?”

“Nee.”

“Dat is Petertje Slibbroek, alias Petertje de Knoet.”

Vledder keek zijn oude mentor met grote ogen aan.

“De man die Jasper van de Gouwenaer heeft bedreigd?”

“Die man.”

“Heb je hem gearresteerd?”

“Nee.”

“Hoe komt hij dan hier?”

“Simpel…gebracht door twee dienders in een surveillancewagen.”

Vledder keek hem verbaasd aan.

“Waarom…van waar?”

De Cock gebaarde voor zich uit.

“Ik zat in de woning van Jasper van de Gouwenaer op de komst van Ben Kreuger te wachten. Ik was wat vroeg en om nog wat rustig te kunnen neuzen, had ik de deur achter mij op slot gedraaid en de sleutel bij mij gestoken. Plotseling hoorde ik iemand de trap op komen. De voetstappen stopten voor de deur van de flat van Jasper. Ik hoorde hoe een sleutel in het slot werd gestoken. Daarna ging de deur piepend open en iemand stapte binnen.”

“Petertje…Petertje de Knoet.”

De Cock knikte.

“Precies. Petertje de Knoet. Hij was niet veel veranderd. Ik herkende hem direct.”

“Wat kwam hij doen?”

De Cock grinnikte.

“Dat moet ik hem nog vragen.”

Vledder keek hem gespannen aan.

“Petertje Slibbroek had dus een sleutel van de flat.”

De Cock knikte.

“Die heeft hij nog.”

Vledder reageerde verward.

“Heb je hem niet laten fouilleren?”

“Hij is geen verdachte,” sprak De Cock bestraffend.

“Ik zei je toch…ik heb hem niet gearresteerd. Ik had dus niet de bevoegdheid om hem te laten fouilleren.”

Vledder grinnikte vreugdeloos.

“Je kunt hem toch alsnog in arrest nemen en laten fouilleren? Dat is een kleine moeite. Laat hem beneden bij de wachtcommandant als verdachte inschrijven en stop hem zolang in de cel.”

“Inschrijven?”

“Ja.”

“Als verdacht van?”

Vledder brieste.

“Moord.”

De Cock schudde zijn hoofd.

“Daar voel ik nog niets voor,” reageerde hij kalm. Vledder gebaarde heftig.

“Er bestaan ernstige bezwaren tegen hem,” bepleitte hij hartstochtelijk.

“Volgens mij is het naakte feit dat Petertje Slibbroek, alias De Knoet, de woning van de vermoorde Jasper

Вы читаете De Cock en een veld papavers
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату
×