hebben.”

“En?”

“Die vond hij. Na het verschuiven van een paar panelen kwam in de secretaire een ruimte vrij.”

De Cock wees opnieuw naar de boodschappentas.

“Dat zat erin?”

“Twee splinternieuwe dolken en een zakje met zaad,” antwoordde Vledder.

De Cock trok zijn neus iets op.

“Zaad?”

Vledder greep in een gebaar van vertwijfeling even met zijn handen naar zijn hoofd.

“Zaad voor het telen van papavers.”

11

Toen rechercheur De Cock de volgende morgen na een verkwikkende nachtrust niet meer dan een halfuur te laat in bureau Warmoesstraat de grote recherchekamer binnenstapte, trof hij Vledder achter het scherm van zijn computer. De snelle vingers van de jonge rechercheur raasden over het toetsenbord. Toen de oude rechercheur tegenover hem op zijn bureaustoel zakte, liet hij zijn vingers even rusten. Met een pijnlijke trek op zijn gezicht strekte hij zijn rug en gaapte.

“Ik heb vannacht,” verzuchtte hij, “slecht geslapen. Ik heb de hele nacht…”

De Cock stak afwerend zijn handen omhoog.

“Voor wij jouw verminkte nachtrust ter sprake brengen,” sprak hij plechtig, “eerst een paar vragen. Heb je vader Van de Gouwenaer van de moord op zijn stiefzoon Joost op de hoogte gebracht?”

“Hij komt in de loop van de dag,” zei Vledder.

“Hij wilde nog eens serieus met je praten. Ook over de moord op Jasper.”

De Cock glimlachte.

“Vader Van de Gouwenaer is welkom. Misschien trekt hij nu zijn klacht tegen mij in.”

Vledder snoof.

“Daar zou ik maar niet op rekenen.”

De Cock negeerde de opmerking.

“Heb je Louis van Marcinelle verteld dat hij een chauffeur minder op zijn dienstrooster heeft?”

De Vledder knikte.

“Vader Van de Gouwenaer leek minder verrast dan Louis van Marcinelle, die zich vertwijfeld afvroeg of er iemand van de concurrentie opgewekt bezig was zijn hele personeelsbestand uit te roeien.”

“Komt hij praten?”

Vledder schudde zijn hoofd.

“Daar heeft hij niets over gezegd.”

De Cock wuifde het onderwerp weg.

“Laten we het eens hebben over jouw slechte nachtrust. Ruzie met Adelheid?”

Vledder schudde opnieuw zijn hoofd.

“Adelheid en ik hebben nog wel eens verschil van mening, maar dat ontaardt nooit in een werkelijke ruzie.”

De jonge rechercheur zwaaide geagiteerd.

“Nee, dat zaad…dat zaad voor het telen van papavers. Ik kwam er niet uit. Het bleef tollen in mijn gedachten. Hoe wordt zaad voor het telen van papavers, geborgen in een geheime bergplaats van de secretaire van Joost van de Gouwenaer, een veld van papavers in een nachtmerrie van Petertje de Knoet?”

De Cock lachte.

“Jouw associatievermogen volgt vreemde paden,” reageerde hij vrolijk.

“Hoe kom je erbij dat er een verband zou moeten bestaan tussen deze zaken?”

Vledder zuchtte.

“Wij zijn deze zaken in ons onderzoek tegengekomen…dus zocht ik naar een verband.”

De Cock knikte hem bemoedigend toe.

“Lofwaardig.”

Vledder schoof zijn computerscherm iets opzij en boog zich naar voren.

“Ik ben de hele nacht met mijn gedachten aan het worstelen geweest. Weet je dat wij voor deze twee moorden een ideale verdachte binnen handbereik hebben?”

De Cock hield zijn hoofd een beetje schuin en glimlachte.

“Vertel eens?”

“Judith van Zeebrugge.”

De Cock keek zijn jonge collega verbaasd aan.

“Judith van Zeebrugge?”

“Ja. Ze heeft in de praktische mogelijkheid verkeerd om de moorden te plegen. Ze had een sleutel van de woning van Jasper en ze had vrijwel zeker ook vrije toegang tot de woning van Joost.”

De Cock schoof zijn onderlip iets naar voren.

“Motief?”

Vledder maakte een hulpeloos gebaar.

“Dat is het zwakke punt. Ten aanzien van Jasper zou het een versmade liefde kunnen zijn. Sommige vrouwen kunnen het idee dat ze zijn afgewezen maar moeilijk verwerken. Bij Joost blijf ik steken. Ze heeft jou verteld dat ze niets met die kolossale man te maken had…dat hij haar om niet het zolderkamertje had toegewezen.”

De Cock plooide zijn lippen tot een tuitje.

“In ieder geval was haar relatie tot Joost zo goed, dat zij hem haar netelige situatie na het verlaten van Petertje de Knoet heeft opgebiecht.”

Vledder knikte instemmend.

“Je hebt gelijk. Anders was Joost nooit zover gekomen om haar dat kamertje aan te bieden.”

De Cock krabde zich achter in de nek.

“De dood van Joost van de Gouwenaer komt ook ons slecht gelegen,” sprak hij somber.

“Hij kan ons niet meer vertellen aan wie hij zijn befaamde Bulgaarse dolken heeft geleverd en hij kan ons niet meer vertellen wat hij met dat zakje papaverzaad van plan was. Hij heeft bij zijn woning geen tuin…zelfs geen balkon.”

Vledder grijnsde.

“Hij kende Petertje de Knoet. Ze werkten samen bij hetzelfde expeditiebedrijf.”

De Cock lachte.

“Jij denkt toch aan die nachtmerrie.”

“Vind je het gek?”

De Cock schudde zijn hoofd.

“We kunnen Petertje de Knoet eens vragen wat voor hem een veld papavers betekent.”

Vledder trok een bedenkelijk gezicht.

“Ik ben bang dat wij hetzelfde antwoord krijgen als zijn vrouw…een heuse nachtmerrie.”

Hij spreidde zijn armen.

“Ik vind toch dat wij het moeten…”

De jonge rechercheur stokte.

Judith van Zeebrugge kwam op haar hoge hakken opgewonden de grote recherchekamer binnentippelen.

“Wat is er met Joost gebeurd!”

riep ze al van verre.

De Cock wachtte geduldig tot ze op de stoel naast zijn bureau had plaatsgenomen.

“Waarom zou er met Joost iets gebeurd zijn?”

Вы читаете De Cock en een veld papavers
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату
×