vroeg hij ontwijkend.

“Hij doet niet open en buren hebben gisteravond laat een ambu-lancewagen voor de deur zien staan.”

De Cock reageerde niet direct. Hij ademde diep.

“Joost…Joost is dood.”

Judith sloeg haar handen voor haar mond.

“Dood?”

“Ja.”

“Vermoord?”

De Cock keek haar onderzoekend aan.

“Waarom denk je dat?”

Judith sloot even haar ogen.

“Onderweg naar dit bureau realiseerde ik mij plotseling dat de moord op Joost de werkelijke reden was waarom u mij gisteravond in mijn zolderkamertje opzocht.”

De Cock trok een grijns.

“U associeert mij met moord?”

Judith keek hem strijdlustig aan.

“Met recent de moord op mijn vriend Jasper nog in gedachten, is dat niet vreemd. Waar u verschijnt is moord het motief.”

Om de mond van De Cock gleed een glimlach.

“Heb je gisteren de hele dag op je zolderkamertje doorgebracht?”

vroeg hij vriendelijk. Judith schudde haar hoofd.

“Ik ben op bezoek geweest bij mijn jongste zuster in de Spaarn-dammerstraat.”

“Hoe laat kwam je thuis?”

“Rond kwart over negen.”

“Heb je toen Joost bezocht?”

“Nee.”

“Waarom niet?”

“Joost had bezoek.”

De Cock fronste zijn wenkbrauwen.

“Hoeweet je dat?”

Judith verschoof iets op haar stoel.

“Kwart over negen, vroeg in de avond, en ik had nog geen zin om naar bed te gaan. Ik was van plan om broer Joost te vragen of hij bereid was nog een biertje voor mij in te schenken.”

“Broer Joost?”

Judith glimlachte.

“In de tijd dat ik nog met Jasper omging, noemde ik hem altijd zo.”

De Cock knikte begrijpend.

“En?”

“Wat bedoelt u?”

“Je wilde Joost vragen of hij bereid was nog een biertje voor je in te schenken.”

Judith knikte.

“Ik had behoefte aan gezelschap. En Joost is…was…een aardige man…lief, gezellig. Ik klopte wel eens meer ‘s-avonds bij hem aan.”

De Cock knikte.

“Een broer.”

Judith glimlachte.

“Zoiets. Misschien iets meer.”

“Je klopte ook nu bij hem aan?”

Judith schudde haar hoofd.

“Ik stond op de eerste etage voor de deur van zijn woning en hoorde stemmen. Joost zei iets…iets wat ik niet heb kunnen verstaan…en toen reageerde een andere stem met: ‘Zo moet je niet denken, Joost. Er kunnen andere redenen zijn’.”

Judith maakte een somber gebaar.

“Ik ben toen een tikkeltje verdrietig doorgelopen naar mijn zolderkamertje. Daar heb ik voor mijzelf een biertje ingeschonken, heb nog een stukje gelezen en ben kort daarna naar bed gegaan.”

Judith liet haar hoofd iets zakken. Haar zwarte haar gleed als een gordijn voor haar gezicht.

“Weet u wat ik mijzelf verwijt?”

“Nou?”

Judith aarzelde.

“Dat ik…eh, dat ik niet brutaalweg heb geklopt…geklopt en om mijn biertje heb gevraagd. Broer Joost had dan nu nog geleefd.”

“Waarschijnlijk,” zei De Cock.

“Een moord plegen in het bijzijn van een getuige is niet zo handig.”

Judith knikte.

“Hij had dan ook mij moeten ombrengen.”

De Cock gebaarde traag in haar richting.

“Heb je die stem herkend?”

“Nee.”

De oude rechercheur monsterde haar gezicht.

“Datweet je zeker?”

Judith keek op. Haar bruine ogen tintelden weer van strijdlust.

“Het was niet de stem van Petertje. Die herken ik uit duizenden.”

Toen Judith van Zeebrugge de grote recherchekamer had verlaten en de deur met een klap achter zich had dichtgetrokken, keek De Cock Vledder vragend aan.

“Wat is jouw oordeel over onze ideale verdachte binnen handbereik?”

De jonge rechercheur weifelde even.

“Oppervlakkig bezien lijkt ze onschuldig…onschuldig aan de moord op broer Joost.”

De Cock fronste zijn wenkbrauwen.

“Lijkt onschuldig? Ik heb geen zwakke punten in haar verklaring kunnen ontdekken.”

Vledder trok zijn kin iets omhoog.

“Ik wel.”

De Cock boog zich iets naar voren.

“Als jij in haar verklaring onvolkomenheden had opgemerkt,” reageerde hij verwijtend, “dan had jij tijdens het verhoor moeten intervenieren…mij moeten onderbreken en haar op die onvolkomenheden moeten wijzen.”

Vledder schudde zijn hoofd.

“Ik wilde jouw verhoor niet onderbreken. Het leek mij beter om…buiten haar aanwezigheid…eerst daarover met jou te discussieren.”

De Cock maakte een breed armgebaar.

“Steek van wal.”

Vledder wreef even over zijn kin.

“Had Joost gisteravond bezoek?”

“Ja.”

“Hoe weten we dat?”

“Judith heeft op de eerste etage, luisterend aan de deur van de woning van Joost, stemmen gehoord. De stem van Joost en een vreemde stem. Ze weet zich nog exact te herinneren wat die vreemde stem heeft gezegd.”

Vledder grijnsde.

Вы читаете De Cock en een veld papavers
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату
×