‘Daar ga ik van uit.’
Beatrijs gebaarde omhoog.
‘Angela wil het niet geloven. Volgens haar is het flauwekul.’ De Cock trok zijn gezicht in een ernstige plooi.
‘Het is mijn vak. Om een moord door verwurging, met een zelfmoord door ophanging te camoufleren, is een oude truc, die in het verleden dikwijls succesvol is geweest.’
De oude rechercheur glimlachte.
‘Wij laten ons nu niet meer bedotten.’
Beatrijs knikte begrijpend. Daarna nam ze een lange pauze. Het was duidelijk dat ze met een probleem worstelde. ‘Ik ben getrouwd geweest,’ opende ze na een poosje. ‘Het heeft niet lang geduurd. Nog geen twee jaar.’
‘Gescheiden?’
‘Ja.’
‘Kinderen?’
‘Gelukkig niet.’
‘Hebt u nog wel eens contact met uw ex-man?’
Om de mond van Beatrijs gleed een glimlach.
‘Soms belt Patrick.’
‘Hij heet Patrick?’
Beatrijs knikte.
‘Patrick Nederveldt.’
Ze glimlachte.
‘Als ik de hoorn opneem, dan begint hij tegen me te praten. Hij is altijd wel lief en bezorgd; wil graag dat ik bij hem terugkom.’
De Cock fronste zijn wenkbrauwen.
‘En als de anderen de telefoon opnemen?’
‘Dat verbreekt hij de verbinding.’
‘Waarom?’
‘Patrick heeft een hekel aan Angela en aan mijn moeder. Hij wil niet met hen praten. Ze zijn er beiden schuld aan dat ons huwelijk is gestrand.’
‘Is dat zo?’
Beatrijs liet haar hoofd zakken.
‘Ik ben zo dom geweest om op hun influisteringen te reageren. Ze vertelden mij dingen over Patrick die achteraf niet waar bleken te zijn. Patrick is daar nogal verbitterd over. Hij wijdt het mislukken van ons huwelijk vooral aan mijn moeder, die van het begin af aan tegen het huwelijk is geweest. Ze mocht hem niet.’ ‘U wilt wel naar Patrick terug?’
‘Graag.’
De Cock keek haar verbaasd aan.
‘Dan gaat u toch?’
Beatrijs van Boskoop slikte. Er blonk een traan in haar donkere ogen.
‘Moeder en Angela zijn daar fel op tegen.’
Ze nam opnieuw een lange pauze.
De Cock keek haar schuins aan.
‘Wat wil je mij in feite vertellen?’
Beatrijs keek met een bleek gezicht naar hem op. Er gleed een traan over haar wang.
‘Als… eh, als moeder is vermoord,’ sprak ze zacht, ‘dan weet ik wie haar moordenaar is.’
De Cock kneep zijn ogen half dicht.
‘Patrick?’
Beatrijs knikte traag.
‘Hij heeft gezegd dat hij het zou doen.’
6
‘Heb je haar op Westgaarde?’
Vledder knikte.
‘Alida van Boskoop ligt met dubbele vijverfolie in de vrieskast. De gerechtelijke sectie is morgenochtend om elf uur.’ De Cock keek hem verwonderd aan.
‘Heb je al een afspraak gemaakt?’
Vledder liet zich met een plof op de stoel achter zijn bureau zakken.
‘Toen ik vanmiddag op Westgaarde kwam, had dokter Rusteloos net een gerechtelijke sectie beeindigd. Het was zijn vierde: twee in Rotterdam, een in Den Haag en bij ons een stinkend waterlijk. De stank hangt nog in mijn neusgaten.’
De Cock glimlachte.
‘Ik ken dat.’
‘Onze oude patholoog-anatoom vond het welletjes voor vandaag. Hij zag er ook vermoeid uit. Maar hij beloofde mij om morgenochtend om tien uur het lijk van Alida van Boskoop open te peuteren.’
De Cock trok een vies gezicht.
‘Dat zeg je zo niet,’ sprak hij berispend. ‘Men peutert geen lijk open.’
Vledder trok gelaten zijn schouders op.
‘Daar komt het toch op neer.’
De jonge rechercheur steunde met zijn ellebogen op zijn bureau. Met een grijns op zijn gezicht keek hij De Cock aan. ‘Je hebt me wel met wat moois opgeknapt. Wat een soesa daar in dat Speulder- en Sprielderbos.’
‘Hoezo?’
Vledder zuchtte diep.
‘Ik heb mij eerst door Christina van Boskoop de plek laten aanwijzen waar ze hun moeder hadden begraven. Het is op nog geen honderd meter van hun fraaie villa aan de rand van het bos. Een kleine heuvelrug omzoomd met oude beuken en laag struikgewas. Heel intiem. Heel stil ook. Christina heeft een tijdje in de zachte regen naar het graf van haar moeder staan kijken. Uit pieteit heb ik haar niet gestoord.’
‘Netjes van je. Je maakt vorderingen. Hadden we de plek zelf gevonden?’
Vledder trok een bedenkelijk gezicht.
‘Zonder hulp… nee.’
‘Wat heb je met Christina gedaan?’
‘Die heb ik, nadat ik de plek kende, in haar villa gelaten. Ik vond het niet nodig om haar de exhumatie te laten bijwonen.’ De Cock knikte begrijpend.
‘Daarna heb je je in verbinding gesteld met de plaatselijke politie?’
Vledder knikte.
‘Ik mocht haar Peugeot gebruiken. Het heeft heel wat voeten in de Veluwse aarde gehad voor ik hen zover had dat ze mij behulpzaam wilden zijn. Een exhumatie zomaar op verzoek van een wildvreemde collega uit Amsterdam, dat ging hen toch te ver.’
‘Wat hebben ze gedaan?’
Vledder glimlachte.
‘Contact opgenomen met hun eigen officier van justitie. Die heeft weer gebeld met onze officier van justitie in Amsterdam.’ De Cock grinnikte.
‘En die wist nog van niets.’
Vledder schudde zijn hoofd.
‘Ik heb hem persoonlijk aan de lijn gehad. Meester Van Overwhere. Toen ik uitgebreid verslag had gedaan over het hoe en waarom, heeft hij weer contact opgenomen met hun officier van justitie. Uiteindelijk kreeg ik