vervolgens wat over de mannelijke geest die naast hem had gestaan, de geest waar ik hem eerder over had verteld. Hij zei dat hij een oom had gehad die hem toen hij klein was vaak plaagde. Die oom had een ijzerwarenwinkel gehad en was goed met mechanische dingen. Blijkbaar plaagt Gary's oom hem vanaf de andere kant nog steeds. Het is voor ons mediums erg fijn bevestigd te worden; het stelt ons in staat een persoonlijk moment te delen met degene die we lezen. Ik voel me gezegend dat ik kleurrijke geesten ontmoet die berichten doorgeven aan mensen die hen nog steeds missen.
In apri12001 werd ik aan een andere test onderworpen. Dr. Schwartz had een vraag voor zijn overleden vriendin Susy. Hij wilde dat Susy zijn vraag zou horen en haar antwoord zou terugsturen via een van de mediums die aan het onderzoek meededen. We kregen niet te horen wat de vraag was en we werden allemaal onafhankelijk van elkaar getest. Dr. Schwartz vroeg of ik het antwoord wist. (Wat een druk, zeg!) Ik bleef steeds iets doorkrijgen over dat Susy wat wilde nalaten aan dr. Schwartz. Ik zag keer op keer een scene uit
Dr. Schwartz was aan het praten met de notuliste over de dingen die moesten worden opgeschreven toen ik fluisterde: ‘Haar hond.’
Zijn oren spitsten zich: ‘Wat zei je?’
‘Haar hond. Wie heeft haar hond? Ze wil dat jij haar hond krijgt, ze zegt dat niemand zo van haar hond zal houden als jij.’
Ik ging door en aan het einde van de sessie kreeg ik te horen dat dr. Schwartz Susy had gevraagd: ‘Wie wil je dat er voor je hond zorgt?’ Dat is wat ik een paranormale superscore zou willen noemen. Goal!
Mensen vragen me wel eens wat ik van Gary vind. Onze relatie heeft meerdere aspecten. Hij is een indrukwekkend man en een vooruitstrevend wetenschapper. Ik waardeer zijn vooruitziende blik, zijn humor en zijn kracht. Je begrijpt het al: ik heb veel bewondering voor hem.
Ik heb als onderzoeksmedium voor Gary mijn gave kunnen verfijnen. Toen ik Gary ontmoette, had ik ongepolijste vermogens en het ontbrak me aan een referentiekader dat me kon helpen de grenzen van mijn vermogens op te zoeken. Door de onderzoeken en de uitdagingen waaraan Gary me onderwierp, durf ik nu meer in mijn readings. Er is een groot verschil tussen het ontvangen van de naam van een overleden familielid, en het ontvangen van een antwoord op een specifieke vraag die gesteld is aan de andere kant, zonder dat jij als medium weet hoe die vraag luidt. Ik moest echt werken aan mijn concentratievermogen om zoiets moeilijks te kunnen doen.
Een van de redenen hiervoor is dat een vraag voor de overledene die via een onderzoeksmedium wordt gesteld, kan worden opgevat als een eis aan de overledene. Zo'n reading is niet noodzakelijkerwijs op gevoel gebaseerd, maar op wetenschap. Een overleden wetenschapper als Susy wil wel meewerken, maar iemand anders wil dat misschien niet. En mediums zijn uiteindelijk gewoon secretaresses voor de overledenen; we geven alleen maar door wat de overledene zegt.
Wetenschappelijke readings zijn anders omdat je als medium niet in staat bent een emotionele band op te bouwen met de geest aan de andere kant via hun emotionele band met jouw client. Als ik een reading geef voel ik wat de geest voor mijn client voelt. Ik krijg herinneringen door en beelden van objecten die iets voor hen betekenen. Doordat beide energieen aanwezig zijn (de overleden dierbare en de client) is het voor een medium makkelijker om een fysieke connectie tussen de twee partijen te creeren. Als ik voor het onderzoekscentrum werk, heb ik vaak niet eens een ‘proefpersoon’ die zich in dezelfde situatie als ik bevindt. Ik weet niet of de proefpersoon een man of vrouw is, ik weet niet hoe oud hij of zij is; ik kan me nergens op richten. Ik ontvang informatie van de andere kant en geef die door aan de onderzoeksleiding die het op haar beurt weer doorgeeft aan de proefpersoon die de informatie uiteindelijk beoordeelt. Hoewel het voor het resultaat niet lijkt uit te maken of de proefpersoon nu aanwezig is of niet, voel ik me wat leeg als de proefpersoon niet bij me in de buurt is. Zonder te weten of ik geslaagd ben in het overbruggen van een kloof, mis ik de persoonlijke band die ontstaat als ik een reading geef aan een client. Dat is echter niets vergeleken bij de bijdrage die ik lever aan de wetenschap. Ik hoop dat ik met dit onderzoek toekomstige mediums help. Het is een unieke ervaring om een onderzoeksmedium te zijn. We leren op onze informatie te vertrouwen, hoe vreemd die ook mag lijken, en we moeten die informatie ook delen zodat alles kan worden gedocumenteerd. Ook leer je onder moeilijke omstandigheden te werken, en op afroep.
Onderzoeksmediums hebben de neiging vrij direct te zijn wat betreft de informatie die ze geven en soms is het goed om er even aan te worden herinnerd dat je niet ongevoelig moet worden. Zo zeg ik bij elke reading tegen mezelf dat eerlijkheid en gevoeligheid tegenover mijn client het allerbelangrijkste zijn. Ik ben sterker geworden door deze onderzoekservaring en heb veel grote levenslessen geleerd. Het is voor mij belangrijk dat ik de kans krijg mijn vermogens te onderzoeken. Ik word er niet alleen zelfverzekerder door, maar ik krijg zo ook de mogelijkheid mijn gave bij te schaven. Dit doe ik door goed te letten op de informatie die ik doorkrijg, op hoe ik die doorkrijg, en op hoe dat voelt. Ik sta ook open voor de informatie die ik krijg. Zo heb ik bijvoorbeeld geleerd dat degenen aan de andere kant hun berichten alleen kunnen doorgeven door begrippen te gebruiken waarmee ik bekend ben, zoals namen, beelden en plaatsen. Met andere woorden: ik moet de berichten begrijpen voor ik ze kan doorgeven. Mijn eigen levenservaring gaat dus hand in hand met de ontwikkeling van mijn gave.
Aangezien ik ervaring heb op het gebied van rechtshandhaving, vooral met moordzaken, kan ik als ik een moordslachtoffer doorkrijg ook makkelijker uitspraken en rechtbankgegevens over de dader(s) ontvangen. Ook bezit ik de handigheid dat ik de gedachten van een dader kan lezen. Zo is de medische kennis van John Edward opvallend. Hij is erg goed in het bepalen van de doodsoorzaak en hij is vaak in staat om een medische diagnose te geven. Zo hebben mediums ieder hun eigen specialisme. We hebben onze eigen sterke punten en eigen aanpak die onze gave versterken. En die diversiteit is goed. Ik moest een tijdje geleden voor zaken naar Tucson en besloot met Gary af te spreken om bij te praten. We zouden elkaar in een Mexicaans restaurant treffen. De gedimde verlichting in het restaurant was prettig voor het oog en ik genoot van het boeiende gezelschap. Ik zat samen met Joe, Gary en mijn vriendin Catherine in een nis, klaar voor een lekker pittig gerecht.
Nadat we hadden besteld zei Gary dat hij een uitdaging voor me had. Ik wil benadrukken dat dit geen onderzoekstest was, maar gewoon een informele uitdaging. Gary vertelde me dat Susy, zijn vriendin aan de andere kant, misschien een kind bezocht. Dit kind beweerde in elk geval dat het Susy zag en hoorde. Zijn vraag aan mij was: ‘Wie is het kind en wat kun je me over de moeder van het kind vertellen?’
Ik ging achteroverzitten en liet de vraag op me inwerken. ‘Ik zie een kind in een ziekenhuis; ze heeft geen haar meer.’ Ik gaf Gary een naam en op een letter na was die naam correct. Ik voegde andere bijzonderheden toe en liefdevolle berichten die met het kind te maken hadden.
Gary vertelde ons het volgende: ‘Het kind heeft kanker, maar ik zal moeten nagaan of het inderdaad last heeft van haaruitval.’ (Dat bleek inderdaad het geval.) Vervolgens zei Gary: ‘Waar zoekt Susy het kind op?’
‘Als het kind in bed ligt.’ Gary zei dat dat klopte.
Het kind over wie ik spreek is een speelse, felle, lichte energie. Ze is helderziend en is haar gave aan het ontdekken. Dat is deels waarom Susy haar had uitgekozen om zich vanaf de andere kant mee te verbinden. Ze is niet alleen toegankelijk, maar ook een prettig persoon om bij te zijn.
Gary vroeg me vervolgens: ‘En de moeder?’
‘Ik heb het idee dat haar moeder helderziend is en op tv is geweest,’ antwoordde ik. Susy liet me toen een beeld zien van Stevie Nicks, de zangeres van Fleetwood Mac. Ik keek Gary aan en vroeg: ‘Laurie Campbell. Is het Laurie Campbell?’ ‘Is dat een vraag of een uitspraak?’ vroeg Gary.
‘Een uitspraak.’ Ik had Laurie Campbell nog nooit ontmoet, niet persoonlijk of anderszins. Maar om de een of andere reden moest ik altijd aan Stevie Nicks denken als ik Lauries naam in het onderzoekscentrum hoorde. Ik weet dat Susy voor die visuele vergelijking had gezorgd zodat ik het verband tussen de twee kon leggen. Gary snapte niet helemaal waarom ik bij Laurie aan Stevie Nicks moest denken (hij kent Fleetwood Mac niet), maar hij zei dat het inderdaad om Laurie Campbell ging. Ik wist voor deze uitdagende vraag niets persoonlijks over Laurie, behalve dat ze een betrouwbaar onderzoeksmedium was. Susy maakte gebruik van de enige informatie die ik over Laurie had opgeslagen.
Gelukkig was dat alles wat Gary nodig had voor zijn antwoord. Later, toen ik Laurie Campbell een keer ontmoette, heb ik haar verteld over die associatie met Stevie Nicks. Laurie vertelde dat ze voor Susy's overlijden met haar had gesproken en dat Laurie haar in dat gesprek had verteld dat ze soortgelijke jurken als Stevie Nicks droeg en dat zij en Stevie Nicks ook andere persoonlijke overeenkomsten hadden.
Mijn informatie werd door Laurie herkend en dat was voor mij wederom een bewijs dat wat voor de een niets betekent, belangrijk kan zijn voor de ander. Susy heeft tijdens haar leven op deze aarde veel tijd en energie