‘Het nieuws moet u van zinnen hebben gebracht,’ viel Desmond in, ‘waanzinnig van verdriet, de waanzin van een moeder, de mensen zullen het wel begrijpen. U wist niet…’

‘Ik wist het wel,’ zei Catelyn ferm. ‘Ik begreep wat ik deed en wist dat het verraderlijk was. Als u mij niet straft zullen de mensen denken dat wij hebben samengezworen om Jaime Lannister te bevrijden. Ik heb dit gedaan, en ik alleen ben verantwoordelijk. Sla mij in de lege ijzers van de Koningsmoordenaar en ik zal ze met fier heid dragen, als het zo moet zijn.’ .

‘Boeien!’ Alleen al het woord leek de arme ser Desmond de stuipen op het lijf te jagen. ‘Voor de moeder van de koning, de dochter van mijn heer? Onmogelijk.’

‘Wellicht,’ zei hofmeester Utherydes, ‘stemt u ermee in zich in uw vertrekken te laten opsluiten totdat ser Edmar terugkeert, vrouwe? Zodat u een poosje alleen bent om voor uw vermoorde zonen te bidden?’

‘Opgesloten, ja,’ zei ser Desmond. ‘Opgesloten in een torencel, dat zou voldoende zijn.’

‘Als u mij opsluit, doe het dan in mijn vaders kamers, zodat ik hem troost kan bieden tijdens zijn laatste dagen.’

Ser Desmond dacht even na. ‘Goed. Het zal u niet aan comfort of een hoffelijke behandeling ontbreken, maar u mag niet meer vrij in het slot rondlopen. Bezoekt u desgewenst de sept, maar blijft u verder in de kamers van heer Hoster totdat heer Edmar terugkomt.’

‘Zoals u wenst.’ Zolang haar vader nog leefde was haar broer geen heer, maar Catelyn verbeterde hem niet. ‘Laat u mij bewaken als u dat nodig acht, maar ik geef u mijn woord dat ik niet zal proberen te ontsnappen.’

Ser Desmond knikte, zichtbaar opgelucht dat hij deze onaangename taak achter de rug had, maar Utherydes Wagen met zijn droevige ogen bleef nog even staan toen de kastelein vertrok. ‘Wat u hebt gedaan is heel ernstig, vrouwe, maar voor niets. Ser Desmond heeft ser Robin Reyger erachteraan gezonden om de Koningsmoordenaar terug te brengen… of in het uiterste geval zijn hoofd.’

Dat was niet meer dan Catelyn had verwacht. Moge de Krijgsman je zwaardarm kracht geven, Brienne, bad ze. Zij had gedaan wat ze kon, nu restte haar nog slechts hoop.

Haar spullen werden overgebracht naar haar vaders slaapvertrek, dat gedomineerd werd door het grote hemelbed waarin zij was geboren, met houten pilaren in de vorm van forellen. Haar vader zelf was een halve trapomgang naar beneden gebracht. Zijn ziekbed was tegenover het driehoekige balkon van zijn woonzaal neergezet, zodat hij de rivieren kon zien waar hij altijd zo van had gehouden.

Toen Catelyn binnenkwam sliep heer Hoster. Ze liep het balkon op en bleef daar staan met een hand op de ruwe stenen balustrade. Voorbij de punt van het slot stroomde de snelle Steenstort met de kalme Rode Vork samen en ze kon een heel eind stroomafwaarts kijken. Als er een gestreept zeil uit het oosten nadert komt ser Robin terug. Op dit moment was het wateroppervlak leeg. Daarvoor dankte ze de goden, waarna ze weer naar binnen liep om bij haar vader te gaan zitten.

Catelyn zou niet kunnen zeggen of heer Hoster wist dat ze er was, of enige troost putte uit haar aanwezigheid, maar het troostte haar om bij hem te zijn. Wat zou u zeggen als u van mijn misdaad afwist, vader? vroeg ze zich af. Had u hetzelfde gedaan als Lysa en ik ons in handen van onze vijanden bevonden? Of had u mij ook veroordeeld en het de waanzin van een moeder genoemd?

De geur van de dood hing in deze kamer, een zware, weezoete, hardnekkige lucht. Hij deed haar denken aan de zoons die ze had verloren, haar lieve Bran en haar kleine Rickon, vermoord door Theon Grauwvreugd, die Neds pupil was geweest. Ze rouwde nog steeds om Ned, ze zou altijd om Ned blijven rouwen, maar dat haar kleine jongens haar nu ook nog afgenomen waren…’Het is gruwelijk wreed om een kind te verliezen,’ fluisterde ze zachtjes, meer tegen zichzelf dan tegen haar vader.

Heer Hosters ogen gingen open. ‘Tansy,’ prevelde hij met een door pijn verstikte stem.

Hij herkent me niet. Catelyn was eraan gewend geraakt dat hij haar voor haar moeder of haar zuster Lysa aanzag, maar de naam Tansy was haar vreemd. ‘Ik ben Catelyn,’ zei ze. ‘Dit is Cat, vader.’

Kon er een andere vrouw zijn geweest in het leven van haar vader? Een dorpsmeisje dat hij in zijn jeugd onrecht had gedaan, misschien? Zou hij na moeders dood troost hebben gezocht in de armen van een dienstmeid? Een vreemde gedachte die haar verontrustte. Plotseling kreeg ze het gevoel dat ze haar vader helemaal niet gekend had. ‘Wie is Tansy, heer? Wilt u dat ik haar laat halen, vader? Waar vind ik die vrouw? Leeft ze nog?’

Heer Hoster kreunde. ‘Dood.’ Zijn hand tastte naar de hare. ‘Je krijgt nog wel andere… lieve kindertjes, en wettig geboren.’

Andere? dacht Catelyn. Is hij vergeten dat Ned gestorven is? Heeft hij het nog tegen Tansy, of ben ik het nu weer, of Lysa, of moeder?

Toen hij kuchte hoestte hij bloederig slijm op. Hij omklemde haar vingers. ‘…wees een goede echtgenote en de goden zullen je… zonen zegenen… wettige zonen… aaaah.’ Door de plotselinge pijnscheut kneep heer Hoster zijn vingers dicht. Zijn nagels boorden zich in haar hand, en ze slaakte een gesmoorde kreet.

Maester Veyman kwam haastig aanlopen om nog een dosis papaversap klaar te maken en zijn heer te helpen het door te slikken. Weldra was heer Hoster Tulling in diepe slaap verzonken.

‘Hij vroeg naar een vrouw,’ zei Cat. ‘Tansy.’

‘Tansy?’ De maester keek haar niet-begrijpend aan.

‘Kent u niemand die zo heet? Een dienstmeisje, een vrouw uit een dorp in de buurt? Misschien iemand van jaren geleden?’ Catelyn was heel lang niet op Stroomvliet geweest.

‘Nee, vrouwe. Ik kan wel navraag doen, als u wilt. Als zo iemand ooit op Stroomvliet heeft gediend zal Utherydes Wagen het vast wel weten. Tansy, zei u? Dat is een andere naam voor boerenwormkruid. De gewone man noemt zijn dochters vaak naar bloemen en kruiden.’ De maester keek peinzend. ‘Ik herinner me dat er een weduwe was, die kwam altijd naar het slot om te kijken of er nog oude schoenen te verzolen vielen. Zij heette Tansy, nu ik eraan denk. Of was het Pansy? Iets in die geest. Maar ze is al jaren niet geweest…’

‘Ze heette Viooltje,’ zei Catelyn, die zich de oude vrouw heel goed herinnerde.

‘O ja?’ De maester keek verontschuldigend. ‘Neemt u mij niet kwalijk, vrouwe Catelyn, maar ik kan niet blijven. Ser Desmond heeft voorgeschreven dat wij uitsluitend met u mogen spreken voor zover onze plicht dat vereist.’

‘Dan moet u doen wat hij bevolen heeft.’ Catelyn kon het ser Desmond niet kwalijk nemen; ze had hem weinig reden tot vertrouwen gegeven en hij vreesde ongetwijfeld dat ze misbruik zou maken van de loyaliteit die velen op Stroomvliet nog tegenover de dochter van hun heer voelden, en nog meer onheil zou aanrichten. Ik ben in ieder geval van de oorlog af, zei ze bij zichzelf, zij het maar voor even.

Na het vertrek van de maester sloeg ze een wollen mantel om en liep het balkon weer op. Zonlicht blonk op de rivieren en verguldde het oppervlak van het water dat voorbij het slot deinde. Catelyn schermde haar ogen af tegen de felle glans, zoekend naar een zeil in de verte en vrezend dat ze het zou zien. Maar er was niets, en niets hield in dat haar hoop nog leefde.

Die hele dag keek ze uit, en tot diep in de nacht, tot haar benen pijn deden van het staan. Laat in de middag kwam er een raaf naar het slot. Met grote zwarte vleugels fladderde hij omlaag naar het roekenhuis. Duistere wieken, duistere woorden, dacht ze, want de vorige vogel die was aangekomen en de ontzetting die hij had gebracht stonden haar nog levendig voor de geest.

Toen de avond viel kwam maester Veyman terug om heer Tulling te verzorgen en Catelyn een bescheiden avondmaaltijd van brood, kaas en gekookt rundvlees met mierikswortel te brengen. ‘Ik heb met Utherydes Wagen gesproken, vrouwe. Zolang hij hier dient is er nooit een vrouw op Stroomvliet geweest die Tansy heette, dat weet hij heel zeker.’

‘Er is vandaag een raaf gearriveerd, zag ik. Is Jaime gegrepen?’ Of gedood, mogen de goden het verhoeden?

‘Nee vrouwe, we hebben geen bericht over de Koningsmoordenaar gekregen.’

‘Nog een veldslag dan? Verkeert Edmar in moeilijkheden? Of Robb? Alstublieft, wee st u zo goed, neemt u mijn angst weg.’

‘Vrouwe, ik mag eigenlijk niet…’ Veyman keek om zich heen alsof hij er zeker van wilde zijn dat er verder

Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату
×