niemand in het vertrek was. ‘Heer Tywin heeft het rivierengebied verlaten. Alles is rustig bij de Voorden.’

‘Waar kwam die raaf dan vandaan?’

‘Uit het westen,’ antwoordde hij, druk bezig met heer Hosters beddengoed. Hij ontweek haar blikken.

‘Kwam dat nieuws van Robb?’

Hij aarzelde. ‘Ja, vrouwe.’

‘Er is iets mis.’ Ze zag het aan zijn gedrag. Hij verborg iets voor haar. ‘Vertel op. Is het Robb? Is hij gewond?’ Niet dood, goeie goden, vertel me alsjeblieft niet dat hij dood is.

‘Zijne genade is gewond geraakt bij de bestorming van de Steilte,’ zei maester Veyman, nog steeds ontwijkend, ‘maar hij schrijft dat er geen reden tot bezorgdheid is, en dat hij weldra terug hoopt te keren.’

‘Gewond? Wat voor wond? Hoe ernstig?’

‘Geen reden tot bezorgdheid, schrijft hij.’

‘Alle wonden maken mij bezorgd. Wordt hij verpleegd?’

‘Daar ben ik zeker van. De maester op de Steilte zal hem ongetwijfeld verzorgen.’

‘Waar is hij gewond geraakt?’

‘Vrouwe, ik heb bevel om niet met u te spreken. Het spijt mij.’ Veyman verzamelde zijn drankjes en haastte zich naar buiten. Opnieuw was Catelyn alleen met haar vader. Het papaversap had zijn werk gedaan en heer Hoster was diep in slaap gezakt. Zijn mond stond open, en een,dun straaltje speeksel liep uit een van zijn mondhoeken en maakte zijn kussen vochtig. Catelyn nam een linnen doek en veegde het voorzichtig weg. Toen ze hem aanraakte kreunde heer Hoster. ‘Vergeef me,’ zei hij zo zacht dat ze de woorden nauwelijks verstond. ‘Tansy… bloed… het bloed… goeie goden…’

Zijn woorden verontrustten haar meer dan ze kon zeggen, al kon ze er geen touw aan vastknopen. Bloed, dacht ze. Komt alles dan op bloed neer? Vader, wie was die vrouw, en wat hebt u haar aangedaan waarvoor u al die vergeving nodig hebt?

Die nacht sliep Catelyn onrustig, geplaagd door vormeloze dromen over haar kinderen, de zoekgeraakte en de dode. Ruimschoots voor de ochtend aanbrak werd ze wakker met de woorden van haar vader in haar oren. Lieve kindertjes, en wettig geboren… waarom zou hij zoiets zeggen, tenzij hij… is het mogelijk dat hij bij die vrouw Tansy een bastaard heeft verwekt? Dat kon ze niet geloven. Haar broer Edmar, die wel, het zou haar niets verbazen om te horen dat Edmar een stuk of tien natuurlijke kinderen had. Maar haar vader niet, niet heer Hoster Tulling, nooit.

Zou Tansy een koosnaampje voor Lysa kunnen zzin, zoals hij mij Cat noemde? Heer Hoster had haar al eens eerder met haar zuster verwisseld. Je krijgt nog wel andere, zei hij. Lieve kindertjes, en wettig geboren. Lysa had vijf miskramen gehad, twee keer in het Adelaarsnest en drie keer in Koningslanding, maar nooit op Stroomvliet, waar heer Hoster in de buurt zou zijn geweest om haar te troosten. Nooit, tenzij… tenzij ze die eerste keer zwanger was…

Zij en haar zuster waren op dezelfde dag getrouwd en onder hun vaders hoede achtergelaten toen hun kersverse echtgenoten waren vertrokken om weer aan Roberts opstand deel te nemen. Naderhand, toen hun maandbloed niet op de gebruikelijke tijd kwam, had Lysa blij en gelukkig gebabbeld over de zonen van wie ze zeker wist dat ze ze droegen. ‘Jouw zoon wordt erfgenaam van Winterfel en de mijne van het Adelaarsnest. O, ze zullen de beste vrienden zijn zoals jouw Ned en heer Robert. Ze zullen eerder broers dan neven zijn, echt, ik weet het gewoon.’ Ze was zo gelukkig.

Maar Lysa’s bloed was niet lang daarna toch gekomen, en al haar vreugde was vervlogen. Catelyn had altijd gedacht dat Lysa gewoon wat over tijd was geweest, maar als ze echt zwanger was geweest…

Ze herinnerde zich de eerste keer dat ze Robb aan haar zuster had gegeven om vast te houden, klein, met een rood hoofd en krijsend, maar ook toen al sterk en vol leven. Catelyn had de baby nog met in haar zusters armen gelegd of Lysa was in tranen geweest. Haastig had ze Catelyn de baby weer teruggegeven en was gevlucht.

Als ze destijds een kind had verloren zou dat vaders woorden kunnen verklaren, en nog heel veel andere dingen ook. Lysa’s huwelijk met heer Arryn was inderhaast gearrangeerd en Jon was toen al een oude man geweest, ouder dan hun vader. Een oude man zonder erfgenaam. Zijn eerste vrouwen waren kinderloos gestorven, de zoon van zijn broer was samen met Brandon Stark in Koningslanding vermoord, zijn dappere neef was gesneuveld in de Slag van de Klokken. Voor het voortbestaan van het huis Arryn had hij een jonge echtgenote nodig… een jonge echtgenote die zeker vruchtbaar was.

Catelyn stond op, sloeg een mantel om en daalde de trappen naar de donkere woonzaal af, waar ze naast haar vader bleef staan. Een gevoel van machteloze vrees vervulde haar. ‘Vader,’ zei ze. ‘Vader, ik weet wat u gedaan hebt.’ Ze was geen onschuldige bruid met een hoofd vol dromen meer. Ze was een weduwe, een verraadster, een treurende moeder, en wijs geworden, wereldwijs. ‘U hebt gezorgd dat hij haar nam,’ fluisterde ze. ‘Lysa was de prijs die Jon Arryn moest betalen voor de zwaarden en speren van het huis Tulling.’

Geen wonder dat haar zusters huwelijk zo liefdeloos was geweest.

De Arryns waren trots, en erg op hun eer gespitst. Heer Jon mocht dan met Lysa getrouwd zijn om de Tullings aan de zaak van hun opstand te binden en in de hoop een zoon te krijgen, het moest hem hard zijn gevallen een vrouw lief te hebben die bezoedeld en onwillig naar zijn bed was gekomen. Hij was ongetwijfeld vriendelijk en plichtsgetrouw geweest, dat wel, maar Lysa had warmte nodig.

Toen ze de volgende dag ontbeet vroeg Catelyn om een ganzenveer en papier en begon een brief te schrijven aan haar zuster in de Vallei van Arryn. Ze vertelde Lysa over Bran en Rickon, worstelend met de woorden, maar het meeste ging over hun vader. Hij denkt alleen nog maar aan het onrecht dat hij jou heeft aangedaan, nu zijn tijd kort wordt. Maester Veyman zegt dat hij het papaversap niet nog sterker durft te maken. Het is tijd dat vader zijn zwaard en schild neerlegt, tijd dat hij rust krijgt. Maar hij blijft grimmig doorvechten en wil zich niet overgeven. Dat is vanwege jou, denk ik. Hij heeft jouw vergiffenis nodig. De oorlog heeft de weg van het Adelaarsnest naar Stroomvliet gevaarlijk gemaakt om te reizen, dat weet ik, maar een sterke compagnie ridders zal jou toch wel veilig door de Maanbergen kunnen brengen? Honderd man, of duizend? En als je niet kunt komen, wil je hem dan tenminste schrijven? Een paar liefdevolle woorden, zodat hij in vrede kan sterven? Schrijf wat je wilt en ik zal het hem voorlezen en zijn heengaan verlichten.

Nog terwijl ze de ganzenveer weglegde en om zegelwas vroeg, had Catelyn het gevoel dat haar brief onvoldoende was en te laat kwam. Maester Veyman dacht niet dat heer Tulling nog zoveel tijd van leven had dat een raaf heen en weer kon vliegen naar het Adelaarsnest. Al heeft hij zoiets al eerder gezegd… De mannen van Tulling gaven zich niet gemakkelijk over, hoe groot de overmacht ook was. Nadat ze het perkament aan de hoede van de maester had toevertrouwd, ging Catelyn naar de sept en stak een kaars aan voor de Vader in den Hoge, omwille van haar eigen vader, een tweede voor de Oude Vrouw die de eerste raaf de wereld had binnengelaten toen ze door de deur des doods gluurde, en een derde voor de Moeder, voor Lysa en alle kinderen die ze allebei verloren hadden.

Later die dag, toen ze met een boek aan heer Hosters bed zat en alsmaar dezelfde passage herlas, hoorde ze luide stemmen en het geschetter van een trompet. Ser Robin, dacht ze onmiddellijk en ze kromp in elkaar. Ze liep naar het balkon, maar buiten op de rivieren was niets te zien. Wel kon ze buiten de stemmen duidelijker horen, het geluid van vele paarden, het gerinkel van wapenrustingen, en hier en daar gejuich. Catelyn beklom de wenteltrap naar het dak van de burcht. Ser Desmond heeft me niet verboden het dak op te gaan, zei ze al klimmend tegen zichzelf.

De geluiden kwamen van de andere kant van het slot, van de hoofdpoort. Een kluitje mannen stond voor het valhek, dat met horten en stoten omhoogging, en op de velden daarachter, buiten het slot, bevonden zich een paar honderd ruiters. Toen de wind hun banieren strak blies beefde ze van opluchting bij het zien van de springende forel van Stroomvliet. Edmar.

Het duurde nog twee uur voor het hem behaagde haar op te zoeken. Inmiddels weergalmde het slot van de luidruchtige herenigingen tussen de mannen en hun vrouwen en kinderen. Drie raven waren uit het roekenhuis opgestegen en hadden klapwiekend met hun zwarte vleugels het luchtruim gekozen. Catelyn had ze gezien vanaf haar vaders balkon. Ze had haar haren gewassen, zich verkleed en zich erop voorbereid de verwijten van haar broer aan te horen … maar toch viel het wachten haar zwaar.

Toen ze eindelijk geluiden voor haar deur hoorde ging ze zitten en vouwde haar handen in haar schoot. Edmars laarzen, scheenplaten en wapenrok zaten onder de opgedroogde rode modderspatten. Als je hem zo zag zou je nooit zeggen dat hij zijn veldslag gewonnen had. Hij was mager en afgetrokken, met bleke wangen, een

Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ОБРАНЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату
×