De jonge rechercheur schudde zijn hoofd.

‘Daar ben ik nog niet aan toe gekomen. Maar nu we zijn volledige naam weten, is het een stuk gemakkelijker om informatie in te winnen.’

‘Ik wil weten wat die rooftochten inhielden.’

‘Begrijpelijk.’

‘Wanneer is de sectie?’

‘Morgenochtend om elf uur. Ik heb Sylvia van Rosmalen gezegd dat zij met moeder Van Zoggel thuis klaar moet staan voor de herkenning.’

De Cock stak waarschuwend zijn wijsvinger omhoog.

‘Let morgen goed op de fouillering van Haagse Bertus… Welke spulletjes hij bij zich heeft… sleutels bijvoorbeeld. Ik vraag mij nog steeds af of Charmaine Haagse Bertus verraste toen hij al binnen was… of dat hij achter haar aanging en haar daarna wurgde.’

Vledder keek hem onderzoekend aan.

‘Maakt dat verschil?’

De Cock knikte nadrukkelijk.

‘In het eerste geval had Haagse Bertus niet de bedoeling om Charmaine te doden… De verwurging geschiedde, zoals Sylvia van Rosmalen ons schetste, omdat Haagse Bertus zich betrapt voelde en de gillende Charmaine hem in paniek bracht.

‘En in het tweede geval?’

De Cock spreidde zijn handen.

‘Dan ligt het motief anders… dan wilde hij haar dood.’

‘En wat denk je van dat rendez-vous met Charles van Milschot in Amsterdam?’

De Cock ademde diep.

‘Ook zo onzinnig. Een vriend die je adoreert ban je toch niet vrijwillig voor zeven jaar uit je leven… In onze tijd met een overvloed aan communicatiemiddelen zijn er toch wel middelen en wegen te vinden om contact met elkaar te onderhouden?’

De Cock stond van zijn stoel op en slenterde naar de kapstok.

Vledder kwam hem na.

‘Waar ga je heen?’

De Cock draaide zich half om.

‘Naar de Lindengracht. Ik wil weten of ook moeder Van Zoggel in zeven jaar geen contact heeft gehad met haar zoon.’

De kleine huiskamer van mevrouw Van Zoggel bood slechts ruimte voor een tafel met vier stoelen en een dressoir aan de wand. De Cock ging tegenover haar zitten en legde zijn hoedje naast zich op het tapijt. Daarna schoof hij een vaas met bloemen, die zijn uitzicht op de vrouw belemmerde, iets opzij. Hij schatte haar op voor in de zestig. Ze had een lief rond gezicht met kraaienpootjes bij de ooghoeken. Haar dunne haar was grijs geverfd. De oude rechercheur keek zoekend om zich heen.

‘Waar is Sylvia?’

Mevrouw Van Zoggel wees naar de deur.

‘Die is, net voor u kwam, met meneer Charles de stad in gegaan om haar zinnen wat te verzetten.’

‘Ze liet u met uw verdriet alleen?’

Mevrouw Van Zoggel trok haar schouders op.

‘Ik weet echt niet of ik wel verdrietig moet zijn.’ Ze legde haar rechterhand op haar borst. ‘Ik voel niets. Het is hier leeg van binnen.’

De Cock schonk haar een milde glimlach.

‘Dat verdriet komt nog.’

‘Sylvia zegt dat ik morgen met haar mee moet naar de begraafplaats Westgaarde voor de herkenning. Daar zie ik tegenop.’

‘Wilt u uw zoon niet nog eens zien?’

Mevrouw Van Zoggel schudde haar hoofd.

‘Tot zijn veertiende was hij een aardig joch. Daarna is het verkeerd gegaan. En na de dood van mijn man werd hij totaal onhandelbaar. In Den Haag, in de buurt waar wij woonden, maakte hij het zo bont, dat ik uit ellende naar Amsterdam ben verhuisd.’

‘Bent u in Spanje wel eens bij hem geweest?’

Mevrouw Van Zoggel knikte.

‘Vier keer. Dan stuurde hij mij een vliegticket en wat geld om over te komen. Bertus had daar een mooie villa, dicht bij het strand. Maar voor mij hoeft die hitte niet. Ik hield het er maar een paar dagen uit.’

‘Waar leefde Bertus van in Spanje?’

Mevrouw Van Zoggel maakte een graaiende beweging met haar rechterhand. ‘Jatwerk. Die villa heeft hij ook van gestolen geld gekocht. Als mijn overleden man alles wist, dan draaide hij zich om in zijn graf.’ Ze gebaarde opnieuw naar de deur. ‘Nu wilde hij dat jonge vrouwtje voor hoer laten zitten.’

De Cock keek haar quasi-verward aan.

‘Kwam hij daarvoor terug uit Spanje?’

Mevrouw Van Zoggel schudde haar hoofd.

‘Hij had hier een afspraak.’

‘Met Charles van Milschot?’

De oude vrouw knikte.

‘En nog twee anderen.’

De Cock leunde over de tafel naar haar toe.

‘Twee anderen?’

Ze knikte opnieuw.

‘Met z’n vieren.’

‘Kent u ze?’

Mevrouw Van Zoggel zuchtte diep.

‘Meneer Charles… en dan Hendrik Noorddijk. Dat is een ouwe gabber van Bertus… nog uit zijn Haagse tijd. Die kwam ook wel eens in Spanje bij hem langs. De vierde man ken ik niet.’

‘Nooit zijn naam horen noemen?’

‘Nee.’

‘Kent… eh, kent meneer Charles hem?’

Mevrouw Van Zoggel knikte nadrukkelijk.

‘Die moet hem kennen.’

11

Ze slenterden vanaf de woning van mevrouw Van Zoggel door een miezerige motregen naar de geparkeerde Golf, stapten in en reden van de Lindengracht weg. Vledder, aan het stuur, zette de ruitenwissers aan en blikte op zijn horloge.

‘Gaan we naar huis,’ stelde hij voor, ‘of pakken wij die Gerard van Kastelen nog even aan? Ik wil hem graag onder zijn neus wrijven, dat hij in de mogelijkheid was en een motief had om Haagse Bertus te vermoorden.’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Geen van beide,’ reageerde hij kalm. ‘Ik vind het nog te vroeg om naar huis te gaan en Gerard van Kastelen loopt niet weg. Dat kan morgen nog. Ik ben meer geinteresseerd in dat vreemde rendez-vous. Heb jij het adres van Charles van Milschot genoteerd?’

Vledder knikte. ‘Die verblijft tijdelijk in Hotel De Roode Leeuw aan het Damrak.’

De Cock gebaarde voor zich uit.

‘We rijden terug naar de Kit, laten daar de Golf staan en gaan te voet naar De Roode Leeuw.’

Vledder grinnikte.

Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату