doorbraakmogelijkheid zijn, een middel om uit de impasse te geraken?

Terwijl het raderwerk van zijn denken net op volle toeren begon te draaien, werd de oude rechercheur gestoord. Een forsgebouwde man stapte, zonder vooraf te kloppen, dreunend de grote recherchekamer binnen. De Cock herkende Karel van Montfoort.

Pal voor de grijze speurder bleef de man staan. Zijn gezicht zag felrood en zijn ogen flikkerden.

‘Ze hebben nu ook Marianne van Hoogwoud te pakken gehad,’snauwde hij bitter.

De Cock keek hem onbewogen aan.

‘Hoe weet je dat?’

‘Ik was bij haar aan de deur.’

‘Hoe laat?’

‘Een halfuur geleden. Toen ze niet opendeed, heb ik bij de buren geinformeerd. Een vrouw vertelde mij dat ze u op de Brouwersgracht hadden gezien met een ambulancewagen en een koppeltje uniformmensen.’

‘Toen wist u genoeg?’

Karel van Montfoort liet zijn hoofd iets zakken.

‘Ik kon het raden.’

‘U was van plan haar te bezoeken?’

Van Montfoort knikte traag. Het felle rood was langzaam uit zijn gezicht gezakt.

‘Ik wilde horen wat precies haar plannen waren… ik wilde ook afscheid van haar nemen. Ik meende dat ik dat moest doen… dat ik daar recht op had. Ik heb toch een tijdje met haar samen geleefd.’

De Cock draaide zich om en liep naar zijn bureau. Hij beduidde Karel dat hij naast hem moest gaan zitten. Geduldig keek hij toe hoe de man plaatsnam.

‘Wat voor plannen had Marianne?’vroeg hij overbodig.

‘Ze zou voorgoed naar Amerika gaan om daar verder te studeren.’

‘Wie vertelde u dat?’

Karel van Montfoort zwaaide met een machtige arm.

‘Ik heb het van verschillende kanten gehoord. Ik kreeg het idee dat Marianne het zelf flink had rondgebazuind. Het wereldje van die meiden is maar klein. Ik hoorde ook dat ze bij Lovable had opgezegd.’

De Cock keek hem onderzoekend aan.

‘Ken jij Everdine de Bruijn?’

‘Ja.’

‘Met haar een relatie gehad?’

‘Nee.’

‘Niet aantrekkelijk genoeg?’

Karel schudde zijn hoofd.

‘Ik pap nooit aan met getrouwde vrouwen. Everdine is getrouwd. Zij en haar man runnen Lovable.’

De Cock veranderde van onderwerp.

‘Speelde Marianne in de staatsloterij?’Karel knikte nadrukkelijk.

‘Ze kreeg altijd zeven loten opgestuurd. Zeven bracht volgens haar geluk. Ze had meer van die trekjes. Als iets door zeven deelbaar was, bracht het voorspoed.’

De Cock nam een lange pauze. Hij staarde enkele minuten zwijgend voor zich uit en wees toen naar Vledder.

‘Mijn jonge collega is ervan overtuigd,’sprak hij bewogen, ‘dat u persoonlijk verantwoordelijk bent voor de gepleegde moorden.’

‘Ik?’

De Cock knikte.

‘U hebt omgang gehad met zowel Jacqueline Verpoorten, als met Henriette Vermeer en Marianne van Hoogwoud. Alledrie hebben ze u bedrogen en verlaten. Dat is volgens mijn jonge collega het motief van uw daden.’

Karel van Montfoort draaide zich om naar Vledder. Het felle rood kwam op zijn gezicht terug.

‘Uw collega is gek,’siste hij.

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Mijn jonge collega is niet gek,’sprak hij uiterst rustig. ‘In tegendeel, hij is bijzonder intelligent. En ik moet u eerlijk bekennen, dat ik bereid ben om zijn inzichten te delen.’

Karel van Montfoort keek hem wild aan.

‘Welke inzichten?’

De Cock trok zijn gezicht strak.

‘U hebt het ons zelf geopenbaard… u bent met heel veel vrouwen een intieme relatie aangegaan. Dat duidt op ijdelheid en hoogmoed.’

De oude rechercheur spreidde zijn armen.

‘IJdele en hoogmoedige mannen,’sprak hij zalvend, ‘worden niet graag vernederd. Dat kunnen ze geestelijk slecht verwerken. Die vernedering tast hun gevoel van eigenwaarde aan. Daar kunnen ze niet mee leven. Hun reactie is wrok, rancune… moord.’

Karel van Montfoort keek hem verbijsterd aan.

‘Dat meent u?’

De Cock knikte nadrukkelijk. ‘Absoluut.’

Karel Van Montfoort schudde vertwijfeld zijn hoofd.

‘Ik heb die vrouwen niet vermoord,’schreeuwde hij.’Ik heb van ze gehouden. De tijden dat ik met hen omging was ik zielsgelukkig.’

De Cock keek hem doordringend aan.

‘Achteraf,’sprak hij scherp, ‘hebben die drie vrouwen u getoond dat zij uw liefde niet waard waren. Er zijn maar weinig mannen die dat kunnen verkroppen.’

De oude rechercheur strekte zijn hand naar hem uit.

‘U kon dat niet.’

Karel van Montfoort snoof.

‘Ik kon dat wel.’

De Cock maakte een hulpeloos gebaar.

‘Waarom dan die moorden?’

Van Montfoort greep met geklauwde handen naar zijn voorhoofd.

‘Je maakt me gek,’gilde hij. ‘Krankzinnig. Je praat mij dingen aan die ik niet heb gedaan. Ik heb die vrouwen niet vermoord. Hoe vaak moet ik je dat nog zeggen? Ik ben de verkeerde. Je moet die idiote Robert van Eijsden hebben, met wie Jacqueline het laatst knoeide.’

‘Die is voortvluchtig… zit vermoedelijk in Frankrijk.’

Karel grijnsde breed.

‘Jullie zoeken slecht. Ik zag hem van de week schuifelen op het Damrak in Amsterdam.’

Vledder zuchtte diep.

‘Hij sloeg niet door.’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Hij sloeg niet door,’herhaalde hij gelaten. ‘Ik heb hem maar weer laten gaan. Ik zag geen andere mogelijkheid.’

Hij keek naar Vledder op.

‘Ik hoop dat je het dit keer met mij eens bent. Ik heb beslist mijn uiterste best gedaan om hem tot een bekentenis te brengen.’

‘Je was geweldig goed,’sprak Vledder bewonderend. ‘Echt waar. Ik heb met spanning geluisterd. Je bracht argumenten naar voren waaraan ik geen moment heb gedacht… ijdelheid en hoogmoed. Hoe kom je erop?’

De Cock schonk hem een matte glimlach.

‘Het is mij niet aan komen waaien. Ik heb in mijn lange loopbaan bij de recherche een paar moorden behandeld waarbij ijdelheid, hoogmoed en gekrenkte trots een grote rol speelden.’

‘Vandaar.’

Вы читаете De Cock en moord op bestelling
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату
×