Vledder schoot in de lach.

“Roodborstje?”

De Cock bleef serieus.

“Ze droeg altijd een strak rood truitje. Ik weet nog dat de inhoud daarvan mij machtig intrigeerde.”

“Het is niets geworden?”

De Cock schudde zijn hoofd en liep verder. Voor de bruingelakte toegangsdeur tot perceel 457 bleven ze staan. De Cock bekeek het tableau met de naamplaatjes van de bewoners. Bij de bouton van de eerste etage stond J. van de Gouwenaer in zwarte, verzonken letters. De oude rechercheur hield de wijsvinger van zijn rechterhand boven de bouton; se-condelang. De oude rechercheur drukte niet. Er was iets dat hem ervan weerhield. Een vreemd gevoel van onrust en angst maakte zich van hem meester. Het ritme van zijn hartslag zwiepte omhoog.

Vledder keek hem van terzijde aan.

“Wat is er?”

De Cock antwoordde niet. Hij nam uit een steekzak van zijn regenjas het apparaatje dat hij eens, lang geleden, van zijn vriend en ex-inbreker Handige Henkie had gekregen en koos met kennersblik de juiste sleutelbaard. Vledder stootte een elleboog in zijn zijde.

“Waarom bel je niet gewoon?”

In zijn stem klonk ergernis.

De Cock negeerde de vraag. Met een strak gezicht hanteerde de grijze speurder het apparaatje en in luttele seconden had hij de deur van het slot. Met zijn knie drukte hij de deur verder open en vanaf een klein portaal hees hij zijn negentig kilo zacht kreunend langs een vettige leuning omhoog. Vledder volgde met lichte tred.

“We krijgen hier nog eens een groot gedonder mee,” mopperde hij.

“Het is ook volkomen onwettig wat jij steeds met dat apparaatje doet en deze keer ook volkomen onnodig. Je had gewoon kunnen bellen.”

De Cock ging aan de opmerking van zijn jonge collega voorbij. Hij kende de bezwaren die Vledder tegen het gebruik van het apparaatje van Handige Henkie koesterde. Op het portaaltje van de eerste etage bekeek De Cock de half openstaande toegangsdeur tot de woning. Er waren geen sporen van braak of verbreking. Met de punt van zijn schoen schoof hij de deur verder open.

De deur leidde, zoals bij vele oude Amsterdamse woningen, naar een rommelige keuken. Op het granieten aanrechtblad stonden een bord met etensresten en een paar vuile pannen.

Vledder gebaarde om zich heen.

“Het lijkt wel iets op de slordige keuken van broer Jasper in de Haarlemmer Houttuinen.”

De Cock gaf geen commentaar. Vanuit de keuken liep hij de lichte huiskamer binnen.

De scherpe blik van de oude rechercheur gleed door het smalle, te overdadig gemeubileerde vertrek met staande schemerlampen rondom.

Op een lage, vierkante, eikenhouten tafel met bolvormige poten stond een hoog glas half gevuld met verschaald bier. Rondom de lage tafel stonden vier zware, eikenhouten fauteuils met kussens overtrokken met een kleurige, grove wollen stof in opzichtige motieven van knalgele zonnebloemen. Op de bruine laminaatvloer ontwaarde hij tussen twee verschoven fauteuils het lichaam van een grote, zwaargebouwde man. Hij lag op zijn buik. Door het vlasblonde haar schemerde een kalende kruin. De machtige armen van de man lagen schuin gespreid langs zijn lichaam. Zijn vingers boven de handpalmen waren sterk gekromd.

In zijn rug, iets onder het linkerschouderblad in een kring van donkerrood bloed, stak in een zwarte trui het heft van een zware dolk.

Vledder stapte langs De Cock. Hij bukte zich over de man heen en bezag het vlasblonde haar, de zwarte trui en de gebleekte spijkerbroek.

De Cock herkende aan het schokken van de rug van Vledder dat zijn jonge collega hevig schrok. Nog in gebukte houding keek de jonge rechercheur schuin naar De Cock omhoog.

“Het is…”

hijgde hij, “het is Joost van de Gouwenaer.”

De Cock knikte kort.

“Net als Jasper…met een dolksteek afgemaakt.”

10

Vledder kwam met een ruk uit zijn gebukte houding omhoog. Zijn gelaat zag rood. Zichtbaar geirriteerd wees hij in de richting van het slachtoffer.

“Snap jij,” gromde hij, “dat zo’n grote, sterke kerel zich laat verrassen door een dolksteek?”

De Cock maakte een hulpeloos gebaar.

“We kennen de omstandigheden niet,” sprak hij onzeker.

“Maar het is zonder meer duidelijk dat Joost van de Gouwenaer ervan overtuigd was dat hij van zijn bezoeker of bezoekster geen kwaad of onheil had te duchten. De man of vrouw die hem bezocht, was voor hem vertrouwd…iemand met wie hij vermoedelijk heel vriendschappelijk omging.”

Vledder schudde vertwijfeld zijn hoofd.

“Het is voor mij echt onbegrijpelijk. Joost wist toch wat er met zijn broer was gebeurd.”

De Cock knikte.

“Je bedoelt,” sprak hij instemmend, “dat dit hem extra waakzaam had moeten maken.”

“Precies.”

De Cock gebaarde naar het bierglas op tafel.

“Joost heeft met hem of haar gewoon gezellig een glas bier gedronken.”

Vledder reageerde verrast.

“Waar is dat tweede glas dan?”

De Cock knikte traag voor zich uit.

“Daar heb ik me bij de moord op Jasper ook al het hoofd over gebroken. Ook daar stond op de tafel maar een glas. Ik denk dat de moordenaar of moordenares na de daad het glas heeft meegenomen.”

“Omdat daarop vingerafdrukken stonden?”

De Cock reageerde instemmend.

“Absoluut. De dader kon bij het bier drinken geen handschoenen dragen. Uitgesloten. Dat had bij zowel Jasper als Joost van de Gouwenaer verwondering of argwaan gewekt.”

Vledder knikte begrijpend.

“Jij denkt dat de dader pas handschoenen droeg op het moment dat de dolk werd gehanteerd.”

De Cock grijnsde.

“Op de dolk in de rug van Jasper werden geen vingerafdrukken gevonden.”

Vledder gebaarde om zich heen.

“De omstandigheden hier zijn vrijwel identiek aan de moord op Jasper. Ook hier een opengebroken bureau en overhoop gehaalde kasten.”

De Cock schudde zijn hoofd en wees voor zich uit.

“Dat is geen gewoon bureau. Dat is een ouderwetse secretaire. Zo zie je er niet veel meer.”

Vledder reageerde nukkig.

“Het wordt als bureau gebruikt en er is in gezocht.”

De Cock zuchtte.

“Ja, er is in gezocht. Zonder twijfel. En als wij wisten waarnaar de dader heeft gezocht, dan waren wij met ons onderzoek een stuk verder.”

Vledder trok een denkrimpel in zijn voorhoofd.

“Weet je welke gedachte ineens bij mij opkomt?”

“Nou?”

“Zouden de moorden op Jasper en Joop van de Gouwenaer verband houden met de periode dat de broertjes nog gewoon Jans-zen heetten?”

Вы читаете De Cock en een veld papavers
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату
×