Patrick Nederveldt glimlachte.

‘Mijn zuster Nanette is trouw in haar geloof. Fanatiek. En in wezen niet dom.’

‘Haar kwalificatie benadert de waarheid?’

‘In zekere zin.’

De Cock spreidde zijn handen.

‘Dan begrijpt u beslist waarom ik, als rechercheur belast met het onderzoek, brand van verlangen om met u over de dood van Alida van Boskoop te praten?’

‘Dat begrijp ik,’ antwoordde Patrick rustig. ‘Ik had ook een dezer dagen een invitatie van uw verwacht.’

‘Ik nodig u uit om met mij mee te gaan naar het politiebureau aan de Warmoesstraat.’

Patrick keek hem strak aan.

‘U arresteert mij?’

‘Waarvoor?’

‘Moord?’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Heb ik over een arrestatie gesproken?’

‘Nee.’

‘Maar gezien een paar door u gedane uitspraken, zou ik u inzake de gewelddadige dood van Alida van Boskoop als een verdachte kunnen beschouwen.’

Patrick keek hem uitdagend aan.

‘En dat doet u… mij beschouwen als verdachte?’

De Cock trok zijn schouders op.

‘Misschien… na ons gesprek.’

De oude rechercheur liet zijn blik over de atletische gestalte van de jongeman dwalen.

‘U bent ongetwijfeld sneller ter been dan ik,’ sprak hij berustend. ‘U zou vanaf nu bij mij vandaan kunnen lopen. Een poging van mij om u te achterhalen, is bij voorbaat vruchteloos.’

De Cock grinnikte.

‘Aan zo’n poging zou ik mij ook niet wagen. U kunt ook weigeren om met mij mee te gaan naar de Warmoesstraat. Dat zijn twee opties.’

Patrick grinnikte.

‘En als ik een van die opties kies?’

‘Dan analyseer ik dat als een vorm van schuld en beschouw u vanaf dat moment als verdachte.’

Patrick aarzelde even. Hij wees voor zich uit de gang in. ‘Mag ik afscheid nemen van Beatrijs?’

‘A fscheid?’

Patrick knikte.

‘Ik weet niet of u mij straks in de Warmoesstraat vasthoudt.’ ‘Verwacht u dat?’

Er krulde een glimlach om de lippen van Patrick Nederveldt. ‘Het zou niet de eerste keer zijn dat de recherche inzake een moord de verkeerde man pakt.’

De Cock negeerde de opmerking. Hij keek de jongeman schattend aan.

‘Beatrijs, hoe weet u dat zij hier is?’

Patrick zuchtte.

‘Ik heb haar gisteravond in Putten gebeld. Ik kreeg haar direct aan de telefoon. Ze vertelde me dat ze vandaag aan de Brouwersgracht zou zijn.’

De Cock plukte aan het puntje van zijn neus.

‘Beatrijs,’ sprak hij nadenkend. ‘Nu de beide belemmeringen uit de weg zijn geruimd, staat een tweede huwelijk niets meer in de weg.’

Het gezicht van Patrick verstarde. Hij keek met toegeknepen lippen naar de grijze speurder op.

‘Ik begrijp uw toespeling.’

Vledder kwam de grote recherchekamer binnen en liet zich in zijn stoel achter zijn bureau zakken.

‘Ik snap nu,’ verzuchtte hij, ‘waarom volgens de wet op de lijkbezorging iemand binnen vijf dagen begraven of gecremeerd moet zijn. Mensen, mensen, wat een lucht. Toen dokter Rusteloos de maag- en darminhoud inspecteerde, had ik moeite om een neiging tot vluchten te onderdrukken. Ik dacht dat ik onwel werd. Die oude Rusteloos ruikt dat blijkbaar niet meer.’

De Cock lachte.

‘Hij is immuun geworden voor die lijkenluchtjes.’

‘Dat geloof ik vast.’

‘Wat was zijn mening?’

‘Waarover?’

‘De doodsoorzaak.’

‘Verwurging.’

‘Gebroken kraakbeenringetjes?’

‘Volgens dokter Rusteloos moeten het krachtige handen zijn geweest. Sommige kraakbeenringetjes waren zelfs op meerdere plekken gebroken. En hoe ben jij gevaren aan de Brouwersgracht?’

De Cock zuchtte.

‘Met blote voeten en gekleed in het fraaie bloedrode gewaad met de tekens van de dierenriem hing Angela van Boskoop aan een deskundig geknoopte strop.’

‘Waar?’

‘Aan de deur van de wachtkamer naar de behandelkamer.’ ‘Aan de kant van de behandelkamer?’

‘Vrijwel op dezelfde plek als waar haar moeder veertien dagen geleden hing.’

‘Gewurgd en daarna opgehangen?’

‘Precies. De modus operandi verschilt in geen enkel opzicht.’ ‘Patrick Nederveldt,’ siste Vledder. ‘Zijn tweede moord.’ ‘Die overtuiging heb je?’

‘Absoluut.’

De Cock grijnsde breed.

‘Ik heb een verrassing voor je… Patrick Nederveldt zit hier in het bureau.’

Vledder keek hem met grote ogen aan.

‘Je hebt hem gearresteerd?’ riep hij verrast. ‘Waar? Wanneer?’ De Cock schudde zijn hoofd.

‘Niet gearresteerd.’

‘Hoe komt hij dan hier?’

‘Vanaf de Brouwersgracht met mij meegelopen, op basis van vrijwilligheid.’

‘Hij zit niet in de cel?’

‘Hij zit in het verhoorkamertje te wachten tot jij hem gaat verhoren.’

‘Ik?’

De Cock knikte.

‘Jij bent toch overtuigd van zijn schuld.’

Vledder keek hem onderzoekend aan.

‘Heb je hem niet verhoord?’

‘Niet echt. Ik heb met hem gebabbeld. Die vrijwilligheid heb ik een beetje afgedwongen. Ik heb hem gezegd dat ik hem als verdachte zou beschouwen als hij van mij weg zou lopen of zou weigeren om met mij mee te gaan.’

‘En daar ging hij op in?’

De Cock knikte.

‘Anders was hij hier niet. Blijkbaar wil hij geen verdachte zijn.’ Vledder reageerde fel.

‘Maar Patrick Nederveldt is wel degelijk verdachte. Zonneklaar. Alles wijst in zijn richting. Om de zaak rond te maken, hebben we alleen nog een bekentenis van hem nodig.’

De Cock kwam uit zijn stoel overeind. Hij wees naar de deur van het verhoorkamertje.

‘Daar zit Patrick Nederveldt,’ sprak hij gelaten. ‘Ga je gang.’ Vledder keek hem geschrokken aan.

‘Wat doe jij?’

De Cock keek op zijn horloge.

‘Het is tijd voor de lunch. Ik pak een broodje gezond in de kantine.’

Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату
×