Larry Niven

Ringwereld

Louis Wu…

In het middernachtelijk hart van Beiroet, in een van het rijtje openbare transfercabines, werd Louis Wu in een flits tastbaar. Zijn dertig centimeter lange vlecht was glanzend wit, als kunstsneeuw. Zijn huid en zijn geepileerde schedel waren chroomgeel, de irissen van zijn ogen goudkleurig, zijn gewaad koningsblauw met daaroverheen geprojecteerd een steroptische draak van goud. Op het moment dat hij verscheen stond hij breed te glimlachen en liet daarbij zijn volmaakte parelwitte standaardtanden zien. Hij lachte en wuifde. Maar de glimlach vervloog al en even later was hij verdwenen; zijn gezicht zakte af als een rubber masker dat wegsmelt. Je zag Louis Wu zijn leeftijd aan.

Enkele ogenblikken keek hij naar Beiroet dat langs hem stroomde, naar de mensen die uit onbekende oorden de cabines kwamen binnenflitsen, naar de menigte die te voet langs hem golfde nu de roltrottoirs voor de nacht waren stilgezet. Toen begonnen de klokken drieentwintig uur te slaan. Louis Wu rechtte zijn schouders en stapte naar buiten om zich bij de wereld te voegen.

In Resht, waar zijn feest nog op volle sterkte aan de gang was, was het al de morgen na zijn verjaardag. Hier in Beiroet was het een uur vroeger. In een zwoel openluchtrestaurant gaf Louis rondjes raki weg en zette hij de mensen aan liedjes te zingen in het Arabisch en het Interwerelds. Hij vertrok voor middernacht naar Boedapest.

Zouden ze al gemerkt hebben dat hij van zijn eigen verjaarsfeest was weggelopen? Ze zouden natuurlijk denken dat hij met een vrouw was weggegaan en dat hij na een paar uur weer terug zou komen. Maar Louis Wu was alleen vertrokken. Hij vluchtte voor de middernachtgrens uit, op de hielen gezeten door de nieuwe dag. Vierentwintig uren waren niet lang genoeg voor iemands tweehonderdste verjaardag.

Ze konden het best vieren zonder hem: Louis’ vrienden konden zich uitstekend redden. Wat dat betrof week Louis nimmer van zijn principes af.

In Boedapest vond hij wijn en acrobatische dansen, een bevolking die hem tolereerde als een toerist met veel geld en toeristen die meenden dat hij een rijke ingezetene was. Hij danste hun dansen en dronk hun wijn en vertrok voor middernacht.

In Cairo ging hij wandelen.

De lucht was warm en schoon, ze vaagde de nevels een beetje uit zijn hoofd. Hij wandelde over de helder verlichte roltrottoirs en voegde zijn eigen tempo toe aan hun vijftien kilometer per uur. Op dat moment viel het hem in dat alle steden over de hele wereld roltrottoirs hadden en dat ze allemaal een snelheid hadden van vijftien kilometer per uur.

Die gedachte was onverdraaglijk. Niet nieuw, maar onverdraaglijk. Louis Wu zag hoe door en door Cairo op Munchen leek en op Greenwich … en op San Francisco en Topeka en Londen en Amsterdam. De winkels langs de troittoirs verkochten in alle steden van de wereld precies dezelfde produkten. De mensen die hij vanavond tegenkwam, zagen er allemaal hetzelfde uit en gingen allemaal op dezelfde manier gekleed. Het waren geen Amerikanen of Duitsers of Egyptenaren, maar gewoon vlakIanders.

Dit hadden in drieeneenhalve eeuw de transfercabines gedaan met de oneindige verscheidenheid van de Aarde. Ze omspanden de wereld met hun net van ogenblikkelijke verplaatsing. Het verschil tussen Moskou en Sydney was een ogenblikje en een muntstuk ter waarde van een tiende ster. Onvermijdelijk waren de steden door de eeuwen heen op elkaar gaan lijken, totdat plaatsnamen nog slechts herinneringen aan het verleden waren.

San Francisco en San Diego vormden de noordelijke en zuidelijke uiteinden van een enorme kuststad, maar hoeveel mensen wisten tegenwoordig nog waar noord en waar zuid lag? Drigg weinig maar. Wat een pessimistische gedachten op je tweehonderdste verjaardag.

Maar het vervagen van de steden was werkelijkheid. Louis had het zien gebeuren. Al die kleine rare trekjes van plaats en tijd en traditie waren versmolten tot een saaie grijze brij die over de hele wereld was uitgesmeerd. Sprak er tegenwoordig nog iemand Deutsch, English, Francais of Espanol? Iedereen sprak Interwerelds. De mode in lichaamsbeschilderingen bijvoorbeeld kon van iene dag op de andere omslaan over de hele wereld, in een gigantische monsterlijke omwenteling.

Werd het tijd dat hij er weer een jaartje tussenuit trok? Het onbekende tegemoet in een enkelschip, met huid en haar en ogen in zijn eigen kleur, en een baard die in het wilde weg mocht groeien? ‘Doe niet zo gek,’ zei Louis tegen zichzelf. ‘Ik ben net terug van groot verlof.’ Dat was twintig jaar geleden geweest.

Maar het liep alweer tegen middernacht. Louis Wu zocht een transfercabine op, stopte zijn betaalpas in de gleuf en draaide het nummer van Teheran.

Hij kwam uit in een zonverlichte kamer.

‘Drigg nog aan toe,’ zei hij verwonderd en knipperde met zijn ogen. De transfercabine had zeker kortsluiting gemaakt of zo. In Teheran hoorde de zon helemaal niet te schijnen. Louis Wu wilde nog eens het nummer van Teheran draaien en keerde zich om, maar toen draaide hij zich opnieuw om, en zijn mond viel open. Hij bevond zich in een volslagen anonieme hotelkamer en die omgeving was zo prozaisch, dat de andere aanwezige des te schokkender overkwam.

Tegenover hem, midden in de kamer, bevond zich een wezen dat mens noch humanoide was. Het stond op drie benen en het keek Louis Wu van twee kanten tegelijk aan, met twee platte hoofden die aan het eind van soepele, slanke halzen zaten. Het grootste gedeelte van zijn nogal onthutsende gestalte was met witte fluweelzachte huid bedekt, maar vanaf het punt tussen de twee halzen ontsprong een dichte, grove, bruine manendos, die langs de ruggegraat liep en het ingewikkelde heupgewricht van het derde been bedekte. De twee voorbenen stonden wijd uit elkaar, zodat de kleine klauwhoefjes van het beest een bijna gelijkzijdige driehoek vormden.

Louis begreep dat dit een buitenaards wezen was. In die platte hoofden was geen plaats voor hersenen. Maar hij zag wel een bult zitten tussen de aanzet van de twee halzen, op de plaats waar de manen een dikke beschermende laag vormden … en toen kwam er een herinnering bovendrijven van honderdtachtig jaar geleden. Dit was een poppenspeler, een Piersons poppenspeler. De schedel en de hersenen zaten onder die bult. Het was geen dier, het wezen was minstens even intelligent als de mens. En zijn ogen — in elk hoofd een, gevat in diepe benen oogkassen — staarden Louis Wu strak aan, van twee kanten.

Louis rammelde aan de deur. Die was gesloten.

Hij was niet opgesloten. Hij kon zo een nummer draaien en verdwijnen. Maar die gedachte kwam niet bij hem op. Je komt niet elke dag een Piersons poppenspeler tegen. Hun ras was al langer uit de verkende ruimte verdwenen dan Louis Wu geleefd had.

Louis vroeg: ‘Kan ik iets voor u doen?’

‘Dat kunt u,’ zei de vreemdeling …

… met een stem die tieners in vuur en vlam kon zetten. Als Louis zich bij die stem een vrouw had moeten voorstellen dan zou dat Cleopatra, Helena van Troje, Marilyn Monroe en Lorelei Huntz tegelijk zijn geweest.

‘Drigg!’ Die verwensing kwam hem nu meer dan ooit gepast voor. ‘D’r is geen gerechtigheid.’ Dat zo’n stem aan een tweehoofdige buitenaardse van onbestemd ras moest toebehoren!

‘Wees niet bevreesd,’ zei de vreemdeling. ‘Weet dat u kunt ontsnappen als het nodig mocht zijn.’

‘We hadden op school afbeeldingen van wezens als u. Jullie zijn al een hele tijd weg … dat dachten we tenminste.’

‘Toen mijn volk uit de verkende ruimte wegvluchtte, was ik daar niet bij,’ antwoordde de poppenspeler. ‘Ik ben in de verkende ruimte gebleven, omdat mijn volk mij hier nodig had.’

‘Waar hebt u zich dan schuilgehouden? En waar op Aarde zijn we eigenlijk?’

‘Daar behoeft u zich het hoofd niet over te breken. U bent Louis Wu MMGREWPLH?’

‘Dat wist u dus? Moest u mij speciaal hebben?’

‘Ja. Het is ons mogelijk gebleken het netwerk van transfercabines op deze wereld te manipuleren.’

Dat kon inderdaad, besefte Louis. Het zou een fortuin aan steekpenningen kosten, maar het kon. Maar …

Вы читаете Ringwereld
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату