De ‘ze’ in kwestie waren wat Droesjnakovi noemde de ‘echte’ wachters, de mannen in uniform.

‘Aral zal het niet erg vinden. Alle anderen die bezwaren hebben, moeten die maar met hem bespreken. Als ze durven.’ Cordelia grijnsde, en Droesjnakovi grijnsde terug en stormde weg. Aral kwam naast haar zitten en ze vertelde hem over haar plan. Hij trok een wenkbrauw op. ‘Betaanse innovaties? Nou ja, waarom ook niet? Maar wees voorbereid op plagerijen.’

‘Ik ben voorbereid. Maar ze zullen niet zo geneigd zijn om grappen te maken als ze er een paar van hen kan verslaan. Ik denk dat ze dat kan; op Kolonie Beta zou dat meisje zo langzamerhand commando-officier zijn. Al dat natuurtalent wordt verspild met de hele dag achter mij aan kuieren. En als ze het niet kan, nou, dan zou ze mij eigenlijk niet moeten bewaken, toch?’ Ze keek hem aan.

‘Daar zit wat in… Ik zal ervoor zorgen dat Kodelka haar in de eerste ronde tegen iemand van haar eigen lengte en gewicht laat uitkomen. In absolute termen is ze aan de kleine kant.’

‘Ze is groter dan jij.’

‘Langer. Volgens mij ben ik wel wat kilootjes zwaarder dan zij. Hoe dan ook, jouw wens is mijn bevel. Oef.’ Hij klauterde weer overeind en ging Droesjnakovi laten bijschrijven op Kodelka’s lijst. Cordelia kon niet horen wat ze tegen elkaar zeiden, aan de andere kant van de tuin, maar verzon haar eigen dialoog bij de gebaren en gelaatsuitdrukkingen. Ze mompelde: ‘Aral: Cordelia wil dat Droe meedoet. Ko: Jakkes! Wie wil er nou meisjes? Aral: Lastig. Ko: Ze verpesten alles, en bovendien huilen ze altijd. Sergeant Bothari zal haar tot pulp malen — hm, ik hoop dat dat inderdaad is wat dat gebaar betekent, anders word je obsceen, Ko, haal die grijns van je gezicht, Vorkosigan. Aral: Het vrouwtje staat erop. Je weet toch hoe ik onder de plak zit. Ko: Nou, vooruit dan. Pfff. Missie geslaagd; de rest moet je zelf doen, Droe.’ Vorkosigan voegde zich weer bij haar. ‘Geregeld. Ze zal beginnen tegen een van vaders mannen.’

Droesjnakovi kwam terug, gekleed in een wijde sportbroek en een tricotshirt, een tenue dat zoveel mogelijk leek op de trainingspakken van de mannen als haar garderobe toestond. De graaf kwam naar buiten om te overleggen met sergeant Bothari, de aanvoerder van zijn team, en een plekje bij hen te vinden om zijn botten te warmen in de zon. ‘Wat is dat?’ vroeg Pjotr toen Kodelka Droesjnakovi’s naam riep voor het tweede koppel dat aan de beurt was. ‘Importeren we tegenwoordig Betaanse gewoontes?’

‘Het meisje is een natuurtalent,’ verklaarde Vorkosigan. ‘Bovendien heeft ze de oefening net zo hard nodig als alle anderen, of meer nog, want ze heeft de belangrijkste taak van allemaal.’

‘Straks wil je nog vrouwen in het leger,’ mopperde Pjotr. ‘Waar houdt het op? Dat zou ik weleens willen weten.’

‘Wat is er mis met vrouwen in het leger?’ vroeg Cordelia, om hem een beetje op stang te jagen.

‘Het is niet krijgskundig,’ snauwde de oude man. ‘ “Krijgskundig” is alles waarmee je de oorlog wint, zou ik zeggen.’ Ze glimlachte minzaam. Een vriendelijk waarschuwend kneepje van Vorkosigan weerhield haar ervan langer op het punt door te gaan. Dat was ook niet nodig. Pjotr draaide zich om om naar zijn kandidaat te kijken en zei alleen: ‘Hmf.’

De man van de graaf was zo onvoorzichtig om zijn tegenstander te onderschatten en voor die vergissing ging hij tegen de grond. Daar werd hij een stuk oplettender van. De toeschouwers schreeuwden rauw commentaar. Bij de volgende val drukte hij haar tegen de grond. ‘Vond je niet dat Kodelka een beetje snel telde?’ vroeg Cordelia terwijl de kandidaat van de graaf Droesjnakovi overeind liet komen na de beslissing.

‘Hm. Misschien,’ zei Vorkosigan op neutrale toon. ‘Ze houdt zich ook een beetje in, valt me op. Ze zal nooit in de volgende ronde komen als ze dat blijft doen in dit gezelschap.’ Bij de volgende confrontatie, de beslissende voor twee uit drie, gebruikte Droesjnakovi met succes een armklem, maar ze hield hem niet vol.

‘O, wat jammer,’ mompelde de graaf vrolijk.

‘Je had hem niet moeten laten glippen!’ riep Cordelia, die steeds meer werd meegesleept. De kandidaat van de graaf maakte een zachte en slordige tuimeling. ‘Grijp in, Ko!’ Maar de scheidsrechter, op zijn stok geleund, liet het gaan. Hoe dan ook, Droesjnakovi zag een gelegenheid voor een verwurging en greep die aan. ‘Waarom geeft hij niet op?’ vroeg Cordelia.

‘Hij gaat liever van zijn stokje,’ antwoordde Aral. ‘Dan hoeft hij zijn vrienden niet aan te horen.’

Droesjnakovi begon onzeker te kijken toen het gezicht dat ze onder haar arm klemde donkerpaars werd. Cordelia zag dat ze hem los ging laten en sprong op om te schreeuwen: ‘Hou vol, Droe! Laat je niet voor de gek houden!’ Droesjnakovi verstevigde haar greep, en de gestalte hield op met tegenspartelen.

‘Vooruit, beslis, Kodelka,’ riep Pjotr terwijl hij droevig zijn hoofd schudde. ‘Hij moet vanavond nog wachtlopen.’ En dus ging de ronde naar Droesjnakovi.

‘Goed werk, Droe!’ zei Cordelia toen Droesjnakovi bij hen terugkeerde. ‘Maar je moet echt agressiever zijn. Laat je moordenaarsinstincten de vrije loop.’

‘Dat vind ik ook,’ zei Vorkosigan onverwachts. ‘Die kleine aarzeling die je hebt, kan dodelijk zijn… en niet alleen voor jezelf.’ Hij keek haar strak aan. ‘Je oefent hier voor het echte werk, hoezeer we ook allemaal hopen dat zo’n situatie zich nooit zal voordoen. De volledige inzet die je dan nodig hebt, moet volkomen automatisch komen.’

‘Ja, meneer. Ik zal het proberen, meneer.’

In de volgende ronde kwam sergeant Bothari uit, die zijn tegenstander tweemaal snel na elkaar tegen de grond drukte. De verslagene kroop het strijdperk uit. Er werden nog een paar ronden gespeeld en toen was het weer Droesjnakovi’s beurt, deze keer tegen een van III-yans mannen.

Ze pakten elkaar vast, en in de worsteling porde hij haar doeltreffend tussen de billen, wat het publiek een fluitconcert ontlokte. Doordat ze kwaad en afgeleid was, kon hij haar uit haar evenwicht trekken en fatsoenlijk ten val brengen.

‘Zag je dat?’ riep Cordelia tegen Aral. ‘Dat was een smerige truc!’

‘Hm. Maar het was niet een van de acht verboden stoten. Je zou hem er niet om kunnen diskwalificeren. Niettemin…’ Hij gebaarde naar Kodelka voor een onderbreking en riep Droesjnakovi bij zich voor een onderonsje.

‘We hebben die por gezien,’ mompelde hij. Haar mond was strak en haar gezicht rood. ‘Aangezien je voor mevrouw uitkomt, is een belediging van jou tot op zekere hoogte een belediging van haar. En een heel slecht precedent. Ik wil dat je tegenstander buiten bewustzijn is als hij de ring verlaat. Hoe je dat doet, is jouw probleem. Je mag dit als een bevel beschouwen, als je wilt. En maak je ook maar geen onnodige zorgen over gebroken botten,’ voegde hij er onbekommerd aan toe.

Droesjnakovi liep terug naar het strijdperk met een glimlachje op haar gezicht en met half dichtgeknepen, fonkelende ogen. Ze liet een schijnbeweging volgen door een bliksemsnelle trap tegen de kaak van haar tegenstander, een stomp in zijn buik en een lage slag tegen zijn knieen, waardoor hij met een bons op de mat terechtkwam. Hij stond niet meer op. Er volgde een enigszins geschokte stilte. ‘Je had gelijk,’ zei Vorkosigan. ‘Ze hield zich inderdaad in.’ Cordelia glimlachte zelfvoldaan en installeerde zich wat gemakkelijker. ‘Dat dacht ik al.’

De volgende ronde voor Droesjnakovi was de halve finale, en het lot besliste dat haar tegenstander sergeant Bothari was. ‘Hm,’ mompelde Cordelia tegen Vorkosigan. ‘Ik ben niet zeker van de psychodynamiek hiervan. Is het veilig? Voor allebei, bedoel ik, niet alleen voor haar. En niet alleen lichamelijk.’

‘Ik denk het wel,’ antwoordde hij net zo zacht. ‘Het leven in dienst van de graaf is een aangename, rustige routine geweest voor Bothari. Hij heeft zijn medicatie steeds genomen. Ik denk dat hij in vrij goede vorm is op het ogenblik. En de sfeer van de oefenring is veilig en bekend voor hem. Er is meer spanning voor nodig dan Droe kan leveren om hem door het lint te laten gaan.’

Cordelia knikte gerustgesteld en ging eens goed zitten om de slachtpartij te aanschouwen. Droesjnakovi leek nerveus. Het begin was langzaam; Droesjnakovi concentreerde zich erop om buiten het bereik van Bothari te blijven. Terwijl hij om het strijdperk liep om alles goed te kunnen zien, drukte luitenant Kodelka per ongeluk op de knop van zijn degenstok en de schede schoot de bosjes in. Bothari werd een ogenblik afgeleid en Droe sloeg toe, laag en snel. Bothari kwam met een flinke klap neer, maar hij liet zich zonder noemenswaardige pauze direct weer op zijn voeten rollen. ‘Goeie mep!’ schreeuwde Cordelia opgetogen. Droe keek net zo verbaasd als alle anderen. ‘Beslis, Ko!’

Luitenant Kodelka fronste zijn wenkbrauwen. ‘Het was geen eerlijke slag, mevrouw.’ Een van de mannen van de graaf bracht de schede terug en Kodelka schoof hem weer om het wapen. ‘Het was mijn schuld. Oneerlijke afleiding.’

‘Daarnet noemde je het anders geen oneerlijke afleiding,’ wierp Cordelia tegen.

Вы читаете De planeet Barrayar
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату
×