droeg een grote reistas en keek met grote ogen nieuwsgierig om zich heen.

‘Kapitein Negri wijst juffrouw Droesjnakovi toe aan de gemalin van de regent, voor haar persoonlijke veiligheid,’ verklaarde Illyan in het kort. Aral knikte goedkeurend.

Later gaf Droesjnakovi Cordelia een verzegelde brief op dik roomkleurig papier. Met opgetrokken wenkbrauwen verbrak Cordelia het zegel. Het handschrift was klein en netjes, de handtekening leesbaar en zonder tierelantijnen.

Met mijn groeten. Ze zal je goed bevallen. Kareen.

TWEE

Toen Cordelia de volgende ochtend wakker werd, was Vorkosigan al vertrokken en stond ze voor haar eerste dag op Barrayar zonder zijn gezelschap en steun. Ze besloot die te besteden aan het winkelproject dat bij haar was opgekomen toen ze Kodelka gisteravond moeizaam de wenteltrap had zien beklimmen. Ze vermoedde dat Droesjnakovi de ideale inheemse gids zou zijn voor wat ze in gedachten had. Ze kleedde zich aan en ging op zoek naar haar lijfwacht. Die was niet moeilijk te vinden; Droesjnakovi zat in de hal, vlak bij de deur van de slaapkamer, en sprong in de houding toen Cordelia verscheen. Het meisje zou eigenlijk een uniform moeten dragen, dacht Cordelia. De jurk die ze droeg gaf haar bijna een meter tachtig lange gestalte en uitstekende musculatuur een zwaar aanzien. Cordelia vroeg zich af of ze, als gemalin van de regent, recht zou hebben op een eigen livrei, en hield zichzelf gedurende het ontbijt in gedachten bezig met het ontwerpen van een pak dat de Walkureachtige schoonheid van het meisje zou doen uitkomen.

‘Weet je dat jij de eerste vrouwelijke Barrayaraanse wacht bent die ik heb ontmoet?’ zei Cordelia terwijl ze haar koffie dronk en haar ei at, en een soort gestoomde grutten met boter, blijkbaar een hoofdbestanddeel van het ontbijt hier. ‘Hoe ben je in dit werk terechtgekomen?’

‘Nou, ik ben geen echte wacht, zoals de geuniformeerde mannen…’ Ah, daar waren de magische uniformen weer.

‘… maar mijn vader en alle drie mijn broers zitten in het leger. Hiermee ben ik dan wel geen echte militair, zoals u, maar ik kom er toch zo dicht mogelijk bij.’

Gek op het leger, net als de rest van Barrayar. ‘Ja?’

‘Als kind deed ik aan judo. Maar ik was te groot voor de vrouwengroepen. Niemand kon me echt tegenstand bieden, en bovendien was het heel saai om alleen maar kata’s te doen. Mijn broers smokkelden me vaak mee de mannengroepen in. Van het een kwam het ander. Ik ben twee jaar achter elkaar kampioene van heel Barrayar geweest, toen ik nog op school zat. Toen heeft drie jaar geleden een man van de staf van kapitein Negri mijn vader benaderd om me een baan aan te bieden. Daarna heb ik wapens leren gebruiken. Blijkbaar vroeg de prinses al jarenlang om vrouwelijke lijfwachten, maar ze konden niemand vinden die slaagde voor alle tests.’ Ze glimlachte bescheiden. ‘Hoewel ik me niet kan voorstellen dat de dame die admiraal Vorrutyer heeft gedood mijn nederige diensten nodig heeft.’

Cordelia hield haar kiezen op elkaar. ‘Hmm. Ik heb gewoon geluk gehad. Bovendien blijf ik nu liever uit de buurt van dat soort lichamelijke activiteiten. Ik ben in verwachting, weet je.’

‘Ja, mevrouw. Het stond in een van kapitein…’

‘Negri’s rapporten,’ zo vulde Cordelia de zin samen met haar aan. ‘Dat zal wel. Hij wist het waarschijnlijk eerder dan ik.’

‘Ja, mevrouw.’

‘Werd je aangemoedigd in je hobby’s, als kind?’

‘Niet… echt. Iedereen vond me een beetje raar.’ Ze fronste diep en Cordelia had het gevoel dat ze een pijnlijke herinnering had opgeroepen.

Ze keek het meisje peinzend aan. ‘Oudere broers?’ Droesjnakovi beantwoordde haar blik met grote blauwe ogen. ‘Ja, inderdaad.’

‘Dat dacht ik al.’ En ik was bang voor wat Barrayar zijn zonen aandeed. Geen wonder dat ze niet gemakkelijk iemand kunnen vinden die slaagt voor de tests. ‘Dus je hebt geleerd wapens te hanteren. Uitstekend. Dan kun je vandaag mijn gids zijn als we gaan winkelen.’ Er trok een enigszins matte uitdrukking over Droesjnakovi’s gezicht. ‘Ja, mevrouw. Wat voor soort kleding wilt u bekijken?’ vroeg ze beleefd, maar ze slaagde er niet in haar diepe teleurstelling over de interesses van haar ‘echte’ vrouwelijke militair volledig te verbergen. ‘Waar zou je in deze stad naartoe gaan om een werkelijk goede degenstok te kopen?’

De matte uitdrukking verdween. ‘O, ik weet precies de juiste zaak, waar de Vor-officieren naartoe gaan, en de graven, om hun geuniformeerde manschappen uit te rusten. Dat wil zeggen, ik ben er nog nooit binnen geweest. Mijn familie is geen Vor, dus wij mogen natuurlijk geen eigen wapens dragen. Alleen degene die door het leger worden geleverd. Maar ik heb gehoord dat het de beste is.’

Een van de wachters in livrei van graaf Vorkosigan fungeerde als hun chauffeur. Cordelia ontspande zich en genoot van het uitzicht op de langszoevende stad. Droesjnakovi, die dienst had, bleef alert en haar blik streek voortdurend over de mensenmassa’s overal om hen heen. Cordelia had het gevoel dat haar niet veel ontging. Af en toe dwaalde haar hand naar de binnenkant van haar geborduurde bolero, om de bedwelmer te controleren die ze daar droeg.

Ze draaiden een keurige smalle straat in, met oudere gebouwen met gebeeldhouwde gevels. De wapenwinkel droeg alleen zijn naam, ‘Siegling’, in bescheiden gouden letters op de gevel. Als je niet wist waar je was, had je hier blijkbaar ook niets te zoeken. De man in livrei wachtte buiten terwijl Cordelia en Droesjnakovi de winkel binnengingen, een zaak met dikke tapijten op de vloer en een houten lambrisering, waar vaag de geur hing van het wapenmagazijn dat Cordelia zich herinnerde van haar verkenningsschip, een onverwacht vleugje vertrouwdheid op een onbekende plek. Ze keek heimelijk naar het houten beschot en vertaalde het in gedachten naar zijn waarde in Betaanse dollars. Heel veel Betaanse dollars. Maar hier leek hout bijna net zo gewoon te zijn als plastic, en net zo weinig aanzien te hebben. De handwapens die de leden van de hogere standen in hun bezit mochten hebben, waren smaakvol geetaleerd in vitrines en aan de muren. Afgezien van bedwelmers en jachtwapens was er een indrukwekkende verscheidenheid aan zwaarden en messen; blijkbaar verboden de strenge verordeningen van de keizer tegen duelleren alleen hun gebruik, niet het bezit ervan.

De verkoper, een oudere man met kleine oogjes en een sluipende tred, kwam naar hen toe. ‘Wat kan ik voor de dames doen?’ Hij was best vriendelijk. Cordelia vermoedde dat hier af en toe wel vrouwen uit de Vor- klasse kwamen, om een cadeautje te kopen voor hun mannelijke familieleden of vrienden. Maar hij had op dezelfde toon kunnen zeggen: wat kan ik voor de kinderen doen? Vernedering door lichaamstaal? Ze moest er maar niet verder over nadenken. ‘Ik zoek een degenstok voor een man van circa een meter negentig. Hij moet ongeveer, eh, zo lang zijn.’ Ze haalde zich de lengte van Kodelka’s armen en benen voor de geest en gebaarde ter hoogte van haar heup. ‘Met een schede met veerwerking, lijkt me.’

‘ja, mevrouw.’ De verkoper verdween en kwam terug met een exemplaar van rijkelijk bewerkt licht hout. ‘Een beetje… ik weet niet.’ Opzichtig. ‘Hoe werkt hij?’ De verkoper demonstreerde het veermechanisme. De houten schede viel op de grond en onthulde een lange dunne kling. Cordelia stak haar hand uit en de verkoper gaf haar met enige tegenzin de degen, zodat ze die kon inspecteren.

Ze liet hem een beetje heen en weer bewegen, tuurde langs de kling en gaf hem aan haar lijfwacht. ‘Wat vind je ervan?’ Eerst glimlachte Droesjnakovi, maar daarna fronste ze weifelend haar voorhoofd. ‘Hij is niet erg goed uitgebalanceerd.’ Ze wierp een onzekere blik op de verkoper.

‘Onthou dat je voor mij werkt, niet voor hem,’ zei Cordelia, die de werking van klassenbewustzijn juist inschatte. ‘Ik geloof niet dat het een erg goede kling is.’

‘Het is een uitstekend staaltje vakmanschap uit Darkoi, mevrouw,’ bracht de verkoper daar koel tegen in.

Glimlachend nam Cordelia hem weer over. ‘Laten we uw hypothese toetsen.’

Ze tilde de kling plotseling op tot in de saluutstand en deed een keurige uitval naar de muur. De punt drong in het hout en bleef vastzitten, en Cordelia leunde ertegen. De kling brak. Minzaam overhandigde ze de stukken aan de verkoper. ‘Hoe houdt u de zaak draaiende als uw klanten niet lang genoeg in leven blijven om nog eens terug te komen? Siegling heeft zijn reputatie in elk geval niet te danken aan het verkopen van dit soort speelgoed. Breng me een exemplaar dat door een echte militair gedragen kan worden, geen speeltje voor een pooier.’

Вы читаете De planeet Barrayar
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату
×