‘Zo spreek je toch niet over onze edele moeder?’ De man kwam naar voren, een toorts in zijn linkerhand. ‘Dit is nog afgrijselijker dan mijn cel in Stroomvliet, zij het iets minder klam.’
Even kon Tyrion geen adem krijgen. ‘Jij?’
‘Grotendeels wel.’ Jaime was broodmager, en zijn haar was heel kort gesneden. ‘Ik heb een hand in Harrenhal achtergelaten. Vader heeft wel eens betere ideeen gehad dan de Dappere Gezellen de zee-engte over te halen.’ Hij hief zijn arm op, en Tyrion zag de stomp.
Een blaffend, hysterisch gelach kwam over zijn lippen. ‘O, goden,’ zei hij. ‘Jaime, het spijt me vreselijk, maar… goeie goden, kijk ons nou toch eens. Handloos en Neusloos, de jongens Lannister.’
‘Er ware dagen dat mijn hand zo smerig rook dat ik liever neusloos was geweest.’ Jaime liet de toorts zakken, zodat het gezicht van zijn broer in het licht baadde. ‘Een indrukwekkend litteken.’
Tyrion wendde zich van de felle gloed af. ‘Ze hebben me een slag laten uitvechten zonder dat mijn grote broer er was om me te beschermen.’
‘Ik heb horen vertellen dat je de stad bijna hebt laten afbranden.’
‘Een vuile leugen. Ik heb alleen maar de rivier in de fik gestoken.’ Plotseling herinnerde Tyrion zich waar hij was, en waarom.
‘Ben je hier om mij te doden?’
‘He, wat ondankbaar. Als je zo onhoffelijk doet, kan ik je hier misschien beter laten verrekken.’
‘Verrekken is niet het lot dat Cersei me heeft toegedacht.’
‘Nou nee, eerlijk gezegd niet. Het is de bedoeling dat je morgenvroeg onthoofd wordt, op het oude toernooiveld.’
Tyrion lachte weer. ‘Krijg ik een galgenmaal? Je zult me met mijn laatste woorden moeten helpen, mijn verstand rent rondjes als een rat in een rapenkelder.’
‘Je hebt geen laatste woorden nodig. Ik kom je redden.’ Jaimes stem klonk merkwaardig plechtig.
‘Wie zegt dat ik gered wil worden?’
‘Weet je, ik was al bijna vergeten wat een irritant klein kereltje je bent. Nu je me eraan herinnert, denk ik dat ik je hoofd toch maar door Cersei laat afhakken.’
‘O nee, niets daarvan.’ Hij waggelde de cel uit. ‘Is het dag of nacht boven? Ik ben alle gevoel voor tijd kwijt.’
‘Drie uur na middernacht. De stad slaapt.’ Jaime schoof de toorts terug in zijn houder aan de muur tussen de cellen.
De gang was zo slecht verlicht dat Tyrion bijna over de cipier struikelde die languit op de koude stenen vloer lag. Hij porde met zijn teen tegen hem. ‘Is-ie dood?’
‘Hij slaapt. De andere drie ook. De eunuch heeft zoetslaap in hun wijn gedaan, maar niet zoveel dat ze eraan doodgaan. Dat zweert hij althans. Hij wacht achterin bij de trap, als septon verkleed. Je gaat de riolen in, en vandaar naar de rivier. In de baai wacht een galei. Varys heeft agenten in de vrijsteden die zullen zorgen dat het je niet aan geld ontbreekt… maar probeer niet op te vallen. Cersei stuurt ongetwijfeld mannetjes achter je aan. Je kunt beter een andere naam aannemen.’
‘Een andere naam? Ja, vast. En als de Gezichtsloze Mannen me dan komen vermoorden, zeg ik: “Nee, jullie hebben de verkeerde voor, ik ben een
‘Dank je, broer,’ zei Tyrion. ‘Voor mijn leven.’
‘Dat was… dat was ik je wel verschuldigd.’ Jaimes stem klonk vreemd.
‘Verschuldigd?’ Hij hield zijn hoofd scheef. ‘Dat begrijp ik niet.’
‘Goed. Sommige deuren kunnen beter gesloten blijven.’
‘O, help,’ zei Tyrion. ‘Steekt er iets kwaads en kwalijks achter?
Kan het zijn dat iemand eens iets
‘Tyrion…’
‘Tysha?’ Hij kreeg een knoop in zijn maag. ‘Wat is er met haar?’
‘Ze was geen hoer. Ik heb haar nooit iets betaald. Dat was een leugen die ik van vader moest vertellen. Tysha was… ze was wat ze leek. De dochter van een keuterboer, die je bij toeval onderweg had ontmoet.’
Tyrion kon flauwtjes horen hoe zijn eigen ademhaling hol door het litteken van zijn neus floot. Jaime was niet in staat zijn blik te doorstaan.
‘Om je goud, zei vader. Zij was laaggeboren, jij was een Lannister van de Rots van Casterling. Het enige wat ze wilde was het goud, en daarom was ze niet beter dan een hoer, dus… dus zou het geen leugen zijn, niet echt, en… hij zei dat je een goeie les nodig had. Dat je daar iets van op zou steken en mij later nog dankbaar zou zijn…’
‘Ik wist niet dat hij dat zou doen. Je moet me geloven.’
‘O ja, moet ik dat?’ snauwde Tyrion. ‘Waarom zou ik ooit nog iets geloven wat jij zegt? Ze was mijn vrouw!’
‘Tyrion…’
Hij sloeg hem. Het was een pets met de rug van zijn hand, maar hij legde er al zijn kracht in, al zijn angst, al zijn woede, al zijn pijn. Jaime zat op zijn hurken, niet in balans. Door de klap tuimelde hij achterover op de vloer. ‘Dat… dat zal ik wel verdiend hebben.’
‘O, je hebt nog wel meer verdiend, Jaime. Jij, mijn lieve zuster en onze liefhebbende vader, jazeker, je hebt er geen idee van wat jullie verdiend hebben. Maar jullie zullen het krijgen, dat zweer ik je. Een Lannister betaalt altijd zijn schulden.’ Tyrion waggelde weg en struikelde in zijn haast bijna weer over de cipier. Voordat hij twaalf passen verder was, botste hij tegen een ijzeren hek op dat de gang afsloot. O,
Jaime kwam achter hem aan lopen. ‘Ik heb de sleutels van de cipier.’
‘Gebruik ze dan.’ Tyrion ging opzij.
Jaime ontsloot het hek, duwde het open en liep erdoorheen. Hij keek over zijn schouder. ‘Kom je nog?’
‘Niet met jou.’ Tyrion stapte door het hek. ‘Geef me die sleutels en verdwijn. Ik vind Varys wel in mijn eentje.’ Hij hield zijn hoofd scheef en staarde met zijn ongelijke ogen zijn broer aan. ‘Jaime, kun je met links vechten?’
‘Een stuk slechter dan jij,’ zei Jaime verbitterd.
‘Goed. Dan zijn we aan elkaar gewaagd als we elkaar ooit nog eens tegenkomen. De verminkte en de dwerg.’
Jaime reikte hem de sleutelbos aan. ‘Ik heb je de waarheid verteld. Jij bent mij hetzelfde verschuldigd. Heb je het gedaan? Heb je hem vermoord?’
Die vraag was een tweede mes dat in zijn ingewanden werd omgedraaid. ‘Weet je zeker dat je dat wilt weten?’ vroeg Tyrion. ‘Joffry zou als koning nog erger zijn geweest dan Aerys. Hij had zijn vaders dolk gestolen en die aan een handlanger gegeven om Brandon Stark de keel door te snijden, weet je dat?’
‘Dat… dacht ik al.’
‘Nou ja, een zoon lijkt op zijn vader.
‘Je hebt mijn vraag niet beantwoord.’
‘Stomme, blinde, verminkte idioot die je bent. Moet ik dan alles voor je uitkauwen? Goed dan. Cersei is een leugenachtige hoer, ze neukt met Lancel en met Osmund Ketelzwart, en wie zegt dat ze het niet ook met Uilebol doet. En ik ben het monster waar iedereen me voor uitmaakt. Ja, ik heb je vileine zoon vermoord.’ Hij dwong
