opgeleverd.

Het was een kleine mogelijkheid geweest om de moordenaar van Charmaine te identificeren.’

Vledder keek hem van terzijde aan.

‘Hoe denk je de identiteit van dit slachtoffer te achterhalen?’

De Cock gebaarde voor zich uit.

‘Als Bram van Wielingen morgen een redelijke foto van hem kan maken, dan kunnen we dat op het televisiescherm brengen… compleet met een vermelding van de kleding die hij droeg.’

‘Verder?’

‘Verder hoop ik dat wij zijn vingerafdrukken in ons systeem hebben.’

‘Dan zou hij een crimineel verleden moeten hebben.’

De Cock knikte.

‘Dat is niet ondenkbaar. We hebben alleen weinig tijd voor de identificatie.’

‘Hoezo?’

‘Volgens de begrafeniswet moeten we hem binnen vijf dagen onder de grond stoppen. Voor een wetsgeldige herkenning kunnen we hem dan niet meer aan mogelijke getuigen laten zien.’

Ze liepen een tijdje zwijgend verder. Vledder blikte opzij.

‘Zie jij een verband?’

‘Tussen deze moord en de moord op Charmaine?’

‘Dat bedoel ik.’

De Cock trok een mistroostig gezicht.

‘Gepleegd in hetzelfde kamertje. Dat is voorlopig de enige overeenkomst die ik zie. Verwurging met de handen of met een snoer is een totaal verschillende modus operandi.’

‘Twee verschillende daders?’

De Cock knikte.

‘Daar lijkt het op.’

‘Verschillende motieven?’

De Cock maakte een hulpeloos gebaar.

‘Geen flauw idee.’

Vledder grinnikte.

‘Zullen we samen naar een ander beroep uitzien?’

De opmerking fleurde De Cock zichtbaar op. De somberheid gleed van zijn gezicht.

‘Ik ben te oud… kom nergens meer aan de bak. Bovendien heb ik nooit een vak geleerd.’

‘Ben je daarom rechercheur geworden?’

‘Precies.’

Aan het einde van de Lange Niezel liep De Cock niet de Warmoesstraat in, maar sjokte rechtuit naar de Oudebrugsteeg.

Vledder keek hem verrast na.

‘Waar ga je heen?’

De Cock keek achterom.

‘Naar de steiger, naar onze Golf. Ik wil naar de Bilderdijkkade.’

‘Bilderdijkkade? Wat is daar?’

De Cock lachte.

‘Ben je het vergeten?’ vroeg hij licht spottend. ‘Daar woont onze vriend Gerard van Kastelen. We gaan hem plechtig condoleren met het verlies van zijn ex-vrouw. En verder heb ik nog een paar vragen in mijn hoofd.’

Op de Bilderdijkkade bij het Kwakersplein vonden ze aan de wallenkant tussen de bomen met moeite een parkeerplaatsje voor de Golf. Ze stapten uit en slenterden de kade af. Bij nummer 975 bleven ze staan. De Cock bekeek de smalle plastic naamplaatjes aan de muur. Naast G. van Kastelen drukte hij op de knop. Tegelijk keek hij omhoog. Even later verscheen het gezicht van een man in het spionnetje op de eerste etage. Het duurde daarna nog enkele seconden voor de buitendeur werd opengetrokken.

De Cock hees zijn negentig kilo langs een krakende trap omhoog.

Vledder volgde.

Op het portaal van de eerste etage stond de man van het gezicht. De Cock schatte hem op achter in de dertig. Hij droeg een verschoten spijkerbroek met een grijze slobbertrui en hij had zich in dagen niet geschoren. De oude rechercheur nam zijn hoedje af.

‘Mijn naam is De Cock,’ sprak hij vriendelijk. ‘De Cock met… eh, met ceeooceekaa.’ Hij duimde over zijn schouder. ‘Dat is mijn collega Vledder. Wij zijn rechercheurs, verbonden aan het bureau Warmoesstraat.’

Hij keek de man schuins aan.

‘U… eh, u bent Gerard van Kastelen?’

‘Ja, dat ben ik.’

De Cock liet zijn hoofd iets zakken.

‘Wij condoleren u,’ sprak hij plechtig, ‘met het verlies van uw ex-vrouw.’

‘Dank u.’

De Cock gebaarde voor zich uit.

‘Kunnen we daar verder praten?’

Gerard van Kastelen liet de rechercheurs binnen en ging hen voor naar een schaars gemeubileerde woonkamer. De Cock keek rond. Er was geen enkele vorm van luxe. Gerard van Kastelen had het geld van Charmaine niet aan de inrichting van zijn woning besteed. De oude rechercheur liet zich in een fauteuil zakken en legde zijn hoedje naast zich op de vloer. Hij wachtte tot de man was gaan zitten.

‘U weet wat haar is overkomen?’

Gerard van Kastelen knikte.

‘Ze hebben haar gemold. Ik hoorde het op de Wallen. Iemand heeft haar strot dichtgeknepen. Daar had ik haar al voor gewaarschuwd.’

‘Wanneer?’

‘Nog een dag voor haar dood. Ik kwam erachter dat ze op de Wallen zat. Ik kreeg spijt van mijn scheiding en wilde het weer goedmaken.’

‘U wilde haar souteneur zijn?’

Gerard van Kastelen schudde zijn hoofd.

‘Charmaine was te schuchter. Ze deugde niet als hoer. Ik wilde juist dat ze ermee ophield.’

De Cock glimlachte.

‘Wat dan? Ze kon niet meer terug naar de IJsselsteinse Bank. Daar had ze… door u daartoe aangezet… fraude gepleegd.’

Gerard van Kastelen grijnsde.

‘Dat ik haar daartoe heb aangezet,’ sprak hij hoofdschuddend, ‘dat kunt u nooit hard maken… nooit bewijzen. Zeker niet nu Charmaine nooit meer tegen mij kan getuigen.’

De Cock boog zich iets naar hem toe.

‘U had dus een redelijk motief om haar van het leven te beroven. Zolang Charmaine leefde kon zij een aanklacht tegen u indienen.’

Gerard van Kastelen grinnikte.

‘Zolang een vrouw geld voor je kan verdienen… geld waard is… maak je haar toch niet van kant. Dat is stom.’

De uitspraak prikkelde Vledder. De jonge rechercheur grijnsde breed.

‘U zag dus wel degelijk iets in haar… als prostituee?’

Gerard van Kastelen keek van Vledder naar De Cock en leunde achterover in zijn fauteuil.

‘U neemt mij toch niet kwalijk dat ik daar geen antwoord op geef.’

De oude rechercheur negeerde de opmerking.

‘Wat hebt u met die tweehonderdvijfenzeventigduizend gulden gedaan, die Charmaine u als afkoopsom heeft betaald?’

Gerard van Kastelen stak zijn rechterhand omhoog en knipte met duim en middelvinger.

Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату