opnieuw een donderend applaus tot gevolg had.

Er hing een besef in de lucht dat hier geschiedenis werd gemaakt, net als in november 1989 in Berlijn, tijdens de val van de Muur. Iedereen besefte dat de echte onafhankelijkheid van hun land binnen handbereik lag, nadat ze tachtig jaar onder communistisch en Russisch juk hadden gezucht en veertien jaar theoretische afhankelijkheid.

Irina boog zich naar Malko’s oor en riep: ‘De cijfers zijn nep, alleen om het publiek op te warmen. De tellingen zijn nog lang niet afgerond.’

Het kabaal was zo hevig, dat Malko bijna zijn telefoon niet hoorde gaan. Hij moest de zaal uit en de trap op lopen om de ander te kunnen verstaan.

‘Alexei 108,’ zei de stem van Alexei Danilovitsj.

‘Hebt u nieuws?’ vroeg Malko.

‘Ja. De mannen over wie ik heb verteld, zijn onderweg. Het zijn er vier en ze zijn gewapend. Het nummer van hun auto is 900 15 DN. Ze zullen niet ver meer zijn.’

‘Hoe willen ze binnenkomen?’

‘Ze worden van binnenuit geholpen door een lid van de Zonen van vrij Oekraine, die een deur achter het podium voor hen zal opendoen.’

‘Weet u hoe hij heet?’

‘Nee. Hij draagt een rood T-shirt met een afbeelding van Viktor Joesjtsjenko op zijn borst.’

‘Is dat alles?’

‘Ja. Ik bel weer wanneer ik meer weet.’

Malko klapte zijn telefoon dicht en liep naar het kantoor van Evgueni Tsjervanienko.

20

Nikolai Zabotine voelde zich net een vuurtorenwachter, alleen in de verlaten Russische ambassade, op de twee agenten van de FSB na, die voor de beveiliging zorg droegen en ergens op de begane grond zaten te dommelen. Hij keek voor de twintigste keer op zijn horloge. De teerling was geworpen, hij kon de loop van de gebeurtenissen niet meer veranderen. Het laatste bericht dat hij had ontvangen, bevestigde dat alles liep zoals voorzien. Helaas restte alleen nog de ongrijpbare agent, die erin was geslaagd Alexander Peremogy uit te schakelen.

Hij probeerde zijn aandacht te richten op het scherm van een klein televisietoestel, waarop een verslag werd gegeven van de gebeurtenissen op het Onafhankelijkheidsplein. Ondanks de kou hadden duizenden volgelingen van Joesjtsjenko zich daar verzameld, een oranje tapijt dat van het Ukrainia tot aan de andere kant van het plein golfde. Hij glimlachte spottend. Als alles goed ging, zou die menigte het over enkele uren uitschreeuwen van woede en verdriet en kon hij terug naar Moskou gaan.

‘We moeten die man in het rode T-shirt vinden,’ zei Evgueni Tsjervanienko. ‘We kammen alle zalen uit. Ik zal in Podol patrouilles erop uit sturen om de auto met de moordenaars te onderscheppen.’

‘Hoe laat komt Joesjtsjenko?’ vroeg Malko.

‘Tegen een uur vannacht, maar misschien wordt het later.’ Irina kwam het kantoor binnen en liet zich doodmoe in een stoel zakken. ‘Ik ga dood! Je kunt je nauwelijks bewegen en het is er bloedheet.’

Ze sloeg haar benen over elkaar en Malko zag vluchtig een strook huid boven haar kousen. Zo ook Evgueni Tsjervanienko, en hij wendde verlegen zijn blik af. ‘Kom mee,’ zei hij tegen Malko.

Ze begonnen op de begane grond. Het was nog geen tien uur, maar de mensen stonden in de rij voor het magneetpoortje. Er heerste een opgetogen stemming. Malko en Tsjervanienko gingen vervolgens naar de eerste verdieping. Je kon er bijna geen stap verzetten, de gasten stonden zo dicht op elkaar gedrukt, dat er bijna geen doorkomen aan was. Na een halfuur hadden ze nog steeds geen jongen in een rood T-shirt met een portret van Viktor Joesjtsjenko gezien.

‘Laten we het op de tweede verdieping proberen.’

De tweede verdieping was als cafetaria ingericht, met lange tafels op schragen, die vol stonden met eten en drinken. Daar was het ook druk en tussen de twee verdiepingen was het een komen en gaan van mensen. Een voor een bekeken ze de aanwezigen.

Het was Malko die midden in de zaal iemand in een rood T-shirt zag. Toen hij dichterbij kwam, zag hij een portret van Viktor Joesjtsjenko op de borst. Dat was de handlanger van de moordenaars waar de agent van de I?E het over had gehad, een blonde jongen met lang haar, die Krimchampagne uit een fles stond te drinken. Evgueni Tsjervanienko keek kwaad zijn kant op. ‘Ik wil hem maar wat graag mee naar mijn kantoor nemen en zijn verraderskop in elkaar slaan.’ Gezien zijn kracht, bestond de kans dat hij weinig van hem heel zou laten. Malko kalmeerde hem. ‘Wacht, het is nog te vroeg. Het zou het mooist zijn wanneer we de moordenaars kunnen oppakken wanneer ze binnen zijn.’

‘Daar zal ik voor zorgen,’ gromde de Oekrainer. ‘Hou hem in de gaten.’

‘Dat hoeft niet,’ zei Malko. ‘We weten nu wie hij is. Als we te dicht bij hem in de buurt blijven, zal hij ons zien. We pakken hem later wel op.’

Op de begane grond gingen ze ieder zijns weegs. Malko keerde terug naar het kantoor van het hoofd van de veiligheidsdienst en Tsjervanienko zelf ging naar buiten. Irina had zich in een leren stoel laten zakken en had haar benen heel hoog over elkaar geslagen. Malko voelde een aangename prikkeling onder in zijn buik.

‘Wat gaan we doen?’ vroeg de jonge vrouw terwijl ze opstond.

‘Voorlopig wachten we af.’

Door de wanden van het kantoor drong een feestelijk kabaal. Het hele gebouw leek te schudden als een schip op een dronken rivier. ‘Ik hou hiervan,’ zei Irina met een aangedane stem. ‘Het is… opwekkend.’

Malko begreep dat ze ‘opwindend’ had willen zeggen. Hij keek de jonge vrouw recht aan en zag een vrolijke, maar tevens sensuele gloed in haar ogen. Ze stonden nog geen meter van elkaar. Plotseling opende Irina de enige knoop van het jasje van haar zwarte mantelpakje, zodat het openviel, en onthulde haar goed gevulde beha. Ze kwam naar Malko toe en legde haar handen op zijn borst. ‘Kom,’ fluisterde ze, ‘deze feeststemming laat me niet koud. Het wordt tijd voor revolutie.’

‘Maar die is al begonnen,’ verbeterde Malko haar. ‘Alle mensen hier doen mee aan de revolutie.’

Het was of er pure adrenaline door zijn aderen stroomde, en toch had hij nog maar enkele uren geleden de liefde met deze vrouw bedreven. Ze drukte zich met haar hele lichaam tegen hem aan.

‘Evgueni komt dadelijk terug,’ zei hij manmoedig. ‘Het is zijn kantoor.’

Irina leek hem niet te horen. ‘Neuk me,’ fluisterde ze. ‘Hier op het bureau. Daar verlang ik naar.’

Zonder op Malko’s antwoord te wachten, liep ze naar de deur, draaide de sleutel om, liep terug en leunde achterover tegen het bureau, haar benen zo ver geopend als de strakke rok van het mantelpakje het toeliet. Ze pakte hem beet en trok hem omhoog, bijna tot op haar buik, zodat ze zich gemakkelijker kon bewegen.

Hij had halfdood moeten zijn om niet op deze uitnodiging in te gaan. Malko legde zijn hand boven op haar dijen. Haar string was warm en vochtig. Irina hoefde hem niet lang te strelen om hem zo hard als staal te maken. Zonder haar string uit te trekken, duwde hij de stof opzij en drong in haar. Irina liet zich op het bureau zakken en klemde haar in zwarte kousen gehulde benen om Malko’s heupen. Met achteroverhangend hoofd, haar rug op de papieren van Evgueni Tsjervanienko, begeleidde ze elke stoot van Malko met een opgetogen kreet. Die zag al snel hoe haar gezicht verstrakte, en ze slaakte een rauwe kreet toen hij in haar klaarkwam.

Hun samenzijn had slechts drie minuten geduurd, maar Malko was versuft van genot, zo intens was het geweest. Even hadden ze het lawaai om zich heen buitengesloten. Ze maakten zich van elkaar los. Irina zette haar voeten op de grond, trok haar rok recht en deed onzeker enkele stappen. ‘Ik kan niet meer op mijn benen staan,’ zei ze nog nahijgend. ‘Ik ben nog nooit zo heftig klaargekomen.’

Malko draaide de sleutel weer om en ze hadden hun kleren nog maar net op orde gebracht, toen Evgueni Tsjervanienko binnenkwam.

‘Twee auto’s van ons rijden rond door de wijk,’ zei hij. ‘Ze waarschuwen me als het zover is. Hier niets nieuws? Waar is die verrader?’

Вы читаете Dood Joesjtsjenko!
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату