‘Mooi, wanneer ik bel, noem ik niet alleen mijn naam, maar geef ik u ook het getal. Na het gesprek geeft u me een nieuw getal op voor de volgende keer. Goed?’

‘Goed.’

‘Do svidania.’

Zonder hem de hand te schudden, liepen ze weg langs het 11 plein, in de richting van Hotel Ukrainia, dat de omgeving met zijn grijze massa domineerde. Een van de letters van het verlichte embleem was defect. Toen Malko wilde terugkeren naar het Europaplein, botste hij tegen Tatiana Mikhailova op, die in het voorbijgaan zei: ‘Ik volg ze.’

‘Nu moeten we Evgueni Tsjervanienko waarschuwen,’ drong Donald Redstone aan. ‘Hij kan ons vertellen of dit verhaal geloofwaardig is.’

‘Laten we wachten tot Tatiana terug is,’ opperde Malko. ‘Dan weten we meer over die twee mannen.’

Om de tijd te doden, dronken ze lauwe koffie. In dit land dronk iedereen thee. Tatiana Mikhailova kwam een uur later in de ambassade aan.

‘Ze zijn inderdaad naar de Volodymyrskaya Ulitza gegaan,’ zei ze. ‘Ze zijn om de geblokkeerde Maidan heen gelopen en te voet teruggegaan. Ze zijn het gebouw door een zijdeur aan de Sofiska Ulitza binnengegaan.’

Het waren dus inderdaad agenten van de SBU. Ze hadden zich er zelfs niet druk over gemaakt of ze werden gevolgd. Vreemd. Toch was de informatie die ze hadden gegeven explosief. Malko aarzelde niet langer. ‘Ik ga naar Evgueni Tsjervanienko toe.’

De taxi zette hem af in de wijk Podol, op het Muskyuaplein, voor een groot, wit gebouw van twee verdiepingen. De omgeving werd bewaakt door jonge mannen met oranje mutsen en sjerpen: de Zonen van vrij Oekraine, die een ordedienst vormden. Het waren goedbedoelende amateurs waar je weinig aan had. In plaats van zich bij Tsjervanienko te laten aankondigen, wilde Malko iets uitproberen. Hij meldde zich bij de ingang, die werd bewaakt door partijleden van de oranjerevolutie.

‘Ik ben journalist,’ zei hij, ‘ik wil graag een badge voor morgenavond.’

‘Gaat u naar dat meisje daar,’ antwoordde de wacht en hij wees naar een tafel waarachter drie jonge meisjes zaten met stapels oranje voorwerpen voor zich.

Malko moest door een magneetpoortje en liep naar de tafel. Hij legde een van de meisjes opzettelijk in het Engels uit dat hij een Oostenrijkse journalist was en dat hij aanwezig wilde zijn op het verkiezingsfeest van de volgende avond.

‘Hebt u een perskaart?’

Hij liet een zes jaar oude kaart van de Kurier in Wenen zien, die hij al vaker had gebruikt. Het meisje bekeek hem nauwelijks, schreef zijn naam op een lijst en gaf hem een oranje badge met het opschrift PRESS. Malko zag allerlei verschillende ronde badges liggen, waarop alleen TAK JOESJTSJENKO stond. Natuurlijk op een oranje ondergrond.

‘En die?’

‘Die zijn voor onze actievoerders,’ legde ze uit. ‘U hebt al een persbadge, meer hebt u niet nodig.’

Hij liep verder, zijn badge goed zichtbaar op zijn jas gespeld. Overal liepen jongeren met ronde badges. Vervolgens ging hij naar de eerste verdieping, wierp een korte blik in de zaal waarin Joesjtsjenko zijn overwinning zou bekendmaken. Voor een groot podium stonden rijen Stoelen en een verhoging voor de camera’s. Hij liep verder en klopte op de deur van Evgueni Tsjervanienko.

Een secretaresse keek op en glimlachte toen ze zijn badge zag. ‘Hebt u een afspraak?’

‘Ik ben Malko Linge. Zeg tegen uw baas dat ik er ben.’

Evgueni Tsjervanienko, in hemdsmouwen, luisterde met een sigaar in zijn mondhoek toe toen Malko hem over het aanvalsplan vertelde. Toen hij klaar was, zweeg de Oekrainer enige tijd, tot hij zei: ‘Het klinkt aannemelijk. We hebben twee beveiligingsringen. Eerst de mannen van commandant Ivan, de Zonen van vrij Oekraine, die buiten een ordedienst hebben samengesteld, en dan de binnenste ring, waar ik verantwoordelijk voor ben. Goed opgeleide mannen, maar soms moeten ze op de achtergrond blijven, onder andere wanneer Viktor Joesjtsjenko een redevoering houdt. Een specialist heeft maar heel weinig tijd nodig om iemand te vermoorden.’

‘Zouden die moordenaars niet opvallen?’

‘Dat hoeft niet,’ antwoordde Evgueni Tsjervanienko. ‘Morgen zullen er een heleboel mensen zijn. Journalisten, sympathisanten, waarnemers… Natuurlijk is er in feite maar een ingang, maar onze mensen gebruiken meerdere dienstingangen. Als die misdadigers hier een medeplichtige hebben, kunnen ze eenvoudig binnenkomen en in de menigte opgaan. Nu we zijn gewaarschuwd, zal ik nieuwe veiligheidsmaatregelen treffen. Maar we moeten meer weten.’

‘Hoe laat zal Joesjtsjenko morgen komen?’

‘Dat hangt van veel dingen af. Rond een uur of een ’s nachts, normaal gesproken, wanneer de resultaten bekend worden. Daarvoor zit hij veilig in het andere hoofdkwartier, waar niemand mag binnenkomen.’

‘Goed,’ besloot Malko, ‘ik hoop dat mijn contactpersoon opnieuw contact met me zal opnemen. Morgen tegen het eind van de middag kom ik terug. Gewapend.’

‘Bel me wanneer u er bent. U hebt mijn mobiele nummer. Die neem ik altijd op.’

Toen Malko uit het gebouw vertrok, was hij toch niet gerust. Het ging allemaal te gemakkelijk.

Het ‘groene gebouw’ lag er even verlaten bij. Op deze ijzige vijfentwintigste december bleven de inwoners van Kiev binnen. Net als twee dagen eerder dook Nikolai Zabotine uit de duisternis op zonder dat Oleg Budynok hem had zien aankomen. De mannen liepen naar de kruising van de Tarass-Sevtsjenko en de Volodymyrskaya.

‘Loopt alles zoals voorzien?’ vroeg de Rus.

‘Inderdaad. Hij heeft contact gehad met Alexei Danilovitsj. Ik denk dat hij direct de anderen op de hoogte zal hebben gesteld.’

‘Dat heeft hij gedaan,’ beaamde de Rus, die de agent van de CIA continu liet schaduwen. ‘Hij is een hele tijd bij dat dikke varken Tsjervanienko geweest, die het allemaal vast als een vette haring heeft geslikt. Mooi zo, goed werk. We hoeven elkaar nu niet meer te ontmoeten. Hebt u alles gedaan wat u moest doen?’

‘Ja.’

‘Dobre.’

19

Alexander Peremogy liep gehaast naar de Frunzestraat, waar hij een taxi kon nemen. Op deze zondag, tweede kerstdag, waren de straten verlaten en hij moest enkele minuten wachten tot er een auto stopte. Hij voelde zich uitstekend op zijn gemak, hoewel het vandaag de dag was. Vooral omdat hij geheel achter de zaak stond. Bovendien had het hem goed gedaan Nikolai Zabotine terug te zien.

Hij was nog even opgetogen toen hij bij het Premier Palace uitstapte. De portier, die zijn gezicht kende, groette hem met een knik van zijn hoofd en Alexander Peremogy liep regelrecht naar de eerste verdieping. Zijn plan was eenvoudig: hij zou, net als elke dag, eerst naar de fitnessclub gaan, daarna naar het restaurant op de achtste verdieping, vervolgens de bar op de eerste, en hij zou zijn gezicht ook nog eens bij de kleine receptie laten zien. Niemand maakte er nog een probleem van wanneer de lift voor hem moest worden geopend om naar de achtste verdieping te gaan. Wanneer hij eenmaal in de lift was, kon hij eenvoudig een andere knop indrukken en naar een andere verdieping gaan.

De volgende stap was simpel: hij zou aankloppen op de deur van de kamer van zijn slachtoffer. Als die niet opendeed, zou hij zich verbergen en op zijn terugkomst wachten. Als hij wel opendeed, zou het binnen enkele tellen voorbij zijn. Dan zou hij naar beneden gaan en vertrekken, zonder ooit nog in het hotel terug te komen.

De man van de fitnessclub gaf hem een handdoek en maakte een praatje met hem. Hij was de eerste klant van de dag. Alexander Peremogy ging aan de rand van het grote zwembad zitten, nadat hij zijn spullen in een kastje had opgeborgen.

Вы читаете Dood Joesjtsjenko!
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату