het handvat terug tot hij ertegenaan klikte.
‘Houd het bij je,’ zei Nessus. Hij klemde zijn kaken om Sprekers arm en leidde de Kzin naar een vliegbank. De Kzin verzette zich nog steeds niet. Hij maakte geen geluiden meer, maar staarde de oneindigheid in. Op zijn grote behaarde gezicht lag slechts een uitdrukking van grenzeloze rust.
Spreker-tot-Dieren, volkomen ontspannen, staarde de oneindigheid in en spon.
‘Let op,’ zei Nessus. Voorzichtig liep hij weg van de vliegbank van de Kzin. Hij hield zijn platte hoofden hoog en star; ze waren eigenlijk meer op de Kzin gericht dan dat ze naar hem wezen. Zijn ogen lieten Spreker geen ogenblik los.
Plotseling kwamen de ogen van de Kzin weer in focus. Ze gleden naar Louis, naar Teela, naar Nessus. Spreker-tot-Dieren maakte klaaglijke grauwgeluidjes, ging rechtop zitten en begon in het Interwerelds.
‘Dat was heel, heel prettig. Ik wil —’
Hij hield op en begon opnieuw. ‘Wat je ook deed,’ zei hij tegen de poppenspeler, ‘doe het niet nog een keer.’
‘Ik hield je voor een intelligent, ontwikkeld wezen,’ zei Nessus. ‘Mijn oordeel was juist. Alleen een ontwikkeld, intelligent wezen zou bang zijn voor een tasp.’
‘Aha,’ zei Teela.
‘rasp?’ zei Louis.
Tegen Spreker-tot-Dieren zei de poppenspeler: ‘Je begrijpt toch wel dat ik de tasp iedere keer zal gebruiken dat je me ertoe dwingt. Ik maak er gebruik van als je me uit mijn gewone doen brengt. Als je te vaak probeert geweld te gebruiken of als je me te vaak doet schrikken, word je algauw afhankelijk van de tasp. Daar de tasp chirurgisch in mij is ingeplant, zou je me moeten vermoorden om erbij te komen. En zelfs dan zou je nog op eerloze wijze zijn gebonden door de tasp zelf.’
‘Bijzonder slim bedacht,’ zei Spreker. ‘Briljant en onorthodox van tactiek. Ik zal je verder niet lastig vallen.’
Drigg nog aan toe! Wil iemand me nou eindelijk eens vertellen wat een tasp is?’
Louis’ onwetendheid scheen iedereen te verbazen. Teela beantwoordde zijn vraag. ‘Het prikkelt het genotscentrum van de hersenen.’
‘Op een afstand?’ Louis had niet geweten dat dat zelfs in theorie mogelijk was.
‘Jawel. Het doet precies hetzelfde als wat een zwakke stroomstoot doet bij een elektro-verslaafde, maar je hoeft geen draad in contact te brengen met de hersenen. Meestal is een tasp zo klein dat je ’m met een hand kunt richten.’
‘Ben jij ooit geraakt door een tasp? Heb ik niks mee te maken, natuurlijk.’
Teela grijnsde ten teken dat zijn respect voor privacy haar lachlust opwekte. ‘Ja, ik weet wat voor soort gevoel het is. Een ogenblik is het — nee, het valt niet goed te beschrijven. Maar je gebruikt geen tasp op jezelf. Je gebruikt hem op iemand die het niet verwacht. Dat is nu juist het leuke. De politie vat in de parken aan de lopende band taspers in de kraag.’
‘Die tasps van jullie,’ zei Nessus, ‘geven een stroomstoot van minder dan een seconde. De mijne om en nabij tien seconden.’
Het effect op Spreker-tot-Dieren moest formidabel zijn geweest.
Maar Louis zag andere implicaties. ‘Hee zeg, dat is prachtig. Dat is heel mooi! Alleen een poppenspeler zou kunnen rondlopen met een wapen dat de vijand goed doet.’
‘Alleen een intelligent, ontwikkeld wezen, om Nessus’ woorden te gebruiken,’ zei Spreker-tot-Dieren, ‘een wezen dat ook nog trots kende, zou bang zijn voor te veel genot. Ik wil niet riskeren dat de tasp nog eens tegen mij wordt gebruikt. Te veel schokken en ik zou de nederige slaaf worden van de poppenspeler. Ik, een Kzin, slaaf van een herbivoor!’
‘Laten we aan boord gaan van de Grote Gok,’ zei Nessus met een groots gebaar. ‘We hebben al genoeg tijd verspild aan trivialiteiten.’
Louis was als eerste aan boord van de Grote Gok.
Hij was niet verrast toen hij voelde hoe zijn voeten een dansje probeerden te maken op de rotsbodem van Nereide. Louis wist hoe hij zich bij lage zwaartekracht moest gedragen. Maar in zijn achterhoofd verwachtte hij, dom genoeg, dat de zwaartekracht zou veranderen als hij de luchtsluis van de Grote Gok binnenging. Hij spande zijn spieren voor de verandering, struikelde en viel bijna toen die verandering uitbleef.
‘Ik weet zeker dat ze toen kunstmatige zwaartekracht hadden,’ mopperde hij tegen zichzelf toen hij de stuurcabine inliep. ‘… O.’
De cabine was primitief. Overal waren harde rechte hoeken waaraan je heel goed je knieen en ellebogen kon stoten. Alles was groter dan strikt genomen nodig was. Meters zaten op de meest ongelukkige plaatsen …
Maar de cabine was niet alleen primitief, hij was ook klein. Kunstmatige zwaartekracht had bestaan toen de Grote Gok werd gebouwd, maar zelfs in een schip met een diameter van meer dan anderhalve kilometer was geen ruimte geweest om de machines te plaatsen. Er was maar net genoeg plaats voor de piloot.
Instrumentenbord en massa-indicator, een keukenschuif, een vliegbank en een plek erachter waar je je in kon wringen als je diep in elkaar dook voor het lage plafond. Dat deed hij en hij schoof het wisselzwaard van de Kzin een meter uit.
Spreker-tot-Dieren kwam binnen, stil, vertraagd bijna. Hij klauterde zonder nog langzamer te gaan langs Louis heen, naar het hoger gelegen vertrek.
Dat was een ontspanningsvertrek voor de ene piloot van het schip geweest. Oefenmachines en een leesscherm waren verwijderd en drie nieuwe vliegbanken waren aangebracht: Spreker klom in een ervan.
Nu volgde Louis hem de ladder op, een hand op de sporten, in de andere het wisselzwaard, niet al te opzichtig, maar wel zichtbaar. Hij klapte het deksel van de bank neer en draaide een schakelaar om.
De vliegbank werd een ei met een oppervlak dat een spiegel was. Binnen het ei zou er geen tijd voorbijgaan tot Louis het stasisveld weer afzette. Als het schip een antimaterie asteroide zou rammen, dan zou zelfs de Algemene Produkten romp uiteenvallen tot een wolk ionen, maar de vliegbank van de Kzin zou nog steeds een spiegel gelijk zijn.
Louis ontspande zich. Het leek allemaal veel op een rituele dans, maar het had wel degelijk een doel. De Kzin had een goede reden om het schip te stelen. Daar was door de tasp geen verandering in gebracht. Er moest Spreker geen kans worden gegeven toe te slaan.
Louis klom terug naar de stuurcabine. Hij draaide een wipschakelaar om, waarmee hij vanuit het schip kon spreken met de andere twee die daarbuiten in hun ruimtepakken stonden te wachten. ‘Kom er maar in.’
Iets meer dan honderd uur later had Louis het zonnestelsel achter zich gelaten.
Rozet
Er zijn bepaalde eigenaardigheden binnen de mathematica van de hyperruimte. Elke massa die in de Einsteiniaanse ruimte van voldoende grootte is, wordt door zijn eigenaardigheid omringd. Erbuiten kunnen schepen vliegen met een snelheid die groter is dan die van het licht. Er binnen verdwijnen ze als ze dat proberen. De Grote Gok was nu ongeveer acht lichturen van Sol verwijderd, en buiten de zone waarbinnen hyperreizen niet mogelijk was.
Louis Wu was in vrije val.
Zijn ballen voelden gespannen aan, zijn middenrif protesteerde, zijn maag trok samen. Dat zou wel voorbijgaan. En een paradoxale drang om te vliegen …
Louis had talloze malen in vrije val gevlogen, in de enorme, transparante bel van het Uitgaande Hotel dat om de maan van de Aarde draaide. Hier zou hij iets van vitaal belang kapotslaan als hij zijn armen eens flink uitsloeg.
Louis had al een voorgevoel van zijn onmiddellijke toekomst. Het sleutelwoord voor hem voor de expeditie zou zijn: ongemak. De hemel diep in de ruimte zag er niet veel anders uit dan de nachtelijke hemel op de maan. In het zonnestelsel voegen de planeten weinig toe aan wat je met het blote oog kunt zien. Een opmerkelijk heldere ster vlamde in het zuiden van de melkweg en die ster was Sol.