allen hangt …’

Nessus was nu al twee maanden een lijk op kamertemperatuur. Hij begon niet te ontbinden. De lampjes op zijn medikit bleven branden, en af en toe gingen er zelfs een paar aan of uit. Het was de enige indicatie dat hij leefde.

Louis zat naar de poppenbaas te kijken, toen twee gedachten tegen elkaar wreven. ‘Poppenspeler,’ zei hij zacht.

‘Louis?’

‘Ik vroeg me alleen maar af of de poppenspelers hun naam niet hebben gekregen doordat ze voor god hebben gespeeld met de rassen die ze om zich heen aantroffen. Ze hebben mensen en Kzinti behandeld als marionetten; dat valt niet te ontkennen.’

‘Maar Teela’s geluk maakte weer een marionet van Nessus.’

‘We hebben allemaal op verschillende niveaus voor god gespeeld.’ Louis knikte naar Prill, die zo ongeveer een van de drie woorden begreep. ‘Prill en jij en ik. Hoe vond je dat, Spreker? Was je een goede of een slechte?’

‘Dat kan ik niet zeggen. De Ringwerelders zijn mijn ras niet, al heb ik een grondige studie gemaakt van de mens. Ik heb een oorlog voorkomen, dat zul je nog wel weten. Ik wees beide partijen erop dat ze moesten verliezen.’ Dat was drie weken geleden. Jah. Mijn idee.’

Natuurlijk.’

‘Nu moet je weer voor god spelen. Voor je eigen ras,’ zei Louis. ‘Dat begrijp ik niet.’

‘Nessus en de andere poppenspelers hebben mensen en Kzinti gefokt volgens een vooropgesteld plan en met een vooropgezette bedoeling. Moedwillig hebben ze een toestand geschapen waarin natuurlijke selectie een vreedzame Kzin zou kunnen opleveren.’

‘Inderdaad.’

‘Wat zou er gebeuren als het Patriarchaat dit te horen kreeg?’

‘Oorlog,’ zei de Kzin. ‘Een goed uitgeruste vloot zou de werelden van de poppenspelers achtervolgen, en na een vlucht van twee jaar aanvallen. Misschien zou de mensheid zich wel bij de Kzinti aansluiten. Jullie zijn natuurlijk even zwaar beledigd door de poppenbazen.’

‘Natuurlijk. En dan?’

‘Dan zouden de bladeters mijn ras tot op het laatste jong uitroeien. Louis, ik ben niet van plan om iemand iets te vertellen over sterrezaadlokkers en genetische plannen van poppenspelers. Kan ik jou ertoe overhalen om ook je mond te houden?’

‘Oke.’

‘Bedoelde je dit toen je het had over “god spelen voor je eigen ras”?’

‘Dat, en nog iets. De Grote Gok. Wil je dat schip nog steeds stelen?’

‘Misschien,’ zei de Kzin.

‘Dat lukt je nooit,’ zei Louis. ‘Maar laten we er nu ’ns van uitgaan dat het je wel lukt. Wat gebeurt er dan?’

‘Dan zou het Patriarchaat de Quantum II Hyperaandrijving hebben.’

‘En?’

Prill scheen er zich van bewust te zijn dat er iets heel belangrijks gebeurde. Ze keek naar Louis en Spreker alsof ze zo meteen een vechtpartij zou moeten voorkomen.

‘Kort daarna zouden we oorlogsschepen hebben die een lichtjaar in een en een kwart minuut konden afleggen. We zouden de bekende ruimte domineren, en elk ras binnen ons bereik tot slaaf maken.’

‘En dan?’

‘Daar houdt het op. Verder reikt onze ambitie niet, Louis.’

‘Nee, zo ligt de zaak niet. Jullie zouden blijven veroveren. Met een z6 goeie aandrijving zouden jullie er in alle richtingen op uit trekken, jullie krachten versnipperen, elke wereld die jullie vonden veroveren. Jullie zouden meer veroveren dan je kracht hebt om vast te houden … en in die enorme bol veroverde ruimte zou je iets vinden dat echt gevaarlijk is. De vloot van de poppenspelers. Nog een Ringwereld, maar dan op het hoogtepunt van zijn macht. Een tweede ras van Slavendrijvers, dat net begint op te komen. Bandersnatchi met handen, Grogs met voeten, Kdatlyno met wapens.’

‘Bangmakerij.’

‘Je hebt de Ringwereld gezien. Je hebt de werelden van de pop penbazen gezien. Er moeten er meer zijn, meer van dit soort dingen, in de ruimte die je met de hyperaandrijving van de poppenspelers zou kunnen bestrijken.’

De Kzin zweeg.

Denk er maar ’ns over na,’ zei Louis. ‘Neem er de tijd voor. En de Grote Gok kun je toch niet stelen. Je zou ons allemaal om zeep helpen als je dat probeerde.’

De volgende dag kruiste de Onwaarschijnlijk een lange rechte meteoorvoor. Ze bogen af naar tegendraaiwaarts, recht naar Vuist-van-God toe.

Vuist-van-God was groot geworden zonder dat hij dicht bij gekomen was. De berg, groter dan een asteroide, vrijwel kegelvormig, zag eruit als een stenen reus met een pet van sneeuw op die tot nachtmerrie- achtige grootte was opgezwollen. En de nachtmerrie ging door en door, want Vuist-van-God bleef maar groter worden. ‘Ik begrijp dit niet,’ zei Prill. Ze was verward en niet op haar gemak. Deze constructie ken ik niet. Waarom hebben ze deze berg gebouwd? Aan de rand zijn er bergen die even hoog en even decoratief zijn, en die zijn nuttiger want ze houden de lucht binnen.’

‘Dat is wat ik ook dacht,’ zei Louis Wu. Meer meer wilde hij niet kwijt.

Die dag zagen ze een kleine glazen fles aan het eind van het meteoorspoor dat ze hadden gevolgd.

De Leugenaar lag op dezelfde plaats als ze hem hadden achtergelaten: op zijn rug op een frictieloos oppervlak. Louis stelde het feest stilzwijgend nog maar even uit. Ze waren nog niet thuis. Uiteindelijk moest Prill de Onwaarschijnlijk stationair boven de grond laten hangen, zodat Louis via het observatieplatform, nu het onderste deel van de zwevende toren, bij de Leugenaar kon komen. Hij vond een schakelaar waarmee hij allebei de deuren van de sluis tegelijk kon openen. Maar lucht streek langs hen heen naar buiten terwijl ze Nessus’ lichaam overbrachten. Ze konden de druk niet verlagen zonder Nessus, en Nessus was dood of schijndood.

Maar ze stopten hem toch maar in de autodoc. Het was een poppenbaasvormige doodskist, op maat gemaakt voor Nessus, en heel groot. De medici en technici van de poppenspelers moesten het ding groot genoeg hebben gemaakt voor elke mogelijke ziekte of verwonding. Maar kon de doc ook onthoofding aan?

Dat kon hij. De autodoc beschikte over twee hoofden, en nog eens twee met nekken eraan en over genoeg organen en lichaamsdelen om een aantal complete poppenspelers te maken. Waarschijnlijk via Nessus zelf gekweekt: de gezichten op de hoofden zagen er bekend uit.

Prill kwam aan boord en landde op haar hoofd. Louis had zelden iemand zo verbaasd gezien. Hij had er nooit aan gedacht om haar iets te vertellen over kunstmatige zwaartekracht. Op haar gezicht was niets te lezen toen ze opstond, maar haar houding … Ze was zo volkomen verbluft dat ze niets zei.

In de spookachtige stilte gilde Louis Wu opeens als een duivel. ‘Koffieieie!’ brulde hij. ‘Heet water!’ Hij draafde het vertrek in dat hij had gedeeld met Teela Brown. Een ogenblik later stak hij zijn hoofd naar buiten en gilde: ‘Prill!’

Prill ging.

Ze haatte koffie. Ze vond Louis Wu een idioot dat hij het bittere spul dronk, en dat zei ze hem ook.

De douche was een lang ontbeerde, node gemiste luxe, toen Louis eenmaal had uitgelegd hoe hij werkte.

De slaapplaten maakten haar halfdol.

Spreker vierde de thuiskomst op zijn eigen manier. Louis wist niet alles van de hut van de Kzin. Hij wist wel dat de Kzin at tot hij niet meer kon.

‘Vlees!’ zei Spreker verheugd. ‘Ik was niet erg in mijn schik met het eten van lang-dood vlees.’

‘Dat spul dat je nou eet is gereconstitueerd.’

‘Ja, maar het smaakt alsof het een pas gedood dier is.’

Die nacht ging Prill op de bank in de salon liggen. Ze was enthousiast over de slaapplaten, maar niet om te slapen. Maar Louis Wu sliep in vrije val, voor het eerst in drie maanden.

Hij sliep tien uur lang, en toen hij wakker werd, voelde hij zich een tijger. Een halve schijf zon vlamde onder

Вы читаете Ringwereld
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату