van hem weg te nemen. Hij werd naar de wildernis van het zuiden gestuurd en daar vrijgelaten om zich door werken te ontdoen van zijn karmische last.

Heer Varoena de Rechtvaardige verzamelde zijn dienaren om zich heen en vertrok uit de Hemelse Stad om zich ergens anders in de wereld te vestigen. Sommige lasteraars vergeleken zijn vertrek met dat van Nirriti de Zwarte, god van de duisternis en corruptie, die uit wrok en onder het uiten van menig duistere vloek de Hemel verlaten had. De lasteraars van Varoena waren echter zo talrijk, want het was algemeen bekend dat hij verdiend de titel ‘de Rechtvaardige’ voerde en zijn vervloeking zich gemakkelijk kon keren tegen de spreker zelf; daardoor werd er in de dagen die onmiddellijk op zijn vertrek volgden slechts weinig over hem gesproken. Veel later, in de dagen van de Hemelse Zuiveringen, werden nog meer goden naar de wereld verbannen. Hun vertrek vond echter eerst plaats in de tijd dat het Progressivisme zich weer in de Hemel verspreidde.

Brahma, de machtigste van de vier goddelijke orden en de achttien Heren van het paradijs, Schepper van alles, Heer van de Hoge Hemel en alles wat daaronder is, uit wiens navel de lotus spruit en wiens handen de oceanen karnen — hij, die in drie stappen alle werelden omvat, wiens glorie schrik brengt in de harten van zijn vijanden, in wiens rechterhand het wiel rust van de wet die rampen bindt, waarbij hij een slang als touw gebruikt — Brahma voelde zich naarmate de tijd verstreek steeds onrustiger en minder op zijn gemak, als gevolg van zijn belofte aan de Meesteres van de Dood. Overigens is het zeer waarschijnlijk dat hij ook zonder haar aandringen zo zou hebben gehandeld. Het belangrijkste resultaat van haar actie was ongetwijfeld dat het hem voor korte tijd iemand verschafte die hij de schuld kon geven van alle moeilijkheden. Hij stond ook bekend als Brahma de Onfeilbare.

Toen de feesten voorbij waren, werd de koepel van de Hemel op verscheidene plaatsen gerepareerd. In het Museum van de Hemel werd een gewapende wacht geplaatst die daar steeds aanwezig was. Verscheidene demonjachtpartijen werden beraamd, maar kwamen nooit verder dan het stadium van plannenmaken. Er werd een nieuwe Archivaris benoemd, iemand die niets wist van zijn voorouders.

De fantoomkatten van Kaniboerrha werd symbolische vertegenwoordiging in de Tempels door het hele land verleend. Tijdens de laatste nacht van de feesten betrad een eenzame god het Paviljoen van de Stilte aan Wereldeinde en verbleef lange tijd in de kamer genaamd Herinnering. Toen lachte hij langdurig en keerde terug naar de Hemelse Stad; en zijn lach was jeugdig en schoon en sterk en puur, en de winden die door de Hemel waaien vingen het op en droegen het over het land, waar allen die het hoorden zich verbaasden over de vreemde vibrerende klank van triomf die erin door klonk. Dit alles in aanmerking genomen was de tijd van Liefde en Dood, van Haat en Leven, en van Dwaasheid volmaakt en tegelijk indrukwekkend.

6

Gedurende de tijd die volgde op de dood van Brahma, heerste er een periode van verwarring in de Hemelse Stad. Verscheidene goden werden zelfs uit de Hemel verbannen. Het was een tijd waarin bijna iedereen bang was om als Progressivist aangemerkt te worden; het noodlot wilde dat in die periode ook bijna iedereen op zijn tijd als Progressivist beschouwd werd.

Hoewel Sam, de Grote Ziel, dood was, zei men dat zijn spottende geest voortleefde. En in die dagen van afvalligheid en gekonkel die tot de Grote Slag leidden, ging het gerucht dat meer dan zijn geest alleen was blijven voortbestaan .

Als de zon van het lijden onder is, komt deze vrede, Heer der rustige sterren, deze vrede van schepping, deze plek die de mandala langzaam donker laat worden. De dwaas zegt bij zichzelf Dat zijn gedachten slechts gedachten zijn … (Saraha 98-99)

Het was vroeg in de morgen. Bij de vijver van de purperen lotus, in de Tuin der Vreugden, aan de voet van het beeld van de blauwe godin met de Viena, werd Brahma gevonden. Het meisje dat hem zag, dacht eerst dat hij rustte, want zijn ogen waren nog open. Na een ogenblik besefte zij echter dat hij geen adem haalde; zijn verwrongen gezicht veranderde niet van uitdrukking.

Ze beefde, want ze verwachtte het einde van het universum. Als God dood was moest dat het logische gevolg zijn, dacht zij. Maar na een poosje kwam ze tot de conclusie dat door de interne bindingen het universum misschien nog wel een uur of wat intact zou blijven; en in dat geval achtte ze het verstandig de dreigende Yoega onder aandacht te brengen van iemand die er beter tegen opgewassen was. Ze vertelde het Brahma’s Eerste Concubine, die zelf ging kijken, toegaf dat haar Heer inderdaad dood was, zich tot het beeld van de blauwe godin wendde die onmiddellijk op de Viena begon te spelen toen boodschappen zond naar Visjnoe en Sjiva om onmiddellijk naar het Paviljoen te komen. Dat deden zij en zij brachten Heer Ganesja mee. Zij bekeken de stoffelijke resten, waren het eens over hun positie en sloten beide vrouwen in hun vertrek op met het oog op de geheimhouding. Toen beraadslaagden zij.

‘We hebben onmiddellijk een nieuwe schepper nodig’, zei Visjnoe. ‘Er kunnen voordrachten worden gedaan.’

‘Ik draag Ganesja voor,’ zei Sjiva.

‘Ik bedank,’ zei Ganesja.

‘Waarom?’

Ik houd er niet van op het toneel te staan. Ik wil veel liever ergens achter de schermen blijven.’

‘Laten we dan snel enkele andere mogelijkheden overwe gen.’

‘Zou het niet verstandig zijn,’ vroeg Visjnoe, voor we verder gaan de oorzaak van deze gebeurtenis vast te stellen?’

‘Nee,’ zei Ganesja. ‘Voor alles moet een opvolger worden gekozen. Zelfs de lijkschouwing moet daarop wachten. De Hemel mag nooit zonder Brahma zijn.’

‘Wat vinden jullie van een van de Lokapala’s? ‘Misschien.’

‘Yama?’

‘Nee. Hij is te ernstig, te plichtsgetrouw — een technicus,’ geen bestuurder. En ik geloof ook dat hij emotioneel onstabiel is, ‘Koebera?’

‘Te gewiekst. Ik ben bang voor Koebera.’

‘Indira?’

‘Te koppig.’

‘Agni soms?’

‘Misschien. Misschien niet.’

‘Dan Krisjna?’

‘Te frivool, nooit nuchter.’

‘Wie zou jij dan voorstellen?’

‘Wat is op het ogenblik ons grootste probleem?’

‘Ik geloof niet dat we op het ogenblik grote problemen hebben,’ zei Visjnoe.

‘Dan zou het wel eens verstandig kunnen zijn er nu een te hebben,’ zei Ganesja.

‘Volgens mij is ons grootste probleem het Progressivisme! Sam is teruggekomen, hij roert zich, hij vertroebelt de situatie.’

‘Ja,’ zei Sjiva.

Вы читаете Heer van het licht
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату