toe, die zee van bleke gezichten. ‘Ik wilde dat ik genoeg vergif voor jullie allemaal had. Dankzij jullie heb ik er spijt van dat ik niet het monster ben dat jullie graag willen, maar het is niet anders. Ik ben onschuldig, maar hier zal ik geen gerechtigheid krijgen. Jullie laten mij geen andere keus dan een beroep te doen op de goden. Ik eis een gerechtelijke tweekamp.’

‘Ben je je verstand kwijt?’ zei zijn vader.

‘Integendeel, ik heb het zojuist gevonden. Ik eis een gerechtelijke tweekamp!’’

Zijn zuster had niet verheugder kunnen zijn. ‘Dat recht heeft hij, heren,’ bracht ze de rechters onder ogen. ‘Laat de goden oordelen. Ser Gregor Clegane zal voor Joffry aantreden. Hij is eergisteren naar de stad teruggekeerd om zijn zwaard in mijn dienst te stellen.’

Het gezicht van heer Tywin was zo donker dat Tyrion zich een halve hartslag lang afvroeg of hij ook vergiftigde wijn had gedronken. Hij bonkte met zijn vuist op de tafel, te kwaad om iets te zeggen. Het was Hamer Tyrel die zich tot Tyrion wendde en de vraag stelde: ‘Heb je een kampioen om je onschuld te verdedigen?’

‘Die heeft hij, heer.’ Prins Oberyn van Dorne rees op. ‘De dwerg heeft mij geheel overtuigd.’

De beroering was oorverdovend. Wat Tyrion bijzonder veel genoegen deed, was de plotselinge twijfel die hij in Cerseis ogen ontwaarde. Honderd goudmantels moesten met het uiteinde van hun speer op de grond bonken om de troonzaal weer stil te krijgen. Intussen had heer Tywin zich hersteld. ‘Laat het pleit morgen beslecht worden,’ verklaarde hij op ijzeren toon. ‘Ik trek mijn handen ervan af.’ Hij wierp zijn zoon, de dwerg, een kille, boze blik toe en schreed de zaal uit via de koninklijke deur achter de IJzeren Troon, met zijn broer Kevan aan zijn zij. Later, terug in zijn torencel, schonk Tyrion zich een beker wijn in en stuurde Podderik Peyn om kaas, brood en olijven. Hij betwijfelde of hij op het ogenblik iets zwaarders binnen zou houden.

‘Had je gedacht dat ik gedwee zou heengaan, vader?’ vroeg hij aan de schaduw die zijn kaarsen op de muur tekenden. ‘Daarvoor heb ik te veel van u weg.’ Hij was merkwaardig vredig gestemd, nu hij de macht over leven en dood uit zijn vaders handen gegrist en in die van de goden had gelegd. Aangenomen dat er goden bestaan, en dat het ze een malle mommersmoer kan schelen. Zo niet, dan ligt mijn lot in Dornse handen. Wat er ook gebeurde, Tyrion smaakte de genoegdoening te weten dat hij heer Tywins plannen in duigen had gegooid. Als prins Oberyn won, zou dat Hooggaarde nog verder tegen de Dorners in het harnas jagen. Hamer Tyrel zou er getuige van zijn hoe de man die zijn zoon had verminkt, de dwerg die bijna zijn dochter had vergiftigd, hielp zijn rechtmatige straf te ontgaan. En als de Berg zegevierde, was het niet denkbeeldig dat Doran Martel antwoord zou eisen op de vraag waarom zijn broer de dood had gevonden, in plaats van de gerechtigheid die Tyrion hem had beloofd. Dan kon het zijn dat Dorne toch Myrcella zou kronen.

Het besef hoeveel moeilijkheden hij had veroorzaakt, was het bijna waard om voor te sterven. Zul jij naar het einde komen kijken, Shae? Zul je daar tussen de overigen staan om toe te kijken hoe ser Ilyn me mijn lelijke kop afhakt? Zul je je Lannister-reus missen als hij dood is? Hij dronk zijn wijn op, smeet de beker weg en zong uit volle borst:

‘Hij daalde van zijn heuvel en reed door de straten der stad met al hun bochten en trappen naar zijn verborgen schat, naar zijn geheime liefde, zijn schande en zijn vreugd. Geen burcht en geen gouden keten, doen een man half zoveel deugd.’

Ser Kevan bezocht hem die avond niet. Hij zou wel bij heer Tywin zijn en een poging doen de Tyrels tot bedaren te brengen. Ik vrees dat ik die oom voor het laatst heb gezien. Hij schonk nog een beker wijn in. Jammer dat hij Symon Zilvertong had laten doden voordat hij de tekst van het lied in zijn geheel had gehoord. Eigenlijk was het zo slecht nog niet. Vooral niet vergeleken met wat er voortaan over hem gezongen zou worden. Want handen van goud zijn altijd koud, maar vrouwenhanden zijn warm, zong hij. Misschien moest hij die andere verzen zelf maar schrijven. Als hij tijd van leven had.

Die nacht sliep Tyrion Lannister tot zijn verbazing lang en diep. Hij stond bij het ochtendkrieken op, uitgerust en met een gezonde eetlust, en ontbeet met geroosterd brood, bloedworst, appelkoeken en een dubbele portie gekookte eieren met ui en hete Dornse peper. Toen vroeg hij zijn bewakers verlof, zijn kampioen te mogen bezoeken. Ser Addam gaf toestemming. Toen Tyrion prins Oberyn vond, was die onder het drinken van een beker wijn zijn wapenrusting aan het aantrekken. Hij werd geassisteerd door vier van zijn jongere Dornse jonkertjes. ‘Goedemorgen, heer,’ zei de prins. ‘Wilt u een beker wijn?’

‘Is het wel verstandig om voor de strijd te drinken?’

‘Ik drink altijd voor de strijd.’

‘Dat kan uw dood worden. Nog erger, het kan mijn dood worden.’

Prins Oberyn lachte. ‘De goden beschermen de onschuldigen. U bent toch onschuldig, mag ik aannemen?’

‘Alleen aan de moord op Joffry,’ bekende Tyrion. ‘Hopelijk beseft u wie u tegenover u krijgt. Gregor Clegane is…’

‘… groot? Dat heb ik gehoord, ja.’

‘Hij is bijna acht voet lang en moet bijna tweehonderd kilo wegen, allemaal spieren. Hij vecht met een tweehands-slagzwaard maar daar heeft hij maar een hand voor nodig. Het is voorgekomen dat hij mannen met een enkele houw doorkliefde. Zijn harnas is zo zwaar dat geen enkele kleinere man het gewicht kan torsen, laat staan zich erin bewegen.’

Prins Oberyn was niet onder de indruk. ‘Ik heb wel vaker forse kerels gedood. Het gaat erom dat je ze omver krijgt. Als ze eenmaal op de grond liggen, zijn ze dood.’ De Dorner klonk zo zorgeloos zelfverzekerd dat Tyrion bijna gerustgesteld was, tot Oberyn zich omdraaide en zei: ‘Daemon, mijn speer!’ Ser Daemon wierp hem het wapen toe, en de Rode Adder plukte het uit de lucht.

‘U wilt de Berg met een speer tegemoet treden?’ Dat deed Tyrions ongerustheid weer volledig terugkeren. In een veldslag vormden dichte rijen speren een geducht front. Een tweegevecht tegen een bekwaam zwaardvechter daarentegen was een heel andere zaak.

‘In Dorne zijn we dol op speren. Afgezien daarvan is er geen andere manier om zijn bereik te compenseren. Kijkt u maar eens, heer Kobold, maar zorg dat u er niet aan komt.’ De speer was van gedraaid essenhout, acht voet lang, de schacht glad, dik en zwaar. Het laatste stuk, twee voet lang, was van staal: een slanke, bladvormige speerpunt die uitliep in een gemene priem. De randen leken scherp als een scheermes. Toen Oberyn de schacht tussen zijn handpalmen ronddraaide, glansden ze zwart. Olie? Of vergif? Tyrion besloot dat hij dat liever niet wist. ‘Ik hoop dat u daar goed mee om weet te gaan,’ zei hij twijfelend.

‘U zult geen reden tot klagen hebben. Ser Gregor misschien wel. Hoe dik zijn harnas ook is, bij de gewrichten zitten altijd openingen. Aan de binnenkant ran de ellebogen en knieen, onder de oksels… Ik vind wel een plek om hem te kietelen, dat beloof ik u.’

Hij zette de speer weg. ‘Een Lannister betaalt altijd zijn schulden, zeggen ze. Misschien wilt u mee naar Zonnespeer als de aderlating van vandaag achter de rug is? Het zou mijn broer Doran zeer veel genoegen doen de rechtmatige erfgenaam van de Rots van Casterling te ontmoeten… vooral als hij zijn lieftallige vrouw zou meebrengen, de vrouwe van Winterfel.’

Denkt die slang soms dat ik Sansa heb verstopt als een eekhoorn een noot voor zijn wintervoorraad? In dat geval zou Tyrion hem niet uit de droom helpen. ‘Nu ik erover nadenk, zou een reisje naar Dorne me hoogst aangenaam zijn.’

‘Bereid u maar op een langdurig bezoek voor.’ Prins Oberyn nipte van zijn wijn. ‘U en Doran hebben nogal wat wederzijdse interesses te bespreken. Muziek, handel, geschiedenis, wijn, de dwergenpenning… het erfrecht en de opvolgingswetten. Koningin Myrcella zou in de komende tijden van beproeving veel aan de raad van een oom kunnen hebben.’

Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату