begon. De koningsweg loopt recht naar het noorden, hij zal wel vlot vooruitkomen. Zelfs te voet moet hij de Tweeling eerder kunnen bereiken dan wij.’

‘En als je zijn mannen bij de jouwe hebt gevoegd en het huwelijk van mijn broer achter de rug is, wat dan?’

‘Naar het noorden.’ Robb krabde Grijze Wind achter een oor.

‘Over de heirweg? Tegen de Motte van Cailin?’

Hij wierp haar een raadselachtig lachje toe. ‘Dat is een route,’ zei hij, en ze hoorde aan zijn toon dat hij niet meer zou zeggen. Een wijs koning houdt zijn plannen voor zich, bracht ze zichzelf in herinnering.

Ze bereikten Oudestenen na nog acht dagen van gestaag vallende regen en sloegen hun kamp op de heuvel boven de Blauwe Vork op, in een bouwvallig fort van de vroegere rivierkoningen. Aan de funderingen die tussen het onkruid lagen, was nog te zien waar de muren en woontorens hadden gestaan, maar de plaatselijke bevolking had de meeste stenen al lang geleden weggehaald om schuren, septs en hofsteden te bouwen. Niettemin stond er in het hart van wat eens de binnenplaats moest zijn geweest nog een grote, gebeeldhouwde graftombe, half verscholen tussen heuphoog, bruin gras midden in een essenbosje.

Op de deksel van de graftombe was de beeltenis gebeiteld van de man wiens beenderen eronder lagen, maar de regen en de wind hadden hun werk gedaan. Ze konden zien dat de koning een baard had gehad, maar voor de rest was zijn gezicht glad en zonder gelaatstrekken, met slechts vage aanduidingen van een mond, een neus, ogen, en de kroon om zijn slapen. Zijn handen waren om de steel van een stenen strijdhamer op zijn borst gevouwen. Eens moesten er in die strijdhamer runen zijn gekerfd die de naam en geschiedenis ervan vertelden, maar dat was in de loop der eeuwen allemaal weggesleten. De steen zelf was gebarsten en brokkelig op de hoeken, hier en daar lelijk verkleurd door steeds verder uitdijend korstmos, terwijl wilde rozen vanaf de voeten van de koning bijna tot op zijn borst omhoog kropen.

Op deze plaats trof Catelyn Robb aan, terwijl hij somber in de dichter wordende schemering staarde, slechts vergezeld door Grijze Wind. Het was bij uitzondering opgehouden met regenen, en hij was blootshoofds. ‘Heeft dit slot een naam?’ vroeg hij zacht toen ze bij hem kwam staan.

‘Oudestenen. Zo noemden alle boeren hier het toen ik nog een klein meisje was, maar toen het een koningshof was heette het ongetwijfeld anders.’ Haar vader en zij hadden hier eens hun kamp opgeslagen op weg naar Zeegaard. Petyr was daar ook bij…

‘Er bestaat een lied,’ herinnerde hij zich. ‘ “Jannie van Oudestenen met de bloemen in het haar”.’

‘Uiteindelijk worden we allemaal liederen. Als het meezit.’ Zij had die dag gespeeld dat ze Jannie was en zelfs bloemen door haar haren gevlochten. En Petyr had gedaan of hij de Prins der Libellen was. Catelyn kon hooguit twaalf geweest zijn, Petyr niet meer dan een jochie.

Robb bestudeerde de tombe. ‘Wiens graf is dit?’

‘Hier ligt Tristifer, vierde van die naam, de koning der rivieren en heuvels.’ Haar vader had haar eens zijn geschiedenis verteld.

‘Hij heerste van de Drietand tot aan de Nek, duizenden jaren voor Jannie en haar prins, in de tijd dat de koninkrijken der Eerste Mensen een voor een bezweken onder de stormloop van de Andalen. De Hamer der Gerechtigheid, werd hij genoemd. Hij vocht honderd veldslagen uit en won er negenennegentig, althans, volgens de zangers, en dit slot dat hij bouwde was het sterkste in heel Westeros.’ Ze legde een hand op de schouder van haar zoon. ‘Hij sneuvelde in zijn honderdste veldslag, toen zeven Andalenkoningen hun krachten tegen hem hadden vereend. De vijfde Tristifer was niet van zijn statuur, en weldra ging het koninkrijk ten onder, en daarna het slot, en uiteindelijk ook het geslacht. Met Tristifer de Vijfde stierf het huis Modde, dat voor de komst der Andalen duizend jaar over het rivierengebied had geheerst, uit.’

‘Zijn erfgenaam liet het afweten.’ Robb streek met een hand over de ruwe, verweerde steen. ‘Ik had gehoopt dat Jeane zwanger zou zijn als ik vertrok… we hebben het vaak genoeg geprobeerd maar ik ben er niet zeker van…’

‘Het gebeurt niet altijd de eerste keer.’ Al was dat bij jou wel het geval. ‘Of de honderdste. Je bent nog erg jong.’

‘Jong, en koning,’ zei hij. ‘Een koning moet een erfgenaam hebben. Als ik in mijn eerstvolgende veldslag sneuvel, mag het koninkrijk niet met mij eindigen. Volgens de wet is Sansa mijn opvolgster, zodat Winterfel en het noorden op haar overgaan.’ Zijn mond werd een streep. ‘Op haar en haar echtgenoot. Tyrion Lannister. Dat kan ik niet laten gebeuren. Dat zal ik niet laten gebeuren. Die dwerg mag het noorden nooit krijgen.’

‘Nee,’ beaamde Catelyn. ‘Je moet een ander tot erfgenaam benoemen, totdat Jeane je een zoon schenkt.’ Ze dacht even na. ‘Je grootvader van vaderskant had geen broers en zusters, maar zijn vader had een zuster die met een jongere zoon van heer Reymar Roys trouwde, van de jongere tak. Ze hadden drie dochters die allemaal met jonkertjes uit de Vallei trouwden. In elk geval een Wagenholt en een Corbree. De jongste… dat zou een Tempelstee geweest kunnen zijn, maar…’

‘Moeder.’ Robbs toon had iets scherps. ‘U vergeet dat mijn vader vier zonen had.’

Dat was ze niet vergeten. Ze had het willen negeren, maar nu kwam het toch ter sprake. ‘Een Sneeuw is geen Stark.’

‘Jon is meer Stark dan sommige jonkertjes uit de Vallei die Winterfel nog nooit hebben gezien.’

‘Jon is een broeder van de Nachtwacht. Hij heeft gezworen om geen vrouw te nemen en geen grondgebied te bezitten. Zij die het zwart aannemen dienen voor het leven.’

‘Dat geldt ook voor de ridders van de Koningsgarde, maar dat heeft de Lannisters er niet van weerhouden om ser Barristan Selmy en ser Boros Both van hun witte mantels te ontdoen toen ze hen niet meer konden gebruiken. Als ik de Wacht in de plaats van Jon honderd man stuur, wed ik dat ze vast wel een manier weten te vinden om hem van zijn geloften te ontslaan.’

Hij heeft zich hierin vastgebeten. Catelyn wist hoe koppig haar zoon kon zijn. ‘Een bastaard kan niet erven.’

‘Tenzij hij bij koninklijk besluit gewettigd wordt,’ zei Robb.

‘Daar zijn meer precedenten voor dan voor het ontslaan van een Gezworen Broeder van zijn geloften.’

‘Precedenten,’ zei ze verbitterd. ‘Zeker, Aegon de Vierde wettigde al zijn bastaarden op zijn sterfbed. En hoeveel pijn, verdriet, strijd en moord is daar niet van gekomen? Ik weet dat je Jon vertrouwt. Maar kun je zijn zonen vertrouwen? Of hun zonen? De Zwartvier-pretendenten hebben het de Targaryens vijf generaties lang lastig gemaakt, totdat Barristan de Boude de laatste op de Stapstenen doodde. Als je Jon wettigt kun je nooit meer een bastaard van hem maken. Als hij trouwt en nageslacht krijgt, zal geen zoon die jij bij Jeane verwekt ooit veilig zijn.’

‘Jon zou een zoon van mij nooit een haar krenken.’

‘Net zomin als Theon Grauwvreugd Bran of Rickon een haar zou krenken?’

Grijze Wind sprong boven op de crypte van koning Tristifer met zijn tanden ontbloot. Robbs gezicht was koud. ‘Dat is even wreed als onbillijk. Jon is geen Theon.’

‘Dat hoop jij. Heb je aan je zusters gedacht? Hoe zit het met hun rechten? Ik ben het ermee eens dat het noorden niet naar de Kobold mag gaan, maar Arya? Rechtens komt zij na Sansa… je eigen zuster, wettig geboren…’

‘… en dood. Niemand heeft Arya gezien of iets van haar vernomen sinds vader onthoofd is. Waarom maakt u zichzelf iets wijs?

Arya is dood, net als Bran en Rickon, en Sansa zullen ze ook doden zodra die dwerg een kind bij haar heeft verwekt. Jon is de enige broer die mij nog rest. Mocht ik zonder nageslacht overlijden, dan wil ik dat hij mij als Koning in het Noorden opvolgt. Ik had gehoopt dat u die keus zou steunen.’

‘Dat kan ik niet,’ zei ze. ‘In al het andere wel, Robb. In alles. Maar niet in deze… dwaasheid. Vraag dat niet.’

‘Dat hoef ik ook niet. Ik ben de koning.’ Robb draaide zich om en liep weg. Grijze Wind sprong van de tombe en draafde achter hem aan.

Wat heb ik gedaan? dacht Catelyn vermoeid terwijl ze alleen bij de stenen graftombe bleef staan. Eerst maak ik Edmar kwaad en nu Robb weer, maar toch spreek ik alleen maar de waarheid. Zijn mannen zo kwetsbaar dat ze die onverdraaglijk vinden? Op dat moment had ze kunnen huilen, ware het niet dat de hemel dat voor haar deed. Teruglopen naar haar tent en daar zwijgend gaan zitten was het enige waartoe ze nog in staat was. De dagen daarop was Robb overal en alomtegenwoordig:

Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату
×