stappen. De zaal galmde van het gelach bij de blik op ser Balons gezicht.

‘Pas op, uwe genade,’ waarschuwde ser Addam Marbrand de koning. ‘Valyrisch staal is gevaarlijk scherp.’

‘Dat weet ik nog wel.’ Joffry liet Weduwenwee met beide handen in een woeste houw neerdalen op het boek dat Tyrion hem had gegeven. De zware leren omslag werd in een klap doormidden gesneden. ‘Scherp! Zoals ik al zei, ik ben niet onbekend met Valyrisch staal.’ Hij had nog een stuk of zes slagen nodig om het dikke boek in stukken te hakken, en tegen de tijd dat hij klaar was, was de jongen buiten adem. Sansa voelde hoe haar man tegen zijn razernij vocht, terwijl ser Osmond Ketelzwart riep: ‘Ik hoop dat u die gemene kling nooit tegen mij zult gebruiken, sire.’

‘Zorg dan dat u mij nooit aanleiding geeft, ser.’ Joffry veegde met zijn zwaardpunt een stuk Vier Koningslevens van tafel, waarna hij Weduwenwee weer in de schede liet glijden.

‘Uwe genade,’ zei ser Garlan Tyrel. ‘Misschien wist u het niet, maar in heel Westeros waren maar vier exemplaren van dat boek die door Kaeth zelf verlucht waren.’

‘En nu zijn er nog maar drie.’ Joffry gespte zijn oude zwaardriem los om de nieuwe om te doen. ‘U en vrouwe Sansa zijn mij een beter cadeau schuldig, oom Kobold. Dit is helemaal in stukken gehakt.’

Tyrion staarde met zijn ongelijke ogen naar zijn neef. ‘Misschien een mes, sire. Passend bij uw zwaard. Een dolk van hetzelfde fraaie Valyrische staal… laten we zeggen, met een heft van drakenbeen?’

Joff wierp hem een scherpe blik toe. ‘U… ja, een dolk die bij mijn zwaard past, goed.’ Hij knikte. ‘Een… gouden heft met robijnen erin. Drakenbeen is te gewoon.’

‘Zoals u wenst, uwe genade.’ Tyrion dronk weer een beker wijn. Hij had evengoed alleen in zijn bovenzaal kunnen zitten, zoveel aandacht besteedde hij aan Sansa. Maar toen het tijd was om te vertrekken voor de huwelijkssluiting, nam hij haar bij de hand. Toen ze de binnenplaats overstaken ging prins Oberyn van Dorne naast hen lopen, met zijn zwartharige minnares aan de arm. Sansa wierp de vrouw een nieuwsgierige blik toe. Ze was van lage geboorte en ongehuwd, en ze had de prins twee bastaarddochters gebaard, maar ze durfde zelfs de koningin recht in het gezicht te kijken. Shae had haar verteld dat die Ellaria een Lyseense liefdesgodin aanbad. ‘Ze was bijna een hoer toen hij haar vond, vrouwe,’ had de dienstmeid haar toevertrouwd, ‘en nu is ze bijna een prinses.’ Sansa was nog nooit zo dicht bij de Dornse geweest. Ze is niet echt mooi, dacht ze, maar ze heeft iets wat de aandacht trekt.

‘Ik heb eens het geluk gehad om het exemplaar van Vier Koningslevens van de Citadel in te zien,’ zei prins Oberyn tegen haar heer-gemaal. ‘De illuminaties waren wonderschoon om te zien, maar Kaeth is al te mild geweest voor koning Viserys.’

Tyrion keek hem scherp aan. ‘Te mild? Naar mijn mening negeert hij Viserys op schandelijke wijze. Het had Vijf Koningslevens moeten heten.’

De prins lachte. ‘Viserys heeft de kroon nog geen twee weken gedragen.’

‘Hij heeft hem meer dan een jaar gedragen,’ zei Tyrion. Oberyn haalde zijn schouders op. ‘Een jaar of twee weken, wat maakt het uit? Hij vergiftigde zijn eigen neefje om op de troon te komen en toen hij er eenmaal zat, deed hij verder niets meer.’

‘Baelor heeft zichzelf dood gevast,’ zei Tyrion. ‘Zijn oom diende hem trouw als Hand, zoals hij daarvoor de Jonge Draak had gediend. Viserys moge dan maar een jaar lang de kroon hebben gedragen, hij heeft vijftien jaar geregeerd, terwijl Daeron oorlog voerde en Baelor bad.’ Hij trok een zuur gezicht. ‘En al zou hij zijn neefje uit de weg geruimd hebben, kunt u het hem kwalijk nemen?

Iemand moest het rijk toch zeker tegen Baelors dwaasheden beschermen?’

Sansa was geschokt. ‘Maar Baelor de Gezegende was een groot koning. Hij liep barrevoets over de Beenderweg om vrede met Dorne te sluiten en hij redde de Drakenridder uit een slangenkuil. De adders weigerden hem te bijten omdat hij zo zuiver en heilig was.’

Prins Oberyn glimlachte. ‘Als u een adder was, vrouwe, zou u dan een bloedeloze stok als Baelor de Gezegende willen bijten? Ik zou mijn giftanden liever voor een sappiger lichaam bewaren.’

‘Mijn prins houdt u voor het lapje, vrouwe Sansa,’ zei de vrouw Ellaria Zand. ‘De septons en zangers mogen graag beweren dat de slangen Baelor niet beten, maar de werkelijkheid is heel anders. Hij is tientallen keren gebeten, en normaal gesproken had hij eraan moeten sterven.’

‘In dat geval was Viserys ruim tien jaar koning geweest,’ zei Tyrion, ‘en de Zeven Koninkrijken waren beter af geweest. Volgens sommigen had al dat vergif Baelors geest aangetast.’

‘Ja,’ zei prins Oberyn, ‘maar in deze Rode Burcht van u heb ik geen slangen gezien. Dus hoe verklaart u Joffry?’

‘Liever niet.’ Tyrion boog stijfjes het hoofd. ‘Als u ons wilt verontschuldigen? Onze draagkoets wacht.’ De dwerg hielp Sansa naar binnen en klauterde onhandig achter haar aan. ‘Wilt u zo goed zijn de gordijnen te sluiten, vrouwe?’

‘Moet dat echt, heer?’ Sansa wilde niet achter de gordijnen opgesloten zitten. ‘Het is zo’n mooie dag.’

‘De brave inwoners van Koningslanding zullen de draagkoets waarschijnlijk met mest bekogelen als ze mij hier zien zitten. Doe ons allebei een genoegen, vrouwe. Sluit de gordijnen.’

Ze deed wat hij zei. Zo zaten ze een tijdlang, terwijl de lucht om hen heen warm en bedompt werd. ‘Het spijt mij van uw boek, heer,’ dwong ze zichzelf te zeggen.

‘Het was Joffry’s boek. Als hij het gelezen had, had hij er het een en ander van kunnen leren.’ Hij klonk verstrooid. ‘Ik had beter moeten weten. Ik had… een heleboel dingen moeten doorzien.’

‘Misschien zal de dolk hem beter bevallen.’

Als de dwerg grimaste ging zijn litteken strak staan en verwrong.

‘Die jongen heeft wel een dolk verdiend, vindt u ook niet?’ Gelukkig wachtte Tyrion haar antwoord niet af. ‘Joff heeft in Winterfel ruzie gemaakt met uw broer Robb. Weet u of er ook onenigheid was tussen Bran en zijne genade?’

‘Bran?’ De vraag bracht haar in de war. ‘Voordat hij viel, bedoelt u?’ Ze probeerde het zich te binnen te brengen. Het was allemaal zo lang geleden. ‘Bran was een lieve jongen. Iedereen was dol op hem. Hij en Tommen vochten met houten zwaarden, staat me bij, maar dat was maar een spelletje.’

Tyrion verviel weer in humeurig stilzwijgen. Sansa hoorde buiten in de verte het gerinkel van kettingen: het valhek werd opgetrokken. Even later klonk er een kreet, en schommelend kwam hun draagkoets in beweging. Verstoken van het uitzicht verkoos ze naar haar handen te staren, zich onaangenaam bewust van de ongelijke ogen van haar echtgenoot. Waarom kijkt hij zo naar me?

‘U hield van uw broers, net zoals ik van Jaime houd.’

Is dit soms een Lannister-valstrik om me verraderlijke taal te laten spreken? ‘Mijn broers waren verraders en hebben verradersgraven gekregen. Het is verraad om van een verrader te houden.’

Haar kleine echtgenoot snoof. ‘Robb had de wapens opgenomen tegen de rechtmatige koning. Volgens de wet was hij daarmee een verrader. Maar de anderen zijn te jong gestorven om te weten wat verraad was.’ Hij wreef over zijn neus. ‘Sansa, weet jij wat er in Winterfel met Bran gebeurd is?’

‘Bran is gevallen. Hij klom altijd overal op, en ten slotte viel hij. Daar waren we altijd al bang voor geweest. En Theon Grauwvreugd heeft hem gedood, maar dat was later.’

‘Theon Grauwvreugd.’ Tyrion zuchtte. ‘Je moeder heeft me er eens van beschuldigd… nou ja, ik zal je niet lastig vallen met de onaangename details. Ze beschuldigde me vals. Ik heb je broer Bran nooit enig kwaad gedaan. En tegen jou heb ik ook geen kwaad in de zin.’

Wat wil hij dat ik zeg? ‘Dat is prettig om te weten, heer.’ Hij wilde iets van haar, maar Sansa wist niet wat. Hij lijkt net een uitgehongerd kind, maar ik heb geen eten voor hem. Waarom laat hij me niet met rust?

Tyrion wreef nog eens over zijn met littekens en korsten overdekte neus, een akelige gewoonte die de aandacht op zijn akelige gezicht vestigde. ‘Je hebt me nooit gevraagd hoe Robb of je moeder zijn omgekomen.’

‘Ik… wil het liever niet weten. Ik zou er nachtmerries van krijgen.’

‘Dan zeg ik verder niets.’

‘Dat… dat is heel vriendelijk van u.’

‘O, ja,’ zei Tyrion. ‘Ik ben de vriendelijkheid zelve. En ik weet alles van nachtmerries.’

Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату