Tyrion
De nieuwe kroon die zijn vader het Geloof had geschonken was tweemaal zo hoog als de vorige, die door de meute kapotgeslagen was: een juweel van kristal en gesponnen goud. Hij fonkelde in alle kleuren van de regenboog zodra de Hoge Septon zijn hoofd bewoog, maar Tyrion vroeg zich af hoe de man het gewicht ervan kon dragen. En zelfs hij moest toegeven dat Joffry en Marjolij een koninklijk paar vormden, zoals ze daar zij aan zij naast de torenhoge, vergulde beelden van de Vader en de Moeder stonden.
De bruid zag er lieftallig uit in haar ivoorwitte zijde en Myrisch kant, haar rokken versierd met zaadparels in een patroon van bloemen. Als de weduwe van Renling zou ze het recht hebben gehad om de Baratheon-kleuren te dragen, goud met zwart, maar ze was gekomen als Tyrel, in een maagdenmantel van groen fluweel, bestikt met honderden rozen van gouddraad. Hij vroeg zich af of ze echt nog maagd was.
Hij had het al veel eerder door moeten hebben. Jaime zou nooit een ander sturen om iemand voor hem te doden en Cersei was te sluw om een mes te gebruiken dat met haar in verband gebracht kon worden, maar Joff, de arrogante, achterbakse, stompzinnige kleine smeerlap die hij was…
Hij herinnerde zich een koude ochtend waarop hij de steile buitentrap van de bibliotheek van Winterfel was afgedaald en beneden prins Joffry had aangetroffen, die tegen de Jachthond over het doden van wolven stond te grappen.
De dolk van de prins had een heft vol juwelen en een met goud ingelegd lemmet, meende Tyrion zich te herinneren. Joff was in elk geval niet zo dom geweest om die te gebruiken. In plaats daarvan had hij in zijn vaders wapenverzameling gesnuffeld. Robert Baratheon strooide onbekommerd met geschenken en zou zijn zoon elke dolk hebben gegeven die hij hebben wilde… maar Tyrion vermoedde dat de jongen hem gewoon achterovergedrukt had. Robert was met een lange sleep ridders en volgelingen, een reusachtig huis op wielen en een bagagetros naar Winterfel gereisd. Er was vast wel een ijverige bediende geweest die had gezorgd dat de wapens van de koning ook meegingen, voor het geval hij er een van wilde hebben.
Het mes dat Joff had uitgekozen was goed en onversierd. Geen gouden ornamenten, geen edelstenen op het heft, geen met zilver ingelegd lemmet. Koning Robert had het nooit bij zich gedragen, wist waarschijnlijk niet eens meer dat hij het had. Toch was het Valyrische staal dodelijk scherp… scherp genoeg om met een snelle haal door huid, pezen en spieren te snijden.
De zeven geloften werden afgelegd en de zeven zegeningen afgeroepen. Toen het bruiloftslied gezongen en de uitdaging onbeantwoord was gebleven, was het tijd voor het wisselen van de mantels. Terwijl hij probeerde tussen zijn vader en zijn oom Kevan door te kijken, verplaatste Tyrion zijn gewicht van het ene onvolgroeide been naar het andere.
Hamer Tyrel nam zijn dochter teder haar maagdenmantel af, terwijl Joffry de opgevouwen bruidsmantel van zijn broer Tommen aannam en hem met een zwierig gebaar uitschudde. De jonge koning was met zijn dertien jaar net zo lang als zijn bruid op haar zestiende. Hij had geen narrenrug nodig om bovenop te klimmen. Hij hulde Marjolij in het karmijnrood met goud en boog zich naar voren om de gesp bij haar keel dicht te sluiten. En zo simpel ging ze van haar vaders bescherming in die van haar echtgenoot over.
‘Met deze kus wijd ik u mijn liefde toe!’ verklaarde Joffry galmend. Toen Marjolij de woorden herhaalde trok hij haar naar zich toe en kuste haar langdurig en intens. Opnieuw danste er een regenboog van licht om de kroon van de Hoge Septon toen hij plechtig verklaarde dat Joffry van de huizen Baratheon en Lannister en Marjolij van het huis Tyrel een vlees, een hart en een ziel waren.
Ser Loras en ser Meryn liepen in hun witte schubbenpantser en sneeuwblanke mantel aan het hoofd van de stoet de sept uit. Daarna kwam prins Tommen, die uit een mandje rozenblaadjes voor de koning en de koningin strooide. Na het koninklijk paar volgde koningin Cersei en heer Tyrel en daarna de moeder van de bruid, arm in arm met heer Tywin. De Doornenkoningin schuifelde achter hen aan, met haar ene hand op de arm van ser Kevan Lannister en de andere op haar stok, haar tweelingwachters vlak achter haar, voor het geval ze viel. Daarna kwamen ser Garlan Tyrel en zijn vrouwe, en ten slotte was het hun beurt.
‘Madame.’ Tyrion bood Sansa zijn arm. Plichtmatig nam ze hem aan, maar terwijl ze samen door het gangpad liepen voelde hij hoe stijf ze zich hield. Ze keek niet een keer op hem neer. Zelfs voordat hij de deuren bereikte hoorde hij de mensen buiten juichen. De massa was zo dol op Marjolij dat ze zelfs bereid waren om weer van Joffry te houden. Zij was van Renling geweest, de knappe jonge prins die hen zo had liefgehad dat hij van gene zijde van het graf was teruggekeerd om hen te redden. En in haar kielzog was de overvloed van Hooggaarde vanuit het zuiden over de rozenweg gestroomd. De dwazen leken vergeten te zijn dat Hamer Tyrel degene was geweest die om te beginnen de rozenweg afgesloten en die vervloekte hongersnood veroorzaakt had. Ze stapten de frisse herfstlucht in. ‘Ik was al bang dat we nooit meer zouden ontsnappen,’ schertste Tyrion.
Toen moest Sansa hem wel aankijken. ‘Ik… ja heer. Zoals u zegt.’
Ze keek treurig. ‘Maar het was zo’n mooie ceremonie.’
Joffry en Marjolij stonden met de Koningsgarde om zich heen boven aan de trap die op het brede marmeren plein uitkwam. Ser Addam en zijn goudmantels hielden de menigte in bedwang, terwijl het standbeeld van Baelor de Gezegende welwillend op hen neerzag. Tyrion moest wel met de anderen in de rij gaan staan om zijn felicitaties aan te bieden. Hij kuste Marjolij’s vingers en wenste haar alle geluk van de wereld. Gelukkig stonden anderen achter hen op hun beurt te wachten, zodat ze niet lang hoefden te blijven. Hun draagkoets had in de zon gestaan en achter de gordijnen was het heet. Toen ze deinend in beweging kwamen, liet Tyrion zich op een elleboog achterover zakken, terwijl Sansa naar haar handen staarde. Ze
