van de eunuch… of voor zijn kleine ratten, zoals ik ze noem. In het godenwoud zijn bomen in plaats van muren. Boven is de hemel in plaats van een zoldering. Wortels, aarde en rots, in plaats van een vloer. De ratten kunnen geen kant op. Ratten moeten zich verstoppen, willen ze niet door mensen aan het zwaard geregen worden.’ Heer Petyr nam haar arm. ‘Kom, ik breng u naar uw hut. Ik weet dat u een lange, vermoeiende dag achter de rug hebt. U bent vast moe.’
Het roeibootje was al niet meer dan een sliertje rook en vuur achter hen, vrijwel geheel opgegaan in de oneindigheid van de ochtendzee. Er was geen weg terug, ze kon alleen maar voorwaarts.
‘Doodmoe,’ gaf ze toe.
Terwijl hij haar benedendeks bracht, zei hij: ‘Vertel me over het feest. De koningin had zich zoveel moeite getroost. De zangers, de goochelaars, de dansende beer… Vond je kleine heer-gemaal mijn toernooidwergen leuk?’
‘De uwe?’
‘Ik moest ze helemaal uit Braavos laten komen en ze voor de bruiloft in een bordeel verstoppen. De kosten werden alleen door de moeite overtroffen. Het is verbazend lastig om een dwerg te verstoppen, en Joffry… je kunt een koning wel naar het water leiden, maar Joffry moest je er eerst mee nat spetteren voordat hij begreep dat het drinkbaar was. Toen ik hem van mijn kleine verrassing vertelde, zei zijne genade: “Wat moet ik met een paar lelijke dwergen op mijn feest? Ik heb een hekel aan dwergen.” Ik moest hem bij zijn schouder pakken en fluisteren: “Maar niet zo erg als uw oom.” ’
Het dek deinde onder haar voeten, en Sansa had het gevoel dat de wereld zelf wankelde. ‘Ze denken dat Tyrion Joffry heeft vergiftigd. Ser Dontos zei dat ze hem gegrepen hadden.’
Pinkje glimlachte. ‘Het weduwschap zal goed bij je passen, Sansa.’
De gedachte bezorgde haar vlinders in haar buik. Ze hoefde misschien nooit meer samen in een bed te liggen met Tyrion. Dat was toch precies wat ze wilde… of niet?
De hut was laag en benauwd, maar in de smalle kooi was een comfortabel donzen bed gespreid, met dikke bontvellen erop. ‘Het is een beetje erg knus, dat besef ik, maar je zult het niet al te oncomfortabel vinden.’ Pinkje wees naar een cederhouten kist onder de patrijspoort. ‘Daarin vind je schone kleren. Jurken, kleingoed, warme kousen, een mantel. Alleen maar wol en linnen, vrees ik, een zo schone maagd onwaardig. Maar je zult je er wel droog en schoon in voelen tot we iets mooiers voor je vinden.’
‘Waarom zou ik op zijn dood uit zijn?’ Pinkje haalde zijn schouders op. ‘Ik had geen motief. Bovendien ben ik duizenden mijlen ver weg in de Vallei. Zorg dat je de vijand altijd in het onzekere houdt. Als ze nooit zeker weten wie je bent of wat je wilt, kunnen ze ook niet weten wat je nu weer zult doen. Soms is de beste manier om ze in verwarring te brengen, zetten doen die nergens op slaan of zelfs in je eigen nadeel lijken. Onthou dat goed, Sansa, als je het spel zelf gaat spelen.’
‘Welk… welk spel?’
‘Het enige. Het spel der tronen.’ Hij streek een haarsliert bij haar weg. Je bent oud genoeg om te weten dat je moeder en ik meer dan vrienden waren. Er is een tijd geweest dat ik in deze wereld niets anders wilde dan Cat. Ik had het lef om te dromen over het leven dat we zouden leiden en de kinderen die ze me zou baren… maar zij was een dochter van Stroomvliet en van Hoster Tulling.
Jaime
‘De Kobold heeft hem met een dolk de keel afgesneden,’ verklaarde een straatventer in de herberg langs de weg waar ze de nacht doorbrachten. ‘Hij heeft zijn bloed gedronken uit een grote gouden kelk.’ De man herkende de eenhandige ridder met de baard en de grote vleermuis op zijn schild net zomin als enig ander, dus zei hij dingen die hij voor zich gehouden zou hebben als hij geweten had wie zijn toehoorder was.
‘Het was vergif,’ hield de waard vol. ‘Het gezicht van de jongen werd zo blauw als een pruim.’
‘Moge de Vader rechtvaardig over hem oordelen,’ mompelde een septon.
‘De vrouw van de dwerg was medeplichtig,’ zwoer een boogschutter in de livrei van heer Rowin. ‘Na afloop verdween ze in een wolk van zwavel uit de zaal, en later hebben ze het spook van een schrikwolf door de Rode Burcht zien sluipen, met zijn kaken druipend van het bloed.’
Jaime zat er al die tijd zwijgend bij en liet de woorden over zich heen spoelen, een hoorn bier vergeten in zijn goede hand.
De volgende dag reden ze op Jaimes aandringen stevig door. Zijn zoon was dood, en zijn zuster had hem nodig.
Toen hij de stad voor zich zag liggen, de wachttorens donkere silhouetten tegen de invallende duisternis, reed Jaime Lannister op een sukkeldraf j e naar Staalpoot Walten, die achter Nees met de vredesbanier reed.
‘Wat is dat voor smerige stank?’ klaagde de noorderling.
‘Ja, Withaven, maar dat stonk lang niet zo erg.’
‘Withaven staat tot Koningslanding als mijn broer Tyrion tot Gregor Clegane.’
Nees leidde hen een lage heuvel op. De vredesbanier met de zeven wimpels bolde en kronkelde in de wind, en de gepolijste, zevenpuntige ster schitterde op de stok. Weldra zou hij Cersei zien, en Tyrion, en hun vader.
Jaime had hem geboren zien worden, dat was waar, al was dat meer omwille van Cersei dan van het kind geweest. Maar hij had hem nooit vastgehouden. ‘Wat voor indruk zou dat maken?’ had zijn zuster waarschuwend gezegd toen de vrouwen hen eindelijk alleen lieten. ‘Het is al erg genoeg dat Joff op jou lijkt, dus je moet niet ook nog eens met hem gaan tutten.’ Jaime had zich zonder veel verzet gewonnen gegeven. De jongen was een krijsend roze geval geweest dat veel te veel van Cerseis tijd, Cerseis liefde en Cerseis borsten opeiste. Robert mocht hem houden.
Hij wendde abrupt zijn paard en galoppeerde terug, op zoek naar Brienne.
