‘Jij wordt van vorstenmoord en verwantenmoord beschuldigd. Denk je echt dat je verlof krijgt om te gaan en staan waar je wilt?’
Ser Kevan wuifde naar de tafel. ‘Je hebt een ganzenveer, inkt en perkament. Schrijf de namen van de getuigen op die je wilt hebben, en ik zal alles doen wat in mijn macht ligt om ze boven water te krijgen, op mijn woord als Lannister. Maar je zult deze toren pas verlaten voor je proces.’
Tyrion wilde zich niet tot gebedel verlagen. ‘Mag mijn schildknaap wel ongehinderd komen en gaan? De jonge Podderik Peyn?’
‘Zeker, als je dat wilt. Ik stuur hem naar je toe.’
‘Graag. Liever vroeg dan laat, en liever nu dan vroeg.’ Hij waggelde naar de schrijftafel. Maar toen hij de deur hoorde opengaan, keerde hij zich om en zei: ‘Oom?’
Ser Kevan bleef staan. ‘Ja?’
‘Ik heb het niet gedaan.’
‘Ik wou dat ik dat kon geloven, Tyrion.’
Toen de deur dichtging, hees Tyrion Lannister zich op de stoel, puntte een ganzenveer en trok een leeg vel perkament naar zich toe.
Tyrion legde de ganzenpen neer. ‘Ga Bronn zoeken en breng hem meteen hier. Zeg hem dat er goud voor hem in zit, meer goud dan hij ooit heeft durven dromen, en zorg dat je niet zonder hem terugkomt.’
‘Jawel, heer. Ik bedoel, nee. Ik zal het niet doen. Terugkomen.’
Hij was met zonsondergang nog niet terug, en evenmin toen de maan opging. Tyrion viel op de vensterbank in slaap, om met het aanbreken van de dag stijf en pijnlijk wakker te worden. Een bediende bracht hem havermout en appels voor het ontbijt, met een hoorn bier. Hij at aan de tafel met het lege perkament voor zich. Een uur later kwam de bediende terug om de kom te halen. ‘Heb je mijn schildknaap gezien?’ vroeg Tyrion. De man schudde zijn hoofd.
Zuchtend keerde hij zich weer naar de tafel toe en doopte de pen weer in de inkt.
Aangenomen dat Joffry niet domweg in een hap eten gestikt was — iets waar zelfs Tyrion niet aan wilde — moest Sansa hem hebben vermoord.
En toch… waar had Sansa vergif vandaan moeten halen? Hij kon zich niet voorstellen dat het meisje dit alleen had gedaan.
‘Ik bedenk te zijner tijd nog wel andere.’
‘Doe dat liever meteen. De rechters zijn van plan over drie dagen met het proces te beginnen.’
‘Dat is te snel. U hebt me hier onder bewaking opgesloten, hoe moet ik op die manier mensen vinden die mijn onschuld kunnen bewijzen?’
‘Het heeft je zuster geen moeite gekost om mensen te vinden die je schuld kunnen bewijzen.’ Ser Kevan rolde het perkament op. ‘Ser Addam heeft zijn mannen op weg gestuurd om je vrouw te zoeken. Varys heeft honderd hertenbokken uitgeloofd voor tips omtrent haar verblijfplaats en honderd draken voor het meisje zelf. Als ze te vinden is zal ze gevonden worden, en dan breng ik haar bij je. Ik zie niet in wat er voor kwaad in schuilt om man en vrouw dezelfde cel te laten delen, zodat ze elkaar kunnen troosten.’
‘Heel vriendelijk van u. Hebt u mijn schildknaap gezien?’
‘Ik had hem gisteren naar je toegestuurd. Is hij niet komen opdagen?’
‘Jawel,’ gaf Tyrion toe, ‘en toen ging hij weer weg.’
‘Ik stuur hem wel weer terug.’
Maar Podderik Peyn kwam pas de volgende ochtend terug. Hij stapte aarzelend het vertrek binnen, de angst levensgroot op zijn gezicht geschreven. Bronn volgde. De huurling-ridder droeg een met zilver bezet wambuis en een zware ruitermantel, en hij had een paar fraai bewerkte leren handschoenen in zijn zwaardriem gestoken. Een blik op Bronns gezicht bezorgde Tyrion een wee gevoel in zijn maag. ‘Dat heeft lang geduurd.’
‘De jongen smeekte het me, anders zou ik helemaal niet zijn gekomen. Ik word voor de avondmaaltijd in kasteel Stookewaard verwacht.’
‘Stookewaard?’ Tyrion sprong van het bed. ‘En mag ik vragen wat je in Stookewaard te zoeken hebt?’
‘Een bruid.’ Bronn glimlachte als een wolf die peinzend naar een verdwaald lammetje kijkt. ‘Ik trouw overmorgen met Lollys.’
‘Lollys.’
‘Mijn teef van een zuster heeft je een kreupel paard verkocht. Die meid is achterlijk.’
‘Als ik om hersens verlegen zat, zou ik met jou trouwen.’
‘Lollys is zwanger van andermans kind.’
‘En nadat ze dat geworpen heeft, bezwanger ik haar met het mijne.
‘Ze is niet eens erfgename van Stookewaard,’ bracht Tyrion hem onder de aandacht. ‘Ze heeft een oudere zuster. Falyse. Een getrouwde zuster.’
‘Tien jaar getrouwd en nog steeds kinderloos,’ zei Bronn. ‘Haar heer-gemaal mijdt haar bed. Hij schijnt de voorkeur te geven aan maagden.’
‘Al gaf hij de voorkeur aan geiten, dan deed dat er nog niet toe. Het grondgebied gaat na vrouwe Tanda’s dood hoe dan ook naar zijn echtgenote.’
‘Tenzij Falyse voor haar moeder sterft.’
Tyrion vroeg zich af of Cersei er enig idee van had wat voor adder ze vrouwe Tanda had gegeven om aan haar borst te koesteren.
Bronn haalde zijn schouders op. ‘Je hebt eens gezegd dat als iemand me eens zou vragen jou te verkopen, jij dan de prijs zou verdubbelen.’
‘Een van allebei is genoeg. Maar als je wilt dat ik Gregor Clegane voor je dood, dan moet het wel een verdomd groot kasteel zijn.’
De Zeven Koninkrijken zaten vol met hooggeboren maagden, maar zelfs de oudste, armste en lelijkste vrijster in het rijk zou ervoor terugdeinzen met zulk laaggeboren tuig als Bronn te trouwen.
‘Ik heb op dit ogenblik met een betreurenswaardig tekort aan kastelen en hooggeboren maagden te kampen,’ gaf Tyrion toe.
‘Maar net als vroeger kan ik je goud en dankbaarheid bieden.’
‘Ik heb al goud. Wat koop ik voor dankbaarheid?’
‘Daar zul je nog van opkijken. Een Lannister betaalt zijn schulden.’
‘Je zuster is ook een Lannister.’
‘Mijn gemalin is erfgename van Winterfel. Als ik hier met mijn hoofd op mijn schouders van afkom, zal ik misschien op een dag in haar naam over het noorden heersen. Ik zou jou daar een stevige portie van kunnen serveren.’
