‘Zeker, heer.’

‘Dan kunt u plaatsnemen.’ De woorden waren ritueel. Voor de zeven zitting konden houden, moest eerst worden vastgesteld dat de koning veilig was.

Ser Boros en ser Meryn zaten rechts van hem, met tussen hen in een lege zetel voor ser Arys Eikhart, die in Dorne was. Ser Osmond, Ser Balon en ser Loras namen links van hem plaats. De oude en de nieuwe garde. Jaime vroeg zich af of dat iets te betekenen had. Er waren perioden in de geschiedenis waarin de Koningsgarde onderling verdeeld was geweest, met name, en zeer diepgaand, tijdens de Drakendans. Moest hij daar ook voor vrezen?

Het bezorgde hem een vreemd gevoel om op de plaats van de bevelhebber te zitten, die zo lang door ser Barristan de Boude was ingenomen. En nog vreemder om hier als verminkte te zitten. Niettemin was het zijn plaats, en dit was nu zijn Koningsgarde. De zeven van Tommen.

Jaime had jarenlang met Meryn Trant en Boros Both gediend, bekwame krijgslieden, maar Trant was slinks en wreed en Both een norse windbuil. Ser Balon Swaan paste beter bij zijn mantel, en de Bloemenridder werd geacht, alles te zijn wat een ridder moest zijn. De vijfde man, die Osmond Ketelzwart, was een onbeschreven blad voor hem.

Hij vroeg zich af wat ser Arthur Dayn van deze lieden gezegd zou hebben. ‘Hoe komt het dat de Koningsgarde zo diep gezonken is,’ hoogstwaarschijnlijk. ‘Dat komt door mij,’ zou ik dan moeten antwoorden. ‘Ik heb de deur opengezet en werkeloos toegezien toen het ongedierte binnen kwam kruipen.’

‘De koning is dood,’ begon Jaime. ‘De zoon van mijn zuster, een jongen van dertien, is in zijn eigen zaal tijdens zijn eigen bruiloft vermoord. U was alle vijf aanwezig. U had hem alle vijf moeten beschermen. Desondanks is hij dood.’ Hij wachtte af wat ze daarop te zeggen hadden, maar geen van hen schraapte zelfs maar zijn keel. Die jongen van Tyrel is boos, en Balon Swaan schaamt zich, oordeelde hij. Bij de overige drie bespeurde Jaime slechts onverschilligheid. ‘Heeft mijn broer dit gedaan?’ vroeg hij botweg. ‘Heeft Tyrion mijn neefje vermoord?’

Ser Balon ging ongemakkelijk verzitten. Ser Boros balde een vuist. Osmond haalde loom zijn schouders op. Het was Meryn Trant die ten slotte antwoord gaf. ‘Hij heeft Joffry’s beker met wijn gevuld. Bij die gelegenheid moet hij er heimelijk vergif in gedaan hebben.’

‘U weet zeker dat het vergif in de wijn zat?’

‘Waarin anders?’ zei ser Boros Both. ‘De Kobold heeft de droesem op de vloer gegoten. Waarom deed hij dat, als het niet was om de wijn weg te gooien die zijn schuld kon bewijzen?’

‘Hij wist dat die wijn vergiftigd was,’ zei ser Meryn. Ser Balon Swaan fronste. ‘De Kobold was niet alleen op de verhoging. Integendeel. In dat stadium van het feest liepen en stonden er overal mensen. Ze wisselden van plaats, glipten weg naar het gemak, bedienden kwamen en gingen… de koning en de koningin hadden net de bruiloftspastei aangesneden, aller ogen waren op hen of op die driewerf vervloekte duiven gericht. Geen mens keek naar die wijnbeker.’

‘Wie bevonden zich nog meer op de verhoging?’ vroeg Jaime. Ser Meryn gaf antwoord. ‘De verwanten van de koning, de verwanten van de bruid, grootmaester Pycelle, de Hoge Septon…’

‘Dat is onze gifmenger,’ opperde ser Osmond Ketelzwart met een sluwe grijns. ‘Veel te vroom, die ouwe kerel. Zijn gezicht heeft mij ook al nooit aangestaan.’ Hij lachte.

‘Nee,’ zei de Bloemenridder, niet geamuseerd. ‘Sansa Stark was de gifmengster. U vergeet allemaal dat mijn zuster ook uit die kelk dronk. Sansa Stark was de enige in de hele zaal die een reden had om behalve de koning ook Marjolij dood te wensen. Door vergif in de bruidskelk te strooien, hoopte ze hen alle twee te vermoorden. En waarom is ze naderhand weggerend, als ze niet schuldig was?’

Wat die jongen zegt, is logisch. Misschien is Tyrion toch onschuldig. Maar daarmee hadden ze het meisje nog steeds niet gevonden. Wie weet moest Jaime zich daar zelf eens over buigen. Om te beginnen zou het goed zijn, erachter te komen hoe ze het kasteel uit had kunnen komen. Daar heeft Varys misschien zo zijn ideeen over.

Maar dat kon wachten. Op dit moment had Jaime dringender zorgen. ‘U zegt dat u de bevelhebber van de Koningsgarde bent?’ had zijn vader gezegd. ‘Ga dan, en doe uw plicht.’ Deze vijf waren niet de broeders die hij zou hebben uitgekozen, maar wel de broeders die hij had. Het was tijd dat hij hen in de hand kreeg.

‘Wie het ook gedaan heeft,’ zei hij tegen hen, ‘Joffry is dood en de IJzeren Troon behoort nu aan Tommen toe. Het ligt in mijn bedoeling dat hij erop blijft zitten totdat zijn haar wit wordt en zijn tanden uitvallen. En niet door vergif.’ Jaime wendde zich tot ser Boros Both. De man was de laatste jaren gezet geworden, al was hij zo grof gebouwd dat hij het gewicht wel dragen kon. ‘Ser Boros, u lijkt me iemand die wel van eten houdt. Voortaan proeft u alles wat Tommen eet of drinkt.’

Ser Osmond Ketelzwart lachte hardop en de Bloemenridder glimlachte, maar ser Boros werd zo rood als een biet. ‘Ik ben geen voorproever! Ik ben een ridder van de Koningsgarde!’

‘Helaas wel.’ Cersei had de man nooit van zijn witte mantel mogen ontdoen. Maar zijn vader had de schande alleen maar groter gemaakt door hem terug te geven. ‘Mijn zuster heeft me verteld hoe vlot u mijn neefje aan Tyrions huurlingen hebt uitgeleverd. Hopelijk vindt u wortelen en erwten minder bedreigend. Als uw gezworen broeders op het binnenhof met zwaard en schild oefenen, mag u oefenen met lepel en bord. Tommen is dol op appelkoeken. Zorgt u ervoor dat daar geen huurlingen mee vandoor gaan.’

‘Slaat u die toon tegen mij aan? Uitgerekend u?’

‘U had moeten sterven voor u Tommen liet ontvoeren.’

‘Zoals u stierf om Aerys te beschermen, ser?’ Ser Boros kwam zwaaiend overeind en greep zijn zwaardgevest. ‘Ik weiger… Ik weiger dit te slikken! U kunt beter zelf voorproever worden, dunkt me. Waar is een verminkte anders goed voor?’

Jaime glimlachte. ‘Mee eens. Ik ben even ongeschikt als u om de koning te bewaken. Dus trekt u dat zwaard dat u daar staat te aaien, dan zullen we zien hoe u het er met twee handen tegen mijn ene hand van afbrengt. Na afloop is een van ons dood, en de Koningsgarde is beter af.’ Hij stond op. ‘Of u hervat uw taken, als u dat liever doet.’

‘Ba!’ Ser Boros hoestte een klodder groen slijm op, spuwde die Jaime voor de voeten en beende naar buiten met zijn zwaard nog in de schede.

De man is een lafbek, en dat is maar goed ook. Al was hij dik, al een dagje ouder en nooit uitzonderlijk goed geweest, ser Boros had hem niettemin in bloedige mootjes kunnen hakken. Maar dat weet Boros niet, en de rest mag er ook niet achter komen. Ze vreesden de man die ik was; met de man die ik nu ben zouden ze medelijden hebben.

Jaime ging weer zitten en wendde zich tot Ketelzwart. ‘Ser Osmond, ik ken u niet. Dat vind ik vreemd. Ik heb overal in de Zeven Koninkrijken aan toernooien, melees en veldslagen deelgenomen. Ik ken iedere hagenridder, vrijruiter en omhooggevallen schildknaap met enige bekwaamheid die zich ooit heeft aangematigd in het strijdperk een lans te breken. Dus hoe komt het dat ik nooit van u heb gehoord, ser Osmond?’

‘Dat zou ik niet kunnen zeggen, heer.’ Hij had een brede glimlach op zijn gezicht, ser Osmond, alsof hij en Jaime oude wapenbroeders waren die een leuk spelletje speelden. ‘Ik ben een krijgsman, dat wel, geen toernooiridder.’

‘Waar hebt u gediend voordat mijn zuster u vond?’

‘Her en der, heer.’

‘Ik ben in het zuiden in Oudstee geweest en in het noorden in Winterfel. Ik ben in het westen in Lannispoort geweest en in het oosten in Koningslanding. Maar in Her ben ik nooit geweest. Noch in Der.’ Bij gebrek aan een vinger wees Jaime met zijn stomp naar ser Osmonds haviksneus. ‘Ik vraag het nog maar eens. Waar hebt u gediend?’

‘Op de Stapstenen. Een poosje in de Betwiste Landen. Daar wordt altijd gevochten. Ik maakte deel uit van de Dapperen. We hebben voor Lys gevochten, en ook een poosje voor Tyrosh.’

Jullie vochten voor iedereen die betaalde. ‘Waar bent u tot ridder geslagen?’

‘Op een slagveld.’

‘Door wie?’

‘Door ser Robert… Steen. Die is nu dood, heer.’

Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату