toren was klein… en haar tante hield woord door inderdaad te gillen. Buiten was het gaan regenen, hetgeen de feestvierders de een verdieping lager gelegen zaal binnen dreef, waar ze bijna ieder woord verstonden. ‘Petyr,’ kreunde haar tante. ‘O Petyr, Petyr, lieve
‘Maak een kind bij me, Petyr,’ gilde ze, ‘maak nog een lief klein kindje bij me. O Petyr, mijn schat, mijn schat,
Ze bleef lange tijd buiten. Toen ze eindelijk haar eigen bed opzocht, nat en verkild, werd de inmiddels donkere zaal nog slechts door de vage gloed van een turfvuur verlicht. Boven was geen geluid meer te horen. De jonge zanger zat in een hoek en speelde een langzaam lied voor zichzelf. Een van de kameniers van haar tante zat in heer Petyrs zetel een ridder te kussen, hun handen druk in de weer onder elkaars kleren. Diverse mannen hadden zich in slaap gedronken, en op het privaat was er eentje luidruchtig onpasselijk. Sansa zocht de oude blinde hond van Bryen in zijn nis onder de trap op en ging naast hem liggen. Hij werd wakker en likte haar gezicht. ‘Treurige ouwe hond,’ zei ze en woelde zijn vacht om.
‘Alayne.’ De zanger van haar tante stond naast haar. ‘Lieve Alayne. Ik ben Marillion. Ik zag je uit de regen binnenkomen. De nacht is kil en nat. Laat me je warmen.’
De oude hond hief zijn kop op en gromde, maar de zanger gaf hem een opdoffer, waarna hij jankend wegsloop.
‘Marillion?’ zei ze onzeker. ‘Het is… vriendelijk van je om je om mij te bekommeren, maar… neem het me alsjeblieft niet kwalijk. Ik ben erg moe.’
‘En erg mooi. In gedachten ben ik al de hele avond liederen voor je aan het maken. Een romance op je ogen, een ballade op je lippen, een duet op je borsten. Maar ik zing ze niet. Ze stelden niets voor, ze zijn een dergelijke schoonheid onwaardig.’ Hij ging op haar bed zitten en legde zijn hand op haar been. ‘Laat me in plaats daarvan met mijn lichaam voor je zingen.’
Ze snoof een vleug van zijn adem op. ‘Je bent dronken.’
‘Ik word nooit dronken. Mede maakt me alleen maar vrolijk. Ik sta in vuur en vlam.’ Zijn hand gleed omhoog naar haar dij. ‘En jij ook.’
‘Blijf van me af. Je gaat te ver.’
‘Genade. Ik zing al urenlang liefdesliedjes. Mijn bloed is aan de kook geraakt. En het jouwe ook, dat weet ik zeker… geen deern is ook maar half zo wellustig als een bastaard. Maak ik je al nat?’
‘Ik ben nog
‘Echt waar? O Alayne, Alayne, schone maagd van me, schenk me de gave van je onschuld. Je zult de goden nog dankbaar zijn. Ik zal je nog luider laten zingen dan vrouwe Lysa.’
Geschrokken deinsde Sansa achteruit. ‘Als je me niet met rust laat, hangt mijn t… mijn vader je op. Heer Petyr.’
‘Pinkje?’ Hij grinnikte. ‘Vrouwe Lysa is erg op mij gesteld en ik ben de favoriet van heer Robert. Als je vader mij beledigt zal ik hem vernietigen met een vers.’ Hij legde een hand op haar boezem en kneep. ‘Kom, uit die natte kleren. Je wilt vast niet dat er scheuren in komen. Kom, lieve jonkvrouw, luister naar de stem van uw hart…’
Sansa hoorde het gedempte geluid van staal tegen leer. ‘Zanger,’ zei een ruwe stem, ‘als je ooit nog wilt zingen, kun je beter weggaan.’ Het licht was vaag, maar ze zag de flauwe glans van een kling.
De zanger zag het ook. ‘Zoek zelf maar een meid…’ Het mes flitste, en hij slaakte een kreet. ‘Je hebt me gesneden!’
‘Als je niet weggaat, doe ik iets ergers.’
En in een vloek en een zucht was Marillion verdwenen. De ander bleef. In het donker torende hij hoog boven Sansa uit. ‘Heer Petyr zei dat ik een oogje op u moest houden.’ Het was de stem van Lothor Brune, realiseerde ze zich.
‘Was je Dame maar,’ zei ze.
Bij het aanbreken van de dag klom Grisel naar de slaapkamer om de heer en de vrouwe een blad met vers brood, boter, honing, fruit en room te brengen. Toen ze terugkwam, meldde ze dat er om Alayne gevraagd werd. Sansa was nog slaapdronken, en het duurde even voor ze zich herinnerde dat zij Alayne was. Vrouwe Lysa lag nog in bed, maar heer Petyr was al op en aangekleed. ‘Je tante wil je spreken,’ zei hij tegen Sansa, terwijl hij een laars aantrok. ‘Ik heb haar verteld wie je bent.’
Petyr trok met een ruk de andere laars aan. ‘Ik heb wel zo’n beetje mijn buik vol van thuis. We vertrekken vanmiddag naar het Adelaarsnest.’ Hij kuste zijn gemalin en likte een veeg honing van haar lippen. Toen liep hij de trap af.
Sansa stond aan het voeteneind van het bed terwijl haar tante een peer at en haar bekeek. ‘Nu zie ik het,’ zei vrouwe Lysa, terwijl ze het klokhuis weglegde. ‘Je lijkt erg op Catelyn.’
‘Dat is heel vriendelijk van u.’
‘Het was niet vleiend bedoeld. Eerlijk gezegd lijk je te veel op Catelyn. Daar moeten we iets aan doen. Voor we je mee terug nemen naar het Adelaarsnest zullen we denk ik je haar donker verven.’
‘Noem me niet zo. Geen woord over je aanwezigheid hier mag Koningslanding bereiken. Ik wil niet dat mijn zoon in gevaar komt.’
Ze knabbelde een hoekje van een honingraat af. ‘Ik heb de Vallei buiten deze oorlog gehouden. Onze oogst is overvloedig, de bergen beschermen ons, en het Adelaarsnest is onneembaar. Toch is het geen goed idee, heer Tywins toorn uit te lokken.’ Lysa legde de raat weg en likte de honing van haar vingers. ‘Petyr zegt dat je aan Tyrion Lannister uitgehuwelijkt bent. Die
‘Ze hebben me gedwongen. Ik wilde helemaal niet.’
‘Net zomin als ik,’ zei haar tante. ‘Jon Arryn was geen dwerg, maar wel oud. Als je me zo ziet zou je het misschien niet zeggen, maar op de dag van onze bruiloft was ik zo mooi dat je moeder erbij verbleekte. Maar Jon was alleen maar op mijn vaders zwaarden uit om zijn geliefde jongens te steunen. Ik had hem moeten weigeren, maar hij was al zo oud, hoe lang kon hij nou helemaal blijven leven? De helft van zijn gebit was uitgevallen, en zijn adem rook naar stinkkaas. Mannen die uit hun mond stinken kan ik niet uitstaan. Petyrs adem is altijd fris… hij was de eerste man die ik ooit heb gekust, weet je dat? Mijn vader vond hem te laaggeboren, maar ik wist hoe hoog hij zou stijgen. Jon gaf hem de tolopbrengst van Meeuwstede, om mij een plezier te doen, maar toen de inkomsten vertienvoudigden begreep mijn heer-gemaal hoe slim hij was en gaf hem nog andere taken. Hij nam hem zelfs mee naar Koningslanding om daar muntmeester te worden. Het was hard om hem elke dag te zien en nog altijd met die oude, kille man getrouwd te zijn. Jon deed weliswaar zijn plicht in de slaapkamer, maar hij kon me net zomin genot als kinderen schenken. Zijn zaad was oud en zwak. Al mijn kindjes stierven, op Robert na. Drie meisjes en twee jongetjes. Al mijn lieve kleine kindjes dood, en die oude kerel maar doorgaan met zijn stinkende adem. Dus je ziet dat ik ook geleden heb.’ Vrouwe Lysa haalde luidruchtig haar neus op.
‘Weet je dat je arme moeder dood is?’
