heeft Witte Gijssie dat geld vandaan gehaald?’
Smalle Lowietje grijnsde. ‘Ik denk… of ik weet het feitelijk wel zeker, dat Witte Gijssie alleen maar een stromannetje is voor een paar luitjes van de maffia. Die kopen steeds meer pandjes in de buurt op. Ze hebben zelfs al een bod gedaan op mijn etablissement.’
‘Nee?’
‘Ja.’
De Cock keek de tengere cafehouder geschrokken aan. ‘Laat je je verjagen?’
Smalle Lowietje schudde zijn hoofd. ‘Nooit.’
De Cock glimlachte opgelucht. ‘Waar kan ik Witte Gijssie vinden?’
Smalle Lowietje zwaaide naar het raam. ‘In hetzelfde pandje… bovenste verdieping.’ Het gezicht van Smalle Lowietje versomberde. ‘Wees voorzichtig met hem. Sinds hij de maffia achter zich weet, voelt hij zich machtig.’
Witte Gijssie keek van De Cock naar Vledder en terug. In zijn blik lag verwondering, vermengd met achterdocht.
‘Wat… eh, wat komt u doen?’
De Cock schonk hem een beminnelijke glimlach.
‘Jou feliciteren met je nieuwe pandje.’
Witte Gijssie snoof.
‘Loopt u wel achter,’ sprak hij smalend. ‘Ik zit hier al bijna twee jaar.’
De Cock maakte een verontschuldigend gebaar.
‘Wij hebben niet altijd de tijd voor een gelegenheidsbezoekje.’
Witte Gijssie grinnikte. Hij streek met gespreide vingers door zijn hoogblonde krullende haar.
‘Dit is dus een gelegenheidsbezoekje?’
De Cock knikte.
‘En omdat ik toch hier ben, wil ik ook even met je praten over dat hoertje dat een paar dagen geleden hier beneden in het pand is omgebracht.’
Witte Gijssie trok zijn gezicht strak.
‘Een of andere stomme idioot heeft haar keel dichtgeknepen.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Er lopen gekken genoeg rond.’
De Cock boog zich iets naar hem toe.
‘Hoe lang zat ze hier?’
‘Vanaf de verbouwing. Toen de meiden in de buurt hoorden dat ik hier een hoerenkast begon, kwamen ze er als de kippen op af.’
‘Ook Charmaine?’
Witte Gijssie knikte.
‘Ze had een vreemde naam… Dupui… eh, dinges.’
‘Dupuitrain,’ vulde De Cock aan.
Witte Gijssie grinnikte.
‘Dat was het… Dupuitrain. Ik vond haar wel een aardig typetje… Niet zo direct hoerig… een beetje klasse.’ Hij zuchtte diep.
‘Achteraf geloof ik dat het niet zo’n beste keus was. Er kwam weinig op af.’
‘Wel eens problemen met haar gehad?’
Witte Gijssie schudde zijn hoofd.
‘Er kwamen wel eens vriendinnen van haar op bezoek en die bleven dan te lang plakken. Daar heb ik wel eens wat van gezegd.’
De Cock veinsde verwondering.
‘Waarom? Ik neem aan dat ze op een vaste huur zat.’
‘Dat zat ze ook.’
‘En?’
Witte Gijssie glimlachte.
‘Je wilt toch dat je kast een goede naam krijgt. Geen pottentent.’
De Cock knikte begrijpend.
‘Heb je al een andere voor haar raam? Ik bedoel, een vervangster voor Charmaine?’
Witte Gijssie grijnsde.
‘Nog geen uur nadat de ambulance met het lijk van Charmaine was weggereden, stond er al een vent bij mij op de stoep om het kamertje voor een vriendin van hem te huren.’
‘Dat is gauw.’
‘Mag je wel zeggen.’
De Cock gebaarde naar de vloer.
‘Ik heb beneden nog niemand zien zitten.’
Er kwam een smartelijke trek op het gezicht van Witte Gijssie. ‘Ik wil het raam nog een paar dagen dicht houden… met een wit laken… uit pieteit, begrijpt u. Ik wil geen geklets en gezeur of opstootjes van de meiden uit de buurt.’
De Cock zuchtte.
‘Maar je bent het kamertje al wel kwijt?’
Witte Gijssie knikte.
‘Die vent had een naaktfoto van zijn vriendin bij zich. Een stoot van een meid. En hij betaalde direct de volle huur voor een maand.’
‘Toemaar.’
Witte Gijssie spreidde zijn handen.
‘Business is business,’ sprak hij verontschuldigend. ‘Ik kon het moeilijk weigeren.’
‘Hoe betaalde hij? Met een cheque?’
Witte Gijssie schudde zijn hoofd.
‘Contant… in flappen.’
‘Heb je zijn naam?’
Witte Gijssie stond van zijn stoel op en liep naar een eikenhouten secretaire aan de muur. Met een notitie in zijn hand kwam hij terug.
‘Bertus van het Hooft,’ las hij hardop.
‘Hollander?’
Witte Gijssie knikte traag.
‘Dat dacht ik wel. Hij sprak Hollands met een beetje Haags accent.’
‘Meer heb je niet?’
‘Wat bedoelt u?’
De Cock wees naar de notitie in zijn hand.
‘Meer gegevens van de man: plaats en de datum van zijn geboorte, zijn huidige adres?’
Witte Gijssie gebaarde achteloos.
‘Dat interesseert mij niet,’ sprak hij knorrig. ‘Als hij of zij de huur niet meer betaalt… op tijd… vliegt dat wijf eruit. Onmiddellijk. Daar heb ik geen moeite mee.’
De Cock ademde diep.
‘Hoe zag die vent eruit? Kun je mij een redelijke beschrijving van hem geven?’
Witte Gijssie trok zijn schouders in zijn nek.
‘Een jaar of veertig, schat ik hem. Kort, gedrongen, en met een grote zwarte snor.’
De Cock onderdrukte met moeite zijn emotie.
‘Met een… eh, een grote zwarte snor?’ herhaalde hij wat beverig.
Witte Gijssie knikte nadrukkelijk.
‘Een zuidelijk type. Zwart.’ Hij keek even peinzend omhoog. ‘Op de rug van zijn rechterhand, bij zijn duim, had hij een tatoeage… een klein rood zonnetje.’