‘Als Charmaine,’ sprak hij traag, ‘op een dag minder dan driehonderd gulden had verdiend, mocht ze niet naar Purmerend komen.’

Lorette stampte met haar rechtervoet op de vloer.

‘Dat is een leugen!’ riep ze fel. ‘Die limiet van driehonderd gulden had Charmaine zichzelf opgelegd.’

‘Waarom?’

Lorette zuchtte.

‘Ik denk dat ze zo snel mogelijk van haar schuld af wilde. Als ze ’s avonds om elf uur nog geen driehonderd gulden had verdiend, dan sloot ze even haar kamertje, nam in een snackbar een broodje en ging daarna weer achter het raam tot ze haar driehonderd gulden had.’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Dan was de laatste trein naar Purmerend al vertrokken.’

Lorette keek hem dankbaar aan.

‘Precies. Ze bleef dan de rest van de nacht in haar kamertje slapen en kwam ’s morgens met de eerste trein naar huis.’

Ze liet haar hoofd weer zakken.

‘Charmaine was voor mij vaak een boek, waarvan ik alleen de titel mocht lezen. Ze was met geheimen omgeven. Ik heb het idee dat ik nooit haar vertrouwen heb gewonnen. Toch mis ik haar. ’s Avonds wacht ik op haar telefoontje… een telefoontje dat niet komt.’

De Cock zuchtte.

‘Met de doden kan men niet leven.’

Lorette bleef met gebogen hoofd zitten en De Cock drong niet verder aan. Na enkele minuten keek ze naar hem op. ‘Weet u al iets meer?’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘We kunnen de man met de snor, voor wie Charmaine zo bang was, vermoedelijk wel traceren. We hebben een redelijke kans. Maar of hij haar heeft vermoord… dat staat nog lang niet vast.’

Lorette reageerde vertwijfeld.

‘Wat wilde hij dan van haar?’

De Cock maakte een hulpeloos gebaar.

‘Geen flauw vermoeden. Het wurgen van een prostituee is vaak het gevolg van onbedwongen lustgevoelens. Maar ik heb niet het idee dat dit motief geldt voor de man met de snor.’

‘Welk motief gold dan wel?’

De Cock glimlachte.

‘We zullen het hem vragen,’ sprak hij beminnelijk. ‘En als ik het antwoord ken, bent u de eerste die het van mij hoort.’ De oude rechercheur wees naar de plastic zak op haar schoot. ‘Hebt u de bescheiden van de fraude bij de IJsselsteinse Bank meegebracht?’

Lorette pakte de zak en hield die omhoog.

‘Ik heb ook bankafschriften gevonden.’

‘Van wie?’

‘Van Charmaine.’

‘En?’

‘In een tijd van twee jaar heeft ze meer dan een half miljoen overgemaakt.’

‘Aan wie?’

Lorette overhandigde hem de plastic zak.

‘Grietje van der Zee.’

Toen De Cock de volgende morgen opgewekt de grote recherchekamer binnenstapte, trof hij Vledder achter zijn elektronische schrijfmachine. De rappe vingers van de jonge rechercheur dansten over de toetsen.

De Cock liep van achteren op hem toe en boog zich plagend over hem heen. ‘Wat wordt dit? Het boekenweekgeschenk voor het volgend jaar?’ vroeg hij spottend.

Vledder liet zijn vingers rusten.

‘Het proza van een rechercheur,’ bromde hij, ‘wordt nooit gewaardeerd.’

De Cock grinnikte.

‘Zeker niet door de verdachte.’

Vledder keek naar hem op.

‘Je bent laat.’

Het klonk bestraffend.

De Cock knikte.

‘Dat leer ik niet meer af,’ sprak hij berustend. ‘Volgens mijn oude moeder was ik bij mijn geboorte al niet op tijd. Dat wreekt zich op latere leeftijd.’

Vledder schudde misprijzend zijn hoofd. De jonge rechercheur kwam van zijn stoel overeind en keek zijn oude leermeester schattend aan.

‘Je mag je ook wel eens een nieuwe regenjas aanschaffen,’ raadde hij aan. ‘In dit vieze oude vod kunnen de mensen je uittekenen. En je hoedje is ook nodig aan vervanging toe.’

De Cock streek met zijn handen langs zijn regenjas.

‘Er zit nog geen gat in,’ sprak hij verongelijkt. ‘En aan mijn hoedje ben ik gehecht.’ Hij keek zijn jonge collega uitdagend aan. ‘Nog meer kritiek?’

Vledder schudde zijn hoofd.

‘Lijkt mij genoeg voor vandaag.’

De Cock hing zijn regenjas over de rugleuning van zijn stoel en ging achter zijn bureau zitten. Zijn hoedje hield hij op.

‘Heb je de bescheiden van de IJsselsteinse Bank nog nageplozen… de bankafschriften?’

Vledder knikte. ‘Charmaine Dupuitrain heeft ruim twee jaar geleden een schuldbekentenis ondertekend van tweehonderdvijftigduizend gulden. Daarvan heeft ze inmiddels bijna twee ton aan de Bank terugbetaald.’

‘Verdiend in de prostitutie.’

Vledder knikte opnieuw.

‘Knap, in twee jaar. Ik heb het uitgerekend. Het is bijna tweeduizend gulden per week.’

De Cock floot tussen zijn tanden.

‘En volgens Brabantse Truus was ze niet eens een goede prostituee.’

De oude rechercheur trok een denkrimpel in zijn voorhoofd. ‘Volgens berekeningen van de IJsselsteinse Bank bedroeg het totale bedrag aan gefraudeerd geld dus tweehonderdvijftigduizend gulden?’

Vledder maakte een schouderbeweging.

‘Dat neem ik aan,’ antwoordde hij voorzichtig. ‘Dat was het bedrag van de schuldbekentenis.’

‘En dat half miljoen dat Charmaine aan Grietje van der Zee overmaakte?’

Vledder trok een lade van zijn bureau open en bekeek de bescheiden.

‘De stortingen zijn ongeveer vier jaar geleden begonnen en eindigden twee jaar geleden.’

De Cock knikte begrijpend.

‘Op het moment dat de IJsselsteinse Bank de fraude van Charmaine ontdekte, was zij niet meer in staat om geld naar Grietje van der Zee over te maken. De bron was opgedroogd.’

De oude rechercheur plukte aan het puntje van zijn neus.

‘Tweehonderdvijftigduizend gulden van de fraude… Waar komen die andere tweehonderdvijftigduizend gulden van dat half miljoen dan vandaan?’

Vledder zuchtte. ‘Vermoedelijk ook van fraude.’

De Cock keek naar hem op.

‘Heb je met de IJsselsteinse Bank gebeld?’

Vledder knikte. ‘Ik ben wel vijfmaal doorverbonden voordat ik de directeur te pakken had.’

‘En?’

‘Hij was erg terughoudend… Vroeg waarom ik interesse in de fraudezaak had. Toen ik hem vertelde dat wij Charmaine Dupuitrain dood in haar peeskamertje op de Wallen hadden gevonden, zei hij koeltjes: “Dan is hiermede voor ons de zaak afgedaan.”’

Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату