Langzaam maar zeker werd het trillen van haar handen minder. Opnieuw keek ze naar het pistool, toen naar Malko. ‘Wie bent u?’
‘Ik onderzoek de dood van uw vriendin, Evguena Bogdanov,’ legde hij uit. ‘Ik weet dat u een goede vriendin was. Daarom heb ik contact met u gezocht. Ze zeiden dat u vaak in het Maison du Cafe kwam. Waarom bent u zo bang?’
Ze aarzelde en nam nog een trek van haar sigaret. ‘Omdat Evguena vlak voor haar dood bij een vreemde zaak betrokken is geraakt. Ik vraag me af of die man, Roman Martsjoek, haar echt heeft gedood. Hij was haar minnaar niet. Dat weet ik, want ze vertelde me altijd alles. Haar vriend was een Pool, op wie ze smoorverliefd was. Dus…’
Ze maakte haar zin niet af.
‘U hebt gelijk,’ zei Malko. ‘Evguena is vermoord, maar niet door Martsjoek. Ik zal het u uitleggen.’
Viktoria luisterde aandachtig en hing aan zijn lippen. Meteen vroeg ze: ‘Hoe weet u al die details? Was u erbij?’
‘Nee, maar Evguena werd geschaduwd.’
‘Door wie?’
‘Door vrienden van Viktor Joesjtsjenko, die onderzoek doen naar zijn vergiftiging. Ik hoor daar ook bij. Ik wil weten waarom en door wie ze is vermoord.’
‘Werkt u voor de Ameriki? Joesjtsjenko wordt door hen gesteund.’
‘Ja.’
‘Evguena had niets met Joesjtsjenko te maken,’ protesteerde Viktoria Posnyaki.
‘Evguena niet, maar Roman Martsjoek wel. Hij wordt ervan verdacht degene te zijn die het gif op het bord van Viktor Joesjtsjenko heeft gestrooid. Hij werkte op de avond van het bewuste diner als extra hulp in de datsja van Vladimir Satsyuk.’
Viktoria Posnyaki wist niet wat ze hoorde. ‘Bolsjemoi!’ zei ze met een bijna fluisterende stem. Ze was zo bleek, dat hij voorstelde: ‘Wilt u nog iets drinken?’
‘Ja. Whisky, als u dat hebt.’
Hij haalde een flesje Defender uit de minibar en schonk een glas in. Viktoria Posnyaki leegde het in een teug. Malko liet haar tot rust komen, voordat hij vervolgde: ‘Ik denk dat u me wel meer kunt vertellen, dingen die ik nog niet weet.’ Plotseling schrok ze terug. ‘Ik ben geen verrader. Ik wil er niets meer over horen.’
Malko keek haar lange tijd aan, alsof hij haar met zijn goudkleurige ogen kon hypnotiseren. ‘Viktoria, het gaat niet om verraad. Ik wil je juist beschermen. Ze hebben Evguena vermoord om te voorkomen dat ze zou praten. Als ze denken dat jij bepaalde dingen weet, zul je hetzelfde lot ondergaan. Bovendien bestaat de kans dat ze mij volgen. Daarom heb ik dat pistool bij me. Degenen die Evguena hebben vermoord, zijn meedogenloos. Misschien schaduwen ze jou ook. Als ze je samen met mij hebben gezien, bestaat de kans…’
‘Maar dat is walgelijk!’ barstte de jonge vrouw uit. ‘Ik weet niets, en als die sukkel Evguena naar me zou hebben geluisterd, zou ze nog in leven zijn.’
Plotseling zweeg ze, alsof ze besefte dat ze te veel had gezegd.
‘Goed,’ zei Malko. ‘Om je te kunnen beschermen, denk ik dat het het beste is dat je me alles vertelt wat je weet.’
Viktoria Posnyaki zweeg enkele tellen, stak toen weer een sigaret op en knikte. ‘Evguena had geld nodig,’ legde ze met onzekere stem uit. ‘Ze verdiende nauwelijks tweeduizend hrivna in die tent van haar. Die gaf ze uit aan kleding om rijke mannen te versieren. Enkele maanden geleden had ze een Pool ontmoet, een knappe gozer, die goed in de slappe was leek te zitten. Daar vertelde ze me natuurlijk over.’
‘Hoe heette hij?’
‘Stephan. Meer weet ik niet. Ze heeft hem niet aan me voorgesteld. Ik heb hem maar een keer vijf minuten in het cafe gezien. Ze was zeker bang dat ik hem van haar af zou pakken. Het ging een tijdje goed, Evguena stikte in het geld en kocht de mooiste kleren. Ze heeft zelfs laarzen voor mij gekocht. Ze was smoorverliefd. En toen, op een dag, ongeveer een week geleden, belde ze me of ik iets voor haar kon doen.’
‘Wat dan?’
‘Haar Pool had gevraagd de een of andere vent een paar dagen onderdak te verschaffen, tot hij het land uit zou kunnen. Een vriend van hem. Evguena zag het niet zitten, vanwege haar dochtertje, Marina, die in haar flat woonde. Ze vroeg of ik het dan wilde doen. Ik kreeg er tweeduizend hrivna voor. Ik heb het geweigerd, ik vond het te riskant. Toch bezwoer ze me dat de milicija zich nergens mee zou bemoeien, dat het een politieke kwestie was. Toch wilde ik niet.’
‘Heeft ze het over Joesjtsjenko gehad?’
‘Nee.’
‘En toen?’
‘Ze heeft die vent een paar dagen onderdak geboden. Totdat het misging. Dat was Roman Martsjoek.’
‘Is dat alles?’
Viktoria Posnyaki nam een trek van haar sigaret. ‘Tak. De dag na haar dood ben ik naar haar huis gegaan. Ik maakte me ongerust over de kleine Marina. Daar trof ik haar man aan, die zijn spullen was komen halen. De milicija had hem gewaarschuwd. Toen hij de flat doorzocht, vond hij tienduizend hrivna onder Evguena’s matras. Waarschijnlijk had ze dat gekregen om die vent te verbergen.’
‘Weet je verder nog iets over hem?’
‘Nee, ik heb zijn naam in de krant gezien, meer niet. Maar nu begrijp ik het beter.’
‘Je hebt er goed aan gedaan het te weigeren,’ zei Malko. ‘Anders was jij degene geweest die ze het raam uit hadden gegooid. Die mensen willen geen sporen achterlaten. Weet je echt niets over die Stephan?’
‘Weinig,’ moest Viktoria bekennen. ‘Evguena zei dat hij in de datsja van een rijke vriend in Osogorki woonde.’
‘Hoe ziet hij eruit?’
‘Groot, blond, lichtblauwe ogen en volgens Evguena heeft hij een grote pik. Ze hield van groot geschapen mannen.’
Het was moeilijk om met zo’n beschrijving iemand te vinden. ‘En de echtgenoot van Evguena?’ hield Malko vol.
‘Dat is een aardige man. Hij heet Joeri Bofdanov.’
‘Weet je waar hij woont?’
‘Nee, maar ik heb zijn telefoonnummer. Wilt u dat hebben?’
‘Ja.’
Ze haalde een opschrijfboekje uit haar tas, bladerde het door en zei: ‘Hier is het nummer. Maar hij weet nergens van. Toen ze Stephan ontmoette, was Evguena al bij hem weg.’
Ze zweette, rookte haar sigaret op en keek vervolgens Malko aan. ‘Kan ik nu gaan? Ik heb nergens zin meer in. Toch bedankt voor het eten.’
Ze stond al overeind.
‘Kun je een paar dagen uit Kiev weggaan?’ vroeg Malko. ‘Dat is veiliger.’
‘Ja, natuurlijk. Ik kan naar mijn ouders, in Kharkiv. Maar dan heb ik geld nodig.’
Zonder te aarzelen pakte Malko een stapel dollarbiljetten, telde er tien van honderd dollar uit en gaf die aan Viktoria Posnyaki. ‘Vertrek meteen morgenochtend,’ zei hij. ‘En geef me je telefoonnummer. Dan kan ik je bereiken, als dat nodig mocht zijn. Misschien om die Stephan te identificeren, als ik hem mocht vinden.’
‘Ik heb hem maar een keer gezien,’ zei ze weer. ‘En maar heel even.’
Ze dacht duidelijk aan slechts een ding: weggaan. De deur sloeg achter haar dicht. Malko keek op zijn Breitling. In drie uur tijd was hij toch een stuk verder gekomen. Stephan, de geheimzinnige Pool, maakte beslist deel uit van het complot tegen Joesjtsjenko. Maar met zo weinig aanwijzingen zou het moeilijk worden hem te vinden.
Nikolai Zabotine keek op van het dossier dat hij had zitten bestuderen en keek afwezig naar de overkant van de Profitoflotskyi Prospekt, waar een meubelwinkel lag, tegenover de bescheiden Russische ambassade in Oekraine. Ondanks zijn training als geheim agent vocht de Rus tegen een blinde woede. Nadat hij zoveel moeite had gedaan om een sluwe, weldoordachte actie uit te voeren, stond hij nu voor een pijnlijke keus. Ofwel de zandkorrel liquideren die zijn machinerie bedreigde, of het risico lopen dat er nog meer problemen zouden