Irina Murray lachte zacht. ‘Niets zeggen, doen.’

Hij trok zich voorzichtig terug en drukte zijn penis tegen de opening tussen haar billen, zo lang mogelijk genietend van dit hemelse moment, denkend aan wat hij binnen enkele seconden ging doen. Toen duwde hij, steeds harder, uit alle macht, tot zijn gespannen penis enkele centimeters in Irina’s billen drong. Het was heerlijk nauw. De ademhaling van de jonge vrouw versnelde slechts iets. Hij stopte, maar met een heel zacht wiegen van haar bekken maakte Irina hem duidelijk dat ze wilde dat hij doorging. Langzaam maar zeker nam hij geheel bezit van haar. Hij kon nauwelijks bewegen, zo nauw was ze. Toen werd haar kringspier soepeler en kon hij vrij in haar bewegen. Ze was plat op haar buik gaan liggen en hij nam haar verticaal, telkens met zijn volle gewicht in haar stotend. Irina begon onder hem te bewegen en te kreunen, tot ze hem telkens met steeds heftigere stoten opving.

Ze baadden beiden in het zweet. Malko hield zich niet langer in en wist niet meer wat hij deed. En toen gilde Irina het uit, haar nagels klauwend door de lakens, en ze kreunde: ‘Ik kom klaar!’

Dat was te veel voor Malko. Hij explodeerde diep in haar billen, haar verpletterend met zijn volle gewicht. Toen bleef ze doodstil liggen, volkomen versuft, bevangen door genot. Morgen was een nieuwe dag.

Donald Redstone gaf Malko de Ukrainia Pravda van die dag. De foto van de in de Heilige-Andreaskathedraal vermoorde priester besloeg de hele breedte van de voorpagina. Die van de moordenaar stond, veel kleiner, onder aan de pagina. Op pagina twee zag hij het lijk van Stephan, dat op de stoep onder aan de helling lag.

‘Hij heette Stephan Oswacim,’ zei het districtshoofd van de CIA. ‘Pool, clandestien Oekraine binnengekomen. Gezocht in zijn land voor minstens een moord, waarschijnlijk meer.’

‘En hier in Kiev?’

De Amerikaan maakte een cirkel van zijn wijsvinger en duim. ‘Niets. Noppes. Ze weten zelfs niet waar hij woonde. De milicija had nog nooit van hem gehoord. Ze denken dat hij door de maffia is opgevangen. Nergens staat iets over Evguena Bogdanov. Ze schijnen niets te weten over zijn bemoeienis met haar dood. Hij was niet gewapend en hij had maar heel weinig geld bij zich.’

‘Iemand had hem dus het pistool gegeven waarmee hij op mij heeft geschoten en heeft het erna teruggevraagd.’

‘Natuurlijk.’

‘En de telefoon die ik bij hem heb gevonden?’

‘Het geheugen is leeg. We zijn van Kievstar afhankelijk of ze ons de lijst met gevoerde gesprekken willen geven. Voorlopig kan daar geen sprake van zijn.’

‘Ik heb hem in een groene Skoda zien aankomen. Waar is die?’

‘Daar heeft niemand het over. Waarschijnlijk staat hij er nog. Ga er maar eens kijken zodra het donker is…’

‘En de man die ik in de kerk heb neergeschoten?’

‘Een ex-berkut. Die levert ook niets op. Hij woonde alleen in een krot in het oosten van de stad. Dit soort mensen wordt voor van alles en nog wat gebruikt.’

Het klonk allemaal niet erg bemoedigend. ‘Hebben ze het in de krant niet over mij?’ vroeg hij.

‘Ja, natuurlijk. Gelukkig is het signalement dat ze van u geven nogal vaag. De politie denkt dat het om een afrekening tussen criminelen ging.’

‘Heeft Igor Smesjko u niet gebeld?’

‘Nee, maar dat verbaast me niets. Stephan Oswacim was een Poolse crimineel op de vlucht en de ex-berkut gewoon een huurmoordenaar. Op het eerste gezicht hebben ze niets met de zaak-Joesjtsjenko te maken.’

‘We zijn op een dood punt beland,’ concludeerde Malko. ‘De Pool was ons laatste spoor om degenen te vinden die achter het complot tegen Joesjtsjenko zitten. Het zal nu wel rustiger worden. Tenzij ze nog iets proberen te doen voor de verkiezingen van 26 december.’

‘Wij zijn degenen die een eventuele nieuwe aanslag tegen Viktor Joesjtsjenko moeten zien te voorkomen,’ merkte Donald Redstone op. ‘Evgueni Tsjervanienko zorgt alleen voor zijn persoonlijke veiligheid.’

‘Natuurlijk,’ gaf Malko toe. ‘Maar behalve de auto van Stephan Oswacim en het nummer van de eigenaar van zijn telefoon, hebben we niets, en…’

Het zoemen van zijn eigen telefoon onderbrak hem. Het was de baritonstem van Evgueni Tsjervanienko. ‘Ik heb de kranten gezien,’ zei hij zonder verder commentaar. ‘We moeten praten.’

‘Heeft het u op een idee gebracht?’ vroeg Malko.

‘Niet echt, maar we moeten elkaar spreken. Deze gebeurtenissen zijn niet de reden waarom ik u bel. Bent u absoluut zeker van het nummer van de telefoon dat u me laatst hebt gegeven?’

‘Zo zeker als ik maar kan zijn,’ zei Malko. ‘Waarom?’

‘Ik heb de eigenaar gevonden,’ zei de Oekrainer. ‘Nogal een verrassing. Wanneer u hierheen komt, zal ik het u vertellen.’ Opgetogen verbrak Malko de verbinding. Net op het moment dat alles verloren leek te zijn, gloorde er weer hoop. ‘Ik ga naar Tsjervanienko,’ zei hij tegen Donald Redstone. ‘Misschien is het nog niet afgelopen.’

12

‘Hij is van een van de rijkste oligarchen van het land, iemand uit de kring van Koetsjma,’ legde Evgueni Tsjervanienko uit. ‘Hij zit in de olie, produceert wodka en importeert televisietoestellen. Hij heet Igor Baikal. De telefoon staat niet op de naam van zijn wodkabedrijf geregistreerd, maar op zijn priveadres, zijn datsja in Osogorki.’

Tevreden stak de veiligheidsman van Viktor Joesjtsjenko een sigaar op. Malko kon zijn oren niet geloven. Het was die ochtend opvallend rustig in de kantoren van de kandidaat van de oranjerevolutie en hij had de mooie Svetlana niet eens gezien. De ontdekking van Evgueni Tsjervanienko bood nieuwe perspectieven.

Wat zou de link tussen die oligarch en onze zaak kunnen zijn?’ vroeg hij.

‘Op het eerste gezicht niets,’ gaf Tsjervanienko toe. ‘Igor Baikal bemoeit zich niet met politiek. Hij is zakenman, meer niet. Omdat de ploeg van Koetsjma aan de macht is, loopt hij met hen mee. Maar hij heeft ook wat geld aan de oranjerevolutie gegeven. Hij bereidt zich voor op de toekomst.’

‘Kent u hem?’

‘Niet persoonlijk. Hij gaat weinig uit. Ik weet alleen dat hij banden heeft met Vladimir Satsyuk, die min of meer zijn buurman is En dat het uiterst moeilijk zal zijn onderzoek naar hem te doen. Hij heeft de hele huidige regering in zijn zak, bovendien is hij een voormalig lid van de maffia, die in 1993 een deal met de SBU heeft gesloten om zijn huid te redden. Indertijd importeerde hij Smirnoff-wodka en bezat hij cafes en restaurants. Toen de SBU de zaken van de maffioso in beslag wilde nemen, was hij zo slim met hen te onderhandelen.’

‘Misschien moeten we het in die hoek zoeken,’ merkte Malko op. ‘Kunt u erachter komen wie indertijd zijn contactpersonen bij de SBU waren?’

‘Ik zal het proberen,’ beloofde Tsjervanienko. ‘Maar het zal zeer moeilijk zijn. Het is al meer dan tien jaar geleden. Goed, ik moet nu gaan.’

‘Hebt u het telefoonnummer van Igor Baikal?’

‘Ja, maar hij neemt nooit zelf op. Als hij hoort waar het om gaat, krijgt u hem nooit te spreken, en wanneer u aandringt, zal hij u uit de weg laten ruimen.’

Dat klonk bemoedigend…

Plotseling dacht Malko aan Tatiana, de assistente van Vladimir Sevtsjenko. Ze zou aan het begin van de middag met het vliegtuig uit Athene komen. ‘Denkt u dat Vladimir Sevtsjenko Igor Baikal kent?’ vroeg hij.

Evgueni Tsjervanienko barstte in lachen uit. ‘Natuurlijk. Maar ze zullen elkaar al een hele tijd niet hebben gezien. Vraagt u het hem toch maar.’

Nog vol van het gesprek vertrok Malko. Waarom bood een miljardair in zijn datsja onderdak aan een kleine, Poolse crimineel? Wie had dat aan hem gevraagd? Als hij het antwoord op die vraag kon vinden, drong hij meteen door tot in het hart van het complot tegen Viktor Joesjtsjenko.

Maar zijn volgende stap stond gelijk aan een duik in een vijver vol met hongerige krokodillen…

Malko ging op in de drukte in het luchthavengebouw van Borystil en hield de schuifdeuren in de gaten

Вы читаете Dood Joesjtsjenko!
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату