‘Houd de skoop gericht op de rand,’ beval Nessus.

De rand van de Ring werd snel groter op het scherm. Het was een wand die naar binnen, naar de ster, toe boog. Ze konden de zwarte, aan de ruimte blootgestelde buitenkant zien, een donker silhouet tegen het zonverlichte blauwe landscharp. Een lage muur aan de rand, maar alleen verhoudingsgewijs laag.

‘Als de Ring anderhalf miljoen kilometer breed is,’ schatte Louis, ‘dan moet de randmuur minstens anderhalf duizend kilometer hoog zijn. Nou weten we ’t. Dat houdt de lucht binnen.’

‘Kan dat werkelijk effectief zijn?’

‘Dat zou wel effectief moeten zijn, ja. De draaiing van de Ring zorgt voor ongeveer een gee. In de loop van de tientallen eeuwen zou er wel wat lucht over de rand kunnen ontsnappen, maar dat zouden ze wel kunnen vervangen. Om de Ring te kunnen bouwen moeten ze goedkope transmutatie hebben gehad — zeg een paar tienden van een ster per kiloton — om het over een stuk of tien andere onmogelijkheden maar niet eens te hebben.’

‘Ik vraag me af hoe het er van de binnenkant uitziet.’

Spreker hoorde dat, raakte een regelaar aan, en het uitzicht vergleed. De mate van vergroting was nog niet voldoende om ze details te laten zien. Lichtblauw en nog lichter wit gleden langs het skoopscherm, en de vage rechte lijn van een nieuwe blauwe schaduw…

De andere rand gleed het beeld in. Daar was de rand van de Ring wat naar buiten gedraaid.

Nessus, die in de deuropening stond met zijn hoofden boven Sprekers schouders, beval: ‘Geef ons de grootst mogelijke vergroting.’ Het beeld gleed uiteen.

‘Bergen,’ zei Teela. ‘Wat mooi.’ Want de rand van de Ring was onregelmatig, had de vorm van rotsen die eeuwenlang zijn blootgesteld aan de elementen, en had dezelfde kleur als de Maan. ‘Bergen van vijftienhonderd kilometer hoog.’

‘Ik kan het beeld niet nog dichterbij halen. Om meer details te krijgen zullen we dichterbij moeten komen.’

‘Laten we eerst proberen contact met hen op te nemen,’ zei de poppenspeler. ‘Liggen we stil?’

Spreker raadpleegde het brein van het schip. ‘We naderen de zon met een snelheid van rond de vijfenveertig kilometer per seconde. Is dat langzaam genoeg?’

‘Ja. Begin te zenden.’

Er viel geen laserlicht op de Leugenaar.

Het was minder gemakkelijk om na te gaan of ze ook door elektromagnetische straling werden getroffen. Radio, infrarood, ultraviolet, rontgen, het hele spectrum moest worden onderzocht, van de kamertemperatuurwarmte die werd uitgestraald door de donkere zijde van de Ringwereld, tot en met Iichtquanta die genoeg energie in zich droegen om uiteen te vallen in materie-antimaterie paren. De eenentwintig- centimeterband was leeg, en ook de voor de hand liggende veelvouden daarvan, die misschien gekozen hadden kunnen zijn omdat de waterstof-absorptieband inderdaad zo voor de hand liggend was. Daarna ging Spreker-tot- Dieren op goed geluk te werk.

De grote kegels vol communicatie-apparatuur op de vleugel van de Leugenaar waren naar buiten geklapt. De Leugenaar zond nu radioboodschappen uit op de waterstof-absorptieband en andere frequenties, baadde achtereenvolgende delen van het oppervlak van de Ring in laserlicht van tien verschillende golflengten, en seinde een bericht in Interwereld-Morse met korte en wat langere stoten van de fusiemotoren.

‘Onze autopiloot zal uiteindelijk in staat zijn om elk bericht dat ze terugsturen te vertalen,’ zei Nessus. ‘We moeten er van uitgaan dat hun computers op de grond op zijn minst evenveel kunnen presteren.’

Spreker reageerde giftig. ‘Kunnen die gelobotomiseerde computers van jullie ook volmaakt stilzwijgen vertalen?’

‘Concentreer je signalen op de rand. Als ze ruimtehavens hebben dan moeten die aan de rand zijn. Ergens anders een ruimtevaartuig aan de grond zetten zou afschuwelijk gevaarlijk zijn.’ Spreker-tot-Dieren grauwde iets afschuwelijk beledigends in de Heldentaal, dat een afdoend einde maakte aan het gesprek, maar Nessus bleef staan waar hij nu al uren had gestaan: achter de Kzin, zijn hoofden oplettend over diens schouders kijkend.

De Ringwereld wachtte voorbij de Leugenaar, een geblokt blauw lint dat door de hemel slierde.

Je hebt me proberen te vertellen wat een Dyson-bol was,’ zei Teela.

‘En jij zei dat ik me maar moest gaan vlooien.’ Louis had een beschrijving van de Dyson-bol gevonden in de bibliotheek van het schip, was helemaal opgewonden geraakt door het idee, en was toen zo dom geweest om Teela te storen bij haar spelletje patience om haar erover te vertellen.

‘Vertel het me nou maar,’ bedelde ze.

‘Ga je maar vlooien.’

Ze wachtte.

‘Jij wint,’ zei Louis. Het afgelopen uur had hij somber naar de Ring staan staren, even verveeld als zij.

‘Ik probeerde je te vertellen dat de Ringwereld een compromis is, een technisch compromis tussen een Dyson-bol en een normale planeet.

Dyson was een van de oude natuurfilosofen, voor de Gordel, voor het atoomtijdperk bijna. Hij wees erop dat een beschaving wordt beperkt in zijn mogelijkheden door de energie waarover hij kan beschikken. De manier waarop het menselijk ras alle energie binnen zijn bereik ten nutte kan maken, is door een holle bol om de zon heen te maken, en zo elke zonnestraal op te vangen.

Als je nou even ophoudt met giechelen zie je het idee wel dat er achter zit. De Aarde vangt maar ongeveer een miljardste deel van de totale straling van de zon op. Als we al die energie zouden kunnen gebruiken…

Nee, het was toen geen krankzinnig idee. Er was zelfs geen theoretische basis voor sneller-dan-licht reizen. We hebben, dat weet je vast wel, de hyperaandrijving zelf niet uitgevonden. En we hadden het ook nooit per ongeluk ontdekt, omdat we er nooit aan hadden gedacht om onze experimenten buiten de invloedssfeer te doen waarbinnen een hyperaandrijving niet werkt.

Als een schip van de Buitenstaanders nu eens niet toevallig een stuwscheprobot van de Verenigde Naties was tegengekomen? Als de Vruchtbaarheidswetten nu eens niet hadden gewerkt? Als er nou es een biljoen mensen waren geweest, die allemaal op elkaars schouders hadden moeten staan, en de stuwscheprobots het snelste middel van transport waren gebleven, hoe lang hadden we het dan uitgehouden met onze kernfusie? Binnen een eeuw hadden we alle waterstof in de oceanen van de Aarde opgebruikt.

Maar bij een Dyson-bol gaat het niet alleen om het verzamelen van zonlicht en zonne-energie.

Zeg dat je een bol maakt met een straal van een astronomische eenheid. Je moet toch van het zonnestelsel af, dus je gebruikt de planeten bij de bouw. Dat geeft je een bol van, zeg, chroomstaal, ter dikte van een paar meter. Nu zet je over het hele oppervlak van de bol zwaartekrachtgenerators. Dan heb je een oppervlakte die een miljard keer zo groot is als die van de Aarde. Er zouden wel biljoenen mensen op kunnen rondlopen zonder elkaar ooit te zien.’

Eindelijk wist Teela er een zin tussen te krijgen. ‘Je gebruikt de zwaartekrachtgenerators dus voor het vasthouden van alles?’

‘Ja, tegen de binnenkant. Die bedekken we met grond …’

‘En als een van die generators het nu eens begeeft?’

‘Altijd wat te vitten, jij. Nou … dan worden een miljoen mensen naar de zon getrokken. En alle lucht gaat ze achterna. Een tornado die groot genoeg is om de hele Aarde te verslinden. En geen schijn van kans om een reparatieploeg erbij te laten komen, niet door een storm van die kracht heen.’

‘Ik moet er niets van hebben,’ zei Teela vastbesloten.

‘Laten we niet te haastig zijn met oordelen. Er kunnen heel goed technieken zijn om een zwaartekrachtgenerator zo te maken dat hij niet kan weigeren.’

Dat bedoel ik niet. Je zou de sterren niet kunnen zien.’

Daar had Louis niet aan gedacht. Daarom gaat het nu niet. Waar het wel om gaat is dat elk intelligent, geindustrialiseerd ras uiteindelijk een Dyson-bol nodig zal hebben. Technologische beschavingen vertonen de neiging om met het voortgaan der jaren steeds meer vermogen te gebruiken. De Ring is een compromis tussen een normale planeet en een Dyson-bol. Met de ring krijg je maar een fractie van de beschikbare ruimte, en je vangt er maar een fractie van het beschikbare zonlicht mee op, maar je kunt de sterren zien, en je hoeft je geen zorgen te maken over zwaartekrachtgenerators.’

Uit de stuurcabine kwam het geluid van Spreker-tot-Dieren die iets ingewikkelds grauwde, een geluid met genoeg kracht erachter om de hele ruimte te doortrekken van zijn woede. Teela giechelde.

Вы читаете Ringwereld
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату