‘Goeie god, Cordelia, natuurlijk niet! Wat een vraag om die man te stellen. Vooral als het antwoord nee is. Ik moet met hem werken, weet je nog.’

‘Nou, ik moet met Droe werken. Ik heb niets aan haar als ze wegkwijnt en sterft aan een gebroken hart. Hij heeft haar meer dan eens aan het huilen gemaakt. Dan gaat ze in een hoekje zitten waar ze denkt dat niemand haar ziet.’

‘Heus waar? Dat is moeilijk voor te stellen.’

‘Je kunt moeilijk van me verwachten dat ik haar vertel dat hij het alles bij elkaar niet waard is. Maar heeft hij echt een hekel aan haar? Of is het alleen zelfverdediging?’

‘Goede vraag… Voor wat het waard is, mijn chauffeur maakte laatst een grapje over haar — niet eens een erg grof grapje — en Ko deed plotseling erg koel tegen hem. Ik geloof niet dat hij een hekel aan haar heeft. Maar ik denk wel dat hij jaloers op haar is.’ Cordelia liet het onderwerp aldus onbeslist rusten. Ze wilde het koppel graag helpen, maar had geen antwoord op hun dilemma. Zelf had ze er geen moeite mee om creatieve oplossingen te bedenken voor de praktische problemen die zich ten gevolge van de verwondingen van de luitenant konden voordoen op het gebied van de fysieke intimiteit, maar ze schrok terug voor de inbreuk die ze zou moeten maken op hun verlegen terughoudendheid om hun die mede te delen. Ze had het wrange vermoeden dat ze hen alleen zou choqueren. Sextherapie leek hier volkomen onbekend te zijn.

Als echte Betaanse had ze een dubbele moraal op het gebied van seksueel gedrag altijd als logischerwijze onmogelijk gezien. Maar nu ze in het kielzog van Vorkosigan wat ronddobberde aan de randen van de Barrayaraanse hogere kringen, begon ze eindelijk in te zien hoe je die kon hebben. Het leek allemaal neer te komen op het belemmeren van de vrije toevoer van informatie naar bepaalde personen, die vooraf geselecteerd waren door middel van een onuitgesproken code die op een of andere manier bij alle aanwezigen behalve haarzelf bekend was en waar allen het over eens waren. Je kon niet over sex praten tegen of in aanwezigheid van ongetrouwde vrouwen of kinderen. Jonge mannen waren blijkbaar van alle regels uitgesloten als ze onder elkaar waren, maar niet als er een vrouw van willekeurig welke leeftijd of sociale klasse aanwezig was. De regels veranderden ook, zeer verwarrend, naarmate de sociale status van de aanwezigen varieerde. En groepjes getrouwde vrouwen, buiten gehoorsafstand van mannen, ondergingen soms de verbazingwekkendste transformaties en bleken dan over heel andere gegevens te beschikken dan ze had gedacht. Over sommige onderwerpen kon je grapjes maken maar niet serieus praten. En sommige variaties mochten helemaal niet genoemd worden. Ze had meer dan een conversatie definitief om zeep geholpen door wat haar een volkomen voor de hand liggende en achteloze opmerking had geleken, en was dan door Aral apart genomen voor snelle instructies. Ze probeerde een lijst te maken van de regels die ze dacht ontdekt te hebben, maar vond ze zo onlogisch en tegenstrijdig, vooral op het gebied van wat bepaalde mensen zouden moeten voorwenden niet te weten in aanwezigheid van bepaalde andere mensen, dat ze de poging staakte. Ze liet de lijst wel aan Aral zien, die hem op een avond in bed las en bijna dubbelsloeg van het lachen.

‘Is dat echt de indruk die we bij jou wekken? Ik vind je Regel Zeven schitterend. Moet ik in gedachten houden… Ik wou dat ik dat had geweten toen ik jong was. Had ik al die afschuwelijke instructievideo’s uit dienst over kunnen slaan.’

‘Als je zo blijft gniffelen, heb je straks een bloedneus,’ zei ze stekelig. ‘Dit zijn jullie regels, niet de mijne. Jullie houden je eraan. Ik probeer ze alleen maar te doorzien.’

‘Mijn heerlijke wetenschapster. Hm. Je noemt de zaken wel bij hun naam. We hebben nooit geprobeerd… Zou je Regel Elf met me willen overtreden, lieve kapitein?’

‘Laat eens zien, welke… O, ja! Zeker wel. Nu? En als we dan toch bezig zijn, laten we dan ook Dertien maar meenemen. Mijn hormonen spelen op. Ik herinner me dat de co-ouder van mijn broer me over dat effect heeft verteld, maar ik geloofde haar toen niet echt. Ze zegt dat je het na de geboorte weer compenseert.’

‘Dertien? Ik had nooit kunnen denken…’

‘Dat komt doordat jij, als Barrayaraan, te veel tijd besteedt aan het volgen van Regel Twee.’

Toen werd de antropologie voor een tijdje vergeten. Maar ze merkte dat ze hem de slappe lach kon bezorgen, later, door op een goed gekozen moment te mompelen: ‘Regel Negen, meneer.’

Het weer veranderde. Er had die ochtend een vleugje winter in de lucht gehangen, een vrieskou die een deel van de planten in de achtertuin van graaf Pjotr had doen verwelken. Cordelia keek vol verwachting uit naar haar eerste echte winter. Vorkosigan beloofde haar sneeuw, bevroren water, iets dat ze maar op twee verkenningstochten had gezien. Voordat het lente is, zal ik een zoon hebben gebaard. Huh. Maar in de middag had de herfstzon uitbundig geschenen en was het warmer geworden. Het platte dak van Huize Vorkosigan boven de voorste vleugel stond die warmte nu weer af rond Cordelia’s enkels terwijl ze er voorzichtig overheen liep, hoewel de lucht haar wangen al deed tintelen van de kou; de stralen van de zon vielen schuin over de horizon van de stad.

‘Goedenavond, jongens,’ zei Cordelia terwijl ze naar de twee bewakers knikte die op deze post op het dak de wacht hielden. Ze knikten terug en de oudste raakte zijn voorhoofd aan in een aarzelend half saluut. ‘Mevrouw.’

Cordelia kwam hier regelmatig kijken naar de zonsondergang. Het uitzicht over de stad was schitterend vanaf dit vier verdiepingen hoge uitkijkpunt. Ze kon een glimp zien van de rivier die de stad in tweeen deelde, achter bomen en gebouwen. Hoewel een groot gat een paar blokken verderop langs haar zichtlijn haar deed vermoeden dat de rivieroevers binnenkort aan het oog onttrokken zouden worden door een nieuw bouwwerk. Het hoogste torentje van Kasteel Vorhartung, waar ze al die plechtigheden in de grafelijke Raadszaal had bijgewoond, stak omhoog vanaf een steile rotswand die uitkeek over het water. Achter Kasteel Vorhartung lagen de oudste delen van de hoofdstad. Ze had dat stuk nog niet gezien, doordat de kronkelige straatjes ter breedte van een paard daar niet geschikt waren voor grondmobielen, maar ze was wel over de vreemde, lage, donkere vlekken in het hart van de stad gevlogen. De nieuwere wijken, die zich glinsterend uitstrekten naar de horizon, voldeden meer aan de galactische normen en lagen rond de moderne transportstelsels gerangschikt. Het leek hier in geen enkel opzicht op Kolonie Beta. Vorbarr Sultana lag helemaal uitgespreid over het aardoppervlak of klom hemelwaarts, vreemd tweedimensionaal en onbeschut. De steden van Kolonie Beta doken de diepte in, via schachten en tunnels, vele lagen diep en complex, gezellig en veilig. Kolonie Beta had eigenlijk geen bouwkunst, alleen binnenhuisarchitectuur. Het was verbazingwekkend wat mensen allemaal konden verzinnen om huizen die een buitenkant hadden een verschillend aanzien te geven.

De bewakers bewogen nerveus en zuchtten toen ze tegen de gemetselde reling geleund ging staan en in de verte keek. Ze vonden het eigenlijk niet prettig als ze dichter dan drie meter bij de rand kwam, hoewel de ruimte maar zes meter breed was. Maar ze zou nu waarschijnlijk al snel kunnen zien hoe Vorkosigans grondmobiel de straat indraaide. Zonsondergangen waren prachtig, maar haar blik was nu naar beneden gericht.

Ze snoof de complexe geuren op van begroeiing, waterdamp en uitstoot van de industrie. Barrayar stond een verbazende hoeveelheid afvallozing in de lucht toe, alsof… Nou ja, de lucht was hier natuurlijk ook gratis. Niemand deed metingen, er waren geen tarieven voor het bewerken en filtreren van de lucht… Beseften deze mensen eigenlijk wel hoe rijk ze waren? Alle lucht die ze maar in konden ademen, ze hoefden er alleen maar de deur voor uit te stappen, en het werd net zo vanzelfsprekend gevonden als bevroren water dat uit de lucht kwam vallen. Ze ademde een keer extra in, alsof ze het op een of andere manier hebzuchtig zou kunnen opslaan, en glimlachte… Een krakende, scherpe dreun in de verte verbrijzelde haar gedachten en deed haar adem stokken. De twee bewakers schrokken op. Je hebt een klap gehoord, nou en? Dat hoeft niet per se iets met Aral te maken te hebben. En, ijzig, het klonk als een sonische granaat. En niet zo’n kleintje ook. Goeie god. Er rees een zuil van rook en stof op uit een ravijn dat een paar blokken verderop in de straat was geslagen, ze kon de bron ervan niet zien… Ze rekte zich uit…

‘Mevrouw.’ De jongste bewaker greep haar bovenarm. ‘Gaat u alstublieft naar binnen.’ Zijn gezicht stond strak en zijn ogen waren groot. De oudere man had zijn hand over zijn oor geslagen en nam informatie in zich op uit zijn comlink… Zij had zo’n toestel niet. ‘Wat zeggen ze?’ vroeg ze.

‘Mevrouw, gaat u alstublieft naar beneden!’ Hij duwde haar naar het luik naar de zolder, vanwaar een trap naar beneden leidde, naar de derde verdieping. ‘Het was vast niets bijzonders,’ zei hij geruststellend terwijl hij haar verder duwde.

‘Het was een sonische granaat klasse vier, waarschijnlijk afgeschoten met een luchtbuis,’ zo verhielp ze zijn stuitende onwetendheid. ‘Tenzij de werper zelfrnoordneigingen had. Heb je er nog nooit zo een af horen gaan?’

Droesjnakovi schoot te voorschijn uit het luik, met een fijn geknepen broodje met boter in haar ene hand en

Вы читаете De planeet Barrayar
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату