me op de hoogte.’ Ze leunde met een glimlach achterover. Pjotr was langzamerhand steeds geestdriftiger geworden in het verklaren van Barrayar voor haar en leek altijd blij te zijn om weer een nieuw terrein te ontdekken waarop ze onwetend was, zodat hij dat kon vullen met informatie en opinies. Ze had het gevoel dat hij haar twintig jaar lang zou kunnen onderrichten en dan nog steeds niet door al die verbijsterende onderwerpen heen zou zijn.
‘De verjaardag van de keizer is traditioneel het eind van het belastingjaar, voor de grafelijke districten in relatie tot het keizerlijke bestuur. Met andere woorden, het is betaaldag, behalve dat de Vor niet belast worden. Dat zou een te ondergeschikte relatie met het Keizerrijk suggereren. In plaats daarvan geven we de keizer een cadeau.’
‘Aha…’ zei Cordelia. ‘Maar dit land draait niet op zestig zakjes goud per jaar, meneer.’
‘Natuurlijk niet. De echte fondsen zijn eerder op de dag via de comlink van Hassadar naar Vorbarr Sultana overgemaakt. Het goud is alleen symbolisch.’
Cordelia fronste haar wenkbrauwen. ‘Wacht eventjes. Hebben jullie dat dit jaar niet al een keer gedaan?’
‘In het voorjaar, voor Ezar, ja. Dus hebben we gewoon de datum van ons belastingjaar veranderd.’
‘Verstoort dat jullie banksysteem niet?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘We komen er wel uit.’ Plotseling grijnsde hij. ‘Waar denk je trouwens dat de term “graaf” vandaan komt?’
‘Van de aarde, dacht ik. Een term van voor het atoomtijdperk — laat-Romeins om precies te zijn — voor een edelman die een graafschap bestuurde. Of misschien is het district naar de titel genoemd.’
‘Op Barrayar is het eigenlijk een verkorting van “schatgraver”. De eerste graven waren de belastinginners van Varadar Tau; een vreselijke bandiet, je zou eens iets over hem moeten lezen.’
‘En al die tijd dacht ik dat het een militaire rang was! Waarmee de middeleeuwse geschiedenis werd nageaapt.’
‘O, maar dat militaire aspect is er meteen daarna bij gekomen, de eerste keer dat die ouwe boeven probeerden iemand uit te schudden die niet wilde bijdragen. Later heeft de rang meer glans gekregen.’
‘Dat heb ik nooit geweten.’ Ze keek hem met plotselinge achterdocht aan. ‘U houdt me toch niet voor de gek, meneer?’ Hij spreidde zijn handen ontkennend.
Ze kwamen aan bij het grote hek van de keizerlijke residentie. De ambiance was vanavond heel anders dan gedurende Cordelia’s eerdere, somberder bezoeken aan de stervende Ezar en tijdens de rouwperiode. Gekleurde lampen benadrukten bouwkundige details van het stenen gevaarte. De tuinen waren warm verlicht en de fonteinen schitterden. Prachtig geklede mensen, die zich vanuit de formele zalen van de noordelijke vleugel over de terrassen verspreidden, fleurden het landschap op. Maar de controle van de bewaking was niet minder nauwgezet en het aantal bewakers was vele malen groter. Cordelia had het gevoel dat dit een veel minder wild feest zou worden dan enkele die ze in de straten van de stad waren gepasseerd. Arals mobiel stopte achter de hunne toen ze bij een westelijke zuilengalerij uitstapten, en Cordelia pakte dankbaar zijn arm weer vast. Hij glimlachte trots naar haar en op een relatief onbewaakt ogenblik drukte hij snel een kus in haar nek terwijl hij even rook aan de bloemen die haar haar parfumeerden. Ten antwoord kneep ze steels in zijn hand. Ze gingen de deuren door en liepen door een gang. Een hofmeester in de livrei van Huize Vorbarra kondigde hen luidkeels aan, en toen werden ze vastgepind door duizenden paren kritische Barrayaraanse ogen van de Vor-klasse, althans, zo scheen het Cordelia even toe. In werkelijkheid waren er maar een paar honderd mensen in de zaal. Beter dan, zeg, recht in de loop kijken van een geladen zenuwvernietiger. Veel beter.
Ze liepen rond, wisselden begroetingen en beleefdheden uit.
Een schenker in het rood met blauw knielde voor Gregor en Kareen neer en bood zijn zakje van kastanjebruine-met-gouden zijde aan. Cordelia herkende graat Vidal Vordarian, de man met het schotelvormige gezicht die Aral keurig had omschreven als behorende tot de ‘op een na conservatiefste partij’, dat wilde zeggen, met ongeveer dezelfde politieke ideeen als graaf Pjotr, op een toon waardoor Cordelia zich had afgevraagd of dat soms een codeomschrijving was voor ‘fanatieke isolationist’. Hij zag er niet fanatiek uit. Nu zijn gezicht niet verwrongen was van woede, was het veel knapper; hij hief het nu naar prinses Kareen en zei iets waarover ze haar kin omhoogstak en lachte. Zijn hand lag een ogenblik vertrouwelijk op haar door haar jurk bedekte knie en ze legde haar hand heel even over de zijne voordat hij weer overeind klauterde, boog en plaats maakte voor de volgende man. Kareens glimlach verdween toen Vordarian zich omdraaide. Gregors droevige blik gleed over Aral, Cordelia en Droesjnakovi; hij zei met een ernstig gezicht iets tegen zijn moeder. Kareen wenkte een bewaker en een paar minuten later werden ze benaderd door een commandant van de bewaking, die hun om toestemming vroeg om Droe mee te mogen nemen. Ze werd vervangen door een discrete jongeman die hen buiten gehoorsafstand volgde, slechts een schim in je ooghoek, wat een hele prestatie was voor iemand die zo groot was als hij. Gelukkig liepen Cordelia en Aral al snel heer en vrouwe Vorpatril tegen het lijf, mensen tegen wie Cordelia durfde te praten zonder eerst politiek-sociale instructies te hebben ontvangen. Het rood-met-blauwe ceremoniele uniform van kapitein Vorpatril deed zijn donkerharige, aantrekkelijke uiterlijk extra goed uitkomen. Vrouwe Vorpatril overtrof hem maar net in een kornalijnrode jurk met bijpassende rozen in haar dikke zwarte haar, prachtig tegen haar fluwelig witte huid. Ze vormen, dacht Cordelia, een typisch Vor-paar, verfijnd en gedistingeerd, en dat effect werd slechts in lichte mate bedorven doordat het haar geleidelijk aan duidelijk werd, door zijn onsamenhangende manier van converseren, dat kapitein Vorpatril dronken was. Maar hij was een vrolijke dronkaard; zijn persoonlijkheid werd alleen een beetje verruimd, niet op een onaangename manier vervormd. Vorkosigan, die werd weggetrokken door een paar mannen die op hem af waren gekomen met een Doel voor ogen, droeg Cordelia over aan vrouwe Vorpatril. De twee vrouwen speurden de schitterende bladen met hapjes af die door echte obers werden rondgedragen, en vergeleken obstetrische rapporten. Heer Vorpatril verontschuldigde zich haastig om een blad met witte wijn te achtervolgen. Alys plande de kleuren en snit van Cordelia’s volgende lange jurk. ‘Zwart met wit, voor jou, met het Winterfeest,’ stelde ze met gezag vast. Cordelia knikte gedwee terwijl ze zich afvroeg of ze binnenkort nog aan tafel zouden gaan voor een maaltijd, of dat het de bedoeling was dat ze hapjes bleven pakken van de rondgaande dienbladen.
Alys wees haar de weg naar de dames-wc, een voorwerp van uurlijkse interesse voor hen, met hun door zwangerschap overbelaste blazen, en stelde haar op de terugweg voor aan nog een paar vrouwen uit haar selecte sociale kring. Toen raakte Alys in geanimeerd gesprek gewikkeld met een oude vriendin over een aanstaand feestje voor de dochter van de vrouw, en Cordelia kwam langzamerhand aan de rand van het groepje terecht.
Ze stapte stilletjes naar achteren en maakte zich los (ze probeerde niet te denken: