Dit scheen Nirriti aan te spreken. ‘Ik herinner mij mijn enige vriend uit de dagen van weleer,’ zei hij. ‘Waarom ben je naar me toe gekomen?’

‘Omdat de tijd er rijp voor is. Je bent eindelijk aan de grote kruistocht begonnen.’

‘Ja.’

‘Daarover zou ik onder vier ogen met je willen spreken.’

‘Ga je gang!’

‘En die kerel?’

‘Wat voor mijn oren bestemd is, is geen geheim voor Jan Olvegg. Zeg wat je op je hart hebt.’

‘Olvegg?’

‘Ja.’

‘Goed. Ik ben gekomen om je te zeggen dat de Goden van de Stad zwak zijn. Te zwak, geloof ik, om je te kunnen overwinnen.’

‘Dat had ik al gedacht.’

‘Maar ze zijn niet zo zwak, dat ze niet in staat zouden zijn je een zware schade te berokkenen als je tegen hen optrekt. Wanneer zij op het geschikte moment al hun krachten verzamelen, is de uitkomst nog lang niet zeker.’

‘Ook daaraan heb ik gedacht toen ik ten strijde trok.’

‘Je overwinning kan beter ten koste van minder gaan. Je weet dat ik een sympathisant met het Christendom ben.’

‘Wat heb je op je lever?’

‘Ik heb vrijwillig aan een paar guerrillagevechten deelgenomen, alleen om je te komen vertellen dat Lananda voor jou is. Ze zullen het niet verdedigen. Als je op deze manier door blijft gaan — dus je overwinningen niet consolideert — en naar Khaipur optrekt, zal Brahma die stad ook niet verdedigen. Maar als je Kilbar hebt bereikt en je strijdkrachten verzwakt zijn door de strijd om de eerste drie steden en door onze aanvallen tijdens de veldtocht, dan zal Brahma met alle hem ten dienste staande middelen van de Hemel toeslaan, zodat je voor de muren van Kilbar je ondergang zou kunnen vinden. Alle krachten van de Hemelse Stad zijn in gereedheid gebracht. Ze wachten op jouw besluit om de poorten van de vierde stad van de rivier aan te vallen.’

‘Zo. Het is goed dat ik dat weet. Dan vrezen ze dus hetgeen ik meedraag.’

‘Natuurlijk. Zal je het tot Kilbar kunnen meedragen?’

‘Ja. En ik neem Kilbar ook in. Ik zal mijn machtigste wapens laten aanrukken voor we die stad aanvallen. De krachten die ik achter heb gehouden om ze tegen de Hemelse Stad zelf in te zetten zal ik op mijn vijanden loslaten wanneer zij het ten ondergang gedoemde Kilbar komen verdedigen.’

‘Ook zij zullen met hun machtigste wapens komen.’

‘Als we elkaar ontmoeten, zal de afloop dus noch in hun, noch in mijn handen liggen.’

‘Maar er is nog een middel om de balans wat verder te doen doorslaan, Renfrew.’

‘Ja? Wat dan?’

‘Vele halfgoden zijn ontevreden over de toestand in de Stad. Ze hadden een voortzetting van de campagne tegen het Progressivisme en tegen de volgelingen van Tathagatha gewild. Ze waren teleurgesteld dat die niet gevolgd is na Keenset. En bovendien is Heer Indra teruggeroepen van het oostelijk continent, waar hij tegen de heksen oprukte. Indra zou tot het standpunt van de halfgoden kunnen worden overgehaald en zijn volgelingen zijn nog vol krijgslust na dat andere slagveld.’

Ganesja knoopte zijn mantel dicht. ‘Ga door,’ zei Nirriti.

‘Als zij naar Kilbar worden gehaald,’ zei Ganesja, ‘dan bestaat de mogelijkheid dat zij de stad niet willen verdedigen.’

‘Duidelijk. En wat win jij daarbij, Ganesja?’

‘Voldoening.’

‘Niets meer?’

‘Ik zou graag willen dat jij je op zekere dag herinnert dat ik hier dit bezoek heb afgelegd.’

‘Het zij zo. Ik zal het niet vergeten en je krijgt je beloning — later … wacht!’

De tentflap werd geopend en de soldaat die Ganesja gebracht had, betrad de tent weer.

‘Leid deze man waarheen hij wenst te gaan en laat hem vrij,’ beval Nirriti.

‘Vertrouw je die vent?’ vroeg Olvegg, nadat hij verdwenen was.

‘Ja,’ zei Nirriti, ‘maar zijn geld krijgt hij pas later.’

De Lokapala’s hielden krijgsraad in Sams kamer in het Paleis van Kama in Khaipur. Tak en Ratri waren eveneens aanwezig.

‘Taraka heeft me meegedeeld dat Nirriti niet op onze voorwaarden wil ingaan,’ zei Sam.

‘Zoveel te beter,’ zei Yama. ‘Ik was al half-en-half bang dat hij ermee akkoord zou gaan.’

‘En morgenochtend vallen zij Lananda aan. Taraka denkt dat ze de stad zullen innemen. Het zal iets moeilijker zijn dan bij Mahartha, maar hij is er zeker van dat ze winnen. En ik ook.’

‘En ik.’

‘En ik.’

‘Dan trekt hij naar deze stad, Khaipur. Daarna Kilbar, dan Hamsa, dan Gayatri. En hij weet dat de goden hem ergens langs die weg zullen aanvallen.’

‘Natuurlijk.’

‘We zitten dus in het midden en we hebben de keuze aan ons. We konden met Nirriti niet tot overeenstemming komen. Denken jullie dat het ons met de Hemel zal lukken?’

‘Nee!’ zei Yama en hij sloeg met zijn vuist op tafel. ‘Aan wiens kant sta jij, Sam?’

‘Aan de kant van het Progressivisme,’ antwoordde hij, ‘en als we ons doel kunnen bereiken door onderhandelen en niet door onnodig bloedvergieten, dan is dat des te beter.’

‘Ik onderhandel nog liever met Nirriti dan met de Hemel!’

‘Laten we stemmen zoals we gedaan hebben over het contact met Nirriti.’

‘Dan heb jij nog een medestander nodig.’

‘Dat waren mijn condities toen ik me bij de Lokapala’s schaarde. Jullie hebben me gevraagd de leiding te nemen, dan wens ik de macht om een band te verbreken. Laat ik voor we praten over een stemming eerst mijn beweegredenen uiteenzetten.’

‘Uitstekend, zeg op!’

‘Gedurende de laatste jaren heeft de Hemel naar ik begrijp, een meer liberale houding ten opzichte van het Progressivisme aangenomen. Er is geen officiele verandering van standpunt geweest, maar er zijn ook geen stappen ondernomen tegen de Progressivisten waarschijnlijk omdat ze in Keenset zulke zware verliezen geleden hebben. Heb ik gelijk of niet?’

‘In wezen, ja,’ zei Koebera.

‘Ze zijn blijkbaar van mening dat dergelijke acties met te grote verliezen gepaard zouden gaan, wanneer de wetenschap zijn lelijke kop opsteekt. Er hebben in die slag mensen tegen hen gestreden. Tegen de Hemel. En mensen hebben, in tegenstelling tot ons, een gezin, banden die hen verzwakken en bovendien zijn zij gehouden een goede karmische staat van dienst te voeren wanneer zij herboren willen worden. Toch hebben zij gevochten. Daardoor is de Hemel de laatste jaren tot grotere clementie bereid. Dit is de bestaande situatie. Ze hebben niets te verliezen door dat te erkennen. Ze zouden er zelfs voordeel uit kunnen trekken door dit te presenteren als een welwillende geste van goddelijke genade. Ik geloof dat zij gaarne tot die concessies bereid zijn die Nirriti geweigerd heeft. . .’

‘Ik wens de ondergang van de Hemel,’ zei Yama. ‘Natuurlijk. Ik ook. Maar denk goed na. Gezien wat jij de mensen de afgelopen halve eeuw hebt gegeven, kan de Hemel deze wereld nog veel langer in leen houden? De Hemel is in Keenset verslagen. Nog enkele generaties en haar macht over stervelingen is voorbij. In deze slag met Nirriti lijden ze verliezen, zelfs als ze overwinnen. Nog een paar jaar van decadente glorie. Ieder seizoen worden ze onmachtiger. Ze hebben hun top bereikt. Hun neergang is al begonnen.’

Yama stak een sigaret op. ‘Wil je soms dat iemand Brahma voor je vermoordt?’ vroeg Sam.

Yama zweeg nog steeds, deed een trek aan zijn sigaret, blies de rook uit. Toen zei hij: ‘Misschien. Misschien is het dat. Ik weet het niet. Ik denk er liever niet aan. Maar het is misschien wel zo.’

‘Moet ik je garanderen dat Brahma sterft?’

‘Nee! Als je dat probeert, vermoord ik je!’

Вы читаете Heer van het licht
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату