pogingen op hun doodsbenauwde rijdieren te blijven zitten, en een derde sloeg op de vlucht in een felle stroom blikkerend koper. Een man bleef lang genoeg in het zadel om een zwaard te trekken, maar Jhogo’s zweep wond zich om zijn nek en smoorde zijn kreet. Een ander verloor een hand aan Rakharo’s
‘Speren!’ hoorde Dany een Astapori roepen. Het was Grazdan, de oude Grazdan met de met parels verzwaarde
Toen Rakharo hem een pijl door zijn mond schoot namen de slaven die zijn draagstoel hadden getorst in paniek de benen en lieten hem zonder pardon op de grond vallen. Terwijl het bloed een plas op de bakstenen vormde, kroop de oude man naar de eerste rij eunuchen. De Onbezoedelden keken zelfs niet omlaag om hem te zien sterven. Rij op rij op rij stonden ze daar.
En verroerden zich niet.
Sansa
Op de ochtend dat haar nieuwe japon gereed zou zijn vulden de dienstmeisjes Sansa’s badkuip met dampend heet water en schrobden haar van top tot teen totdat ze helemaal rozig was. Cerseis eigen kamenier knipte haar nagels en borstelde en krulde haar koperkleurige haar, zodat het in golfjes over haar rug hing. Ze had ook een aantal van de lievelingsparfums van de koningin meegebracht. Sansa koos een sterk, zoet aroma met een zweempje citroen door de bloemengeur gemengd. De kamenier goot een drupje op haar vinger en raakte Sansa daarmee aan achter haar beide oren, onder haar kin, en vervolgens heel licht op haar tepels.
Cersei zelf kwam met de naaisters mee en keek toe hoe Sansa in haar nieuwe kleren werd gehuld. Al het kleingoed was van zijde, maar de japon zelf was van ivoorkleurig brokaat en zilverlame, en gevoerd met zilverkleurig satijn. De punten van de lange splitmouwen vielen bijna tot op de grond als ze haar armen liet zakken. En het was een damesjapon, geen meisjesjurk, daaraan was geen twijfel mogelijk. Het decollete van haar keursje reikte bijna tot haar buik, en de wijde V was opgevuld met een inzet van duifgrijs sierkant uit Myr. De rokken waren lang en wijd en de taille was zo nauw dat Sansa haar adem moest inhouden toen ze haar insnoerden. Ze brachten haar ook nieuwe schoenen, slippers van zacht, grijs hertenleer die haar voeten als minnaars omhelsden. ‘U bent beeldschoon, jonkvrouwe,’ zei de naaister toen ze aangekleed was.
‘Ja he?’ Sansa giechelde en draaide rond, en haar rokken zwierden om haar heen. ‘O ja!’ Ze kon niet wachten tot Willas haar zo zou zien.
Koningin Cersei bestudeerde haar kritisch. ‘Nog een paar juwelen, denk ik. De maanstenen die ze van Joffry heeft gekregen.’
‘Ik haal ze meteen, uwe genade,’ antwoordde haar kamenier.
Toen de maanstenen aan Sansa’s oren en om haar hals hingen knikte de koningin. ‘Ja. De goden zijn je welgezind geweest, Sansa. Je bent een lieftallig meisje. Het lijkt haast obsceen om zoveel lieflijke onschuld aan die gargouille te vergooien.’
‘Welke gargouille?’ Sansa begreep het niet. Bedoelde ze Willas?
Cersei Lannister negeerde haar vraag. ‘De mantel,’ beval ze, en de vrouwen droegen hem aan: een lange mantel van wit fluweel die zwaar was van de parels. Er was met zilverdraad een woeste schrikwolf op geborduurd. Sansa bezag hem met plotselinge vrees. ‘De kleuren van je vader,’ zei Cersei, toen ze de mantel met een dunne zilveren ketting om haar hals bevestigden.
‘Doe je mond dicht, dan ben je mooier, Sansa,’ zei Cersei tegen haar. ‘Kom nu maar mee, de septon wacht. En de huwelijksgasten ook.’
‘Nee,’ bracht Sansa uit. ‘Nee.’
‘Jawel. Jij bent een pupil van de kroon. Aangezien je broer een openlijke verrader is, neemt de koning de plaats van je vader in en kan hij je hand wegschenken. Je gaat met mijn broer Tyrion trouwen.’
‘Ik heb begrip voor je tegenzin. Huil maar gerust. In jouw plaats zou ik waarschijnlijk de haren uit mijn hoofd rukken. Het is een stuitende kleine kobold, dat lijdt geen twijfel, maar je zult toch met hem trouwen.’
‘U kunt mij niet dwingen.’
‘Natuurlijk kunnen we dat. Je kunt rustig meekomen en je geloften uitspreken zoals het een dame betaamt, of je kunt vechten en gillen en een scene trappen waar de staljongens over kunnen ginnegappen, maar je zult hoe dan ook trouwen en in het huwelijksbed belanden.’ De koningin opende de deur. Daarachter wachtten ser Meryn Trant en ser Osmund Ketelzwart in het witte schubbenpantser van de Koningsgarde. ‘Begeleid jonkvrouw Sansa naar de sept,’ zei ze tegen hen. ‘Draag haar desnoods, maar probeer de japon heel te houden, want die is heel duur.’
Sansa wilde weglopen, maar Cerseis kamenier greep haar voordat ze een stap gezet had. Ser Meryn Trant wierp haar een blik toe die haar ineen deed krimpen, maar Ketelzwart raakte haar bijna vriendelijk aan en zei: ‘Doe nu maar wat je gezegd wordt, liefje. Zo erg zal het niet wezen. Wolven horen toch dapper te zijn?’
Cersei glimlachte. ‘Dat wist ik wel.’
Naderhand kon ze zich niet herinneren dat ze de kamer uitgelopen was of de trap was afgedaald of de binnenplaats was overgestoken. Ze leek al haar aandacht nodig te hebben om gewoon de ene voet voor de andere te zetten. Ser Meryn en ser Osmund liepen naast haar in mantels die even licht als de hare waren. Slechts de parels en de schrikwolf die van haar vader was geweest ontbraken. Joffry zelf stond haar op te wachten op de trappen van de kasteelsept. De koning zag er schitterend uit in het scharlakenrood met goud en zijn kroon op zijn hoofd. ‘Ik ben vandaag je vader,’ verkondigde hij.
‘Niet waar,’ viel ze uit. ‘Dat zul je nooit zijn.’
Zijn gezicht verduisterde. ‘Welzeker. Ik ben je vader, en ik kan je uithuwelijken aan wie ik wil. Aan wie dan ook. Als ik het zeg trouw je met de varkenshoeder en ga je in de stal met hem naar bed.’ Zijn groene ogen fonkelden vermaakt. ‘Of misschien moet ik je aan ser Ilyn Peyn geven, heb je die soms liever?’
Haar hart sloeg een slag over. ‘Alstublieft, uwe genade,’ smeekte ze. ‘Als u mij ooit maar enigszins hebt liefgehad, dwing mij dan niet met uw…’
‘…oom te trouwen?’ Tyrion Lannister stapte door de deuren van de sept naar buiten. ‘Uwe genade,’ zei hij
