tegen Joffry. ‘Wilt u zo goed zijn mij een ogenblik onder vier ogen met jonkvrouw Sansa te gunnen?’
De koning stond op het punt te weigeren, maar zijn moeder wierp hem een scherpe blik toe. Ze gingen een paar voet verderop staan.
Tyrion droeg een wambuis van zwart fluweel, met gouden krullen bestikt, dij hoge laarzen die drie duim aan zijn lengte toevoegden, en een robijnen keten. Maar de snee op zijn gezicht was ruw en rood en zijn neus was een afschuwelijke korst. ‘Je bent beeldschoon, Sansa,’ zei hij tegen haar.
‘Dank u, heer.’ Ze wist niet wat ze anders moest zeggen.
‘Jonkvrouwe, dit is geen manier om u naar uw bruiloft te brengen. Dat spijt mij, en het spijt mij ook dat het zo plotseling gebeurt, en zo heimelijk. Mijn edele vader achtte dat om staatkundige redenen noodzakelijk. Anders zou ik eerder naar u toe zijn gekomen, zoals ik zelf ook had gewild.’ Hij waggelde op haar af. ‘Ik weet dat u niet om dit huwelijk hebt gevraagd. Net zomin als ik. Maar als ik nee had gezegd zoudt u aan mijn neef Lancel zijn uitgehuwelijkt. Misschien hebt u dat liever. Hij staat dichter bij u qua leeftijd en is knapper om te zien. Als u dat wenst, zegt u het dan en ik maak een eind aan deze klucht.’
Hij nam haar op met zijn ongelijke ogen. ‘Ik weet dat ik geen echtgenoot ben waar jonge meisjes van dromen, Sansa,’ zei hij zacht, ‘maar ik ben ook geen Joffry.’
‘Nee,’ zei ze. ‘U hebt mij goed behandeld, dat weet ik nog.’
Tyrion stak haar een dik handje met stompe vingers toe. ‘Komt u dan maar. Laten we onze plicht doen.’
Dus legde ze haar hand in de zijne, en hij leidde haar naar het trouwaltaar waar de septon tussen de Moeder en de Vader wachtte om hun levens aaneen te smeden. Ze zag Dontos in zijn geblokte zottenpak met grote, ronde ogen naar haar staren. Ser Balon Swaan en ser Boros Both waren er, in het wit van de Koningsgarde, maar niet ser Loras.
De ceremonie voltrok zich als in een droom. Sansa deed alles wat er van haar gevraagd werd. Er waren gebeden, geloften en gezangen en er brandden lange kaarsen, honderd dansende lichtjes die door de tranen in haar ogen duizendvoudig vermenigvuldigden. Gelukkig leek geen mens te merken dat ze daar in haar vaders kleuren stond te huilen, of ze deden allemaal alsof. In minder dan geen tijd, leek het, waren ze bij het wisselen van de mantels aangeland.
Als vader van het rijk nam Joffry de plaats van heer Eddard Stark in. Sansa stond stil als een lans toen zijn handen over haar schouders reikten en met haar mantel sluiting prutsten. Een hand streek over haar borst en bleef even hangen om er een kneepje in te geven. Toen ging de sluiting open en zwiepte Joff met een zwierig gebaar en een grijns haar maagdenmantel af.
Het optreden van zijn oom verliep minder goed. De bruidsmantel die hij ophield was groot en zwaar, van karmijnrood fluweel, rijkelijk versierd met leeuwen en afgezet met goudsatijn en robijnen. Maar geen mens had eraan gedacht een krukje mee te brengen, en Tyrion was anderhalve voet korter dan zijn bruid. Toen hij achter haar ging staan voelde Sansa een felle ruk aan haar rok.
Ze voelde nog een ruk aan haar rok, hardnekkiger nu.
De dwerg gaf een derde ruk. Koppig perste ze haar lippen opeen en deed of ze niets merkte. Achter hen werd gegiebeld.
En zo gebeurde het dat haar heer gemaal haar met de kleuren van het huis Lannister bekleedde, staande op de rug van een zot.
Toen Sansa zich omdraaide staarde de kleine man naar haar op met een mond als een streep en een gezicht zo rood als haar mantel. Ineens schaamde ze zich voor haar koppigheid. Ze streek haar rokken glad en knielde voor hem neer, zodat hun hoofden op gelijke hoogte waren. ‘Met deze kus wijd ik u plechtig mijn liefde toe en neem ik u tot mijn heer en gemaal.’
‘Met deze kus wijd ik u plechtig mijn liefde toe,’ antwoordde de dwerg schor, ‘en neem ik u tot mijn vrouwe en gemalin.’ Hij boog zich naar voren, en hun lippen raakten elkaar kortstondig.
De septon hief zijn kristal hoog op, zodat het regenboogkleurige licht hen bescheen. ‘Hier voor het aangezicht van goden en mensen,’ zei hij, ‘verklaar ik Tyrion van het huis Lannister en Sans a van het huis Stark plechtig tot man en vrouw, een vlees, een hart, een ziel, nu en voor immer, en al wie tussen hen komt zij vervloekt.’
Ze moest op haar lip bijten om het niet uit te snikken.
Het bruiloftsfeest werd in de Kleine Zaal gehouden. Er waren misschien vijftig gasten, merendeels mensen uit het gevolg van de Lannisters en hun bondgenoten, die zich voegden bij degenen die de huwelijkssluiting hadden bijgewoond. En daar trof Sansa de Tyrels aan. Marjolij keek haar heel treurig aan, en de Doornenkoningin, die tussen Links en Rechts kwam binnenschuifelen, keek Sansa helemaal niet aan. Elinor, Alla en Megga leken vastbesloten haar niet te kennen.
Haar echtgenoot dronk stevig en at slechts weinig. Zodra iemand opstond om een toost uit te brengen luisterde hij, en soms gaf hij met een kort knikje van zijn erkentelijkheid blijk, maar verder had zijn gezicht uit steen gebeiteld kunnen zijn. Er leek geen einde aan het feest te komen, al at Sansa geen hap. Ze wilde het achter de rug hebben, en toch was ze bang dat het afgelopen zou zijn. Want na het feest kwam het bedritueel. De mannen zouden haar de trap naar het bruidsbed opdragen en haar onderweg uitkleden en schuine moppen tappen over het lot dat haar tussen de lakens wachtte, terwijl de vrouwen Tyrion dezelfde eer bewezen. Pas nadat ze naakt in bed waren gelegd zouden ze alleen worden gelaten, en zelfs dan zouden de gasten nog voor het bruidsvertrek blijven staan en hun door de deur heen schunnige suggesties toeroepen. Toen Sansa nog een meisje was had het bedritueel haar verrukkelijk verdorven en opwindend toegeschenen, maar nu het ogenblik daar was, ervoer ze louter angst. Het leek haar onverdraaglijk dat ze haar de kleren van het lijf zouden trekken, en ze was er zeker van dat ze bij de eerste ranzige grap in tranen uit zou barsten.
Toen de muzikanten begonnen te spelen legde ze beschroomd haar hand op die van Tyrion en zei: ‘Heer, moeten wij niet voorgaan in de dans?’
Zijn mond vertrok. ‘Vind je niet dat we ze voor een dag al genoeg vermaak hebben geboden?’
‘Zoals u wenst, heer.’ Ze trok haar hand terug.
In hun plaats gingen Joffry en Marjolij voor.
Andere gasten voegden zich weldra bij de koning en zijn verloofde op de dansvloer. Elinor danste met haar jonge schildknaap en Megga met prins Tommen. Vrouwe Blijleven, de Myrische schoonheid met het zwarte haar en de grote, donkere ogen draalde zo uitdagend rond dat het niet lang duurde of alle mannen in de zaal keken
