ogen. ‘Twee keer. Drie keer. De Muur wou me afschudden, ik voelde het.’ Een van de tranen kwam los en biggelde langzaam over haar wang.

‘Het ergste hebben we achter ons.’ Jon probeerde zelfverzekerd te klinken. ‘Wees maar niet bang.’ Hij wilde een arm om haar heen slaan.

Ygritte sloeg met de muis van haar hand tegen zijn borst, zo hard dat het door alle lagen wol, malien en gehard leer heen nog pijn deed. ‘Ik was niet bang. Jij weet niks, Jon Sneeuw.’

‘Waarom huil je dan?’

‘Niet uit angst!’ Woest liet ze haar hiel op het ijs neerkomen en hakte er een brok uit. ‘Ik huil omdat we de Winter hoorn niet gevonden hebben. We hebben tientallen graven geopend en al die schimmen op de wereld losgelaten, maar zonder de Hoorn van Joramun te vinden die dit kouwe ding kan neerhalen!’

Jaime

Zijn hand brandde.

Nog dagen nadat de toorts waarmee ze de bloederige stomp hadden dichtgeschroeid was gedoofd, bleef hij voelen hoe het vuur door zijn arm vlijmde en hoe zijn vingers, de vingers die hij niet meer had, zich kromden in de vlammen.

Hij had vaker verwondingen opgelopen, maar nooit zoals nu. Zo’n pijn had hij niet voor mogelijk gehouden. Soms borrelden er ongevraagd oude gebeden over zijn lippen, gebeden die hij als kind had geleerd en waar hij daarna nooit meer aan had gedacht, gebeden die hij voor het eerst geknield in de sept van de Rots van Casterling had uitgesproken, met Cersei naast hem geknield. Soms huilde hij zelfs, totdat hij de Mommers hoorde lachen. Dan dwong hij zijn ogen om te drogen en zijn hart om gevoelloos te worden en bad hij dat zijn koorts de tranen weg zou branden. Nu weet ik hoe Tyrion zich voelde, al die keren dat hij uitgelachen werd.

Nadat hij voor de tweede keer uit het zadel was gevallen, bonden ze hem stevig aan Brienne van Tarth vast en zetten hen weer samen op een paard. ‘De gelieven,’ zuchtte Warrewel luid, ‘en wat een schoon gezicht is dat. Het zou wreed zijn de goede ridder en zijn jonkvrouw te scheiden.’ Dan lachte hij zijn hoge, schelle lachje en zei: ‘Ja, maar wie is de ridder en wie de jonkvrouw?’

Als ik mijn hand nog had zou je dat snel genoeg merken, dacht Jaime. Zijn armen deden pijn en zijn benen waren verdoofd van de touwen, maar na een poosje was dat niet belangrijk meer. Zijn wereld kromp ineen tot het pijnlijke bonzen van zijn spookhand, en Brienne zat tegen hem aangedrukt. Ze is in elk geval warm, troostte hij zichzelf, al riekte de adem van de deerne even smerig als de zijne.

Zijn hand hing al die tijd tussen hen in. Urswijck had hem aan een touwtje om zijn nek gehangen, zodat hij op Jaimes borst bungelde en tegen Briennes boezem zwaaide, terwijl Jaime zelf beurtelings bij kennis was en het bewustzijn verloor. Zijn rechteroog was zo gezwollen dat het dichtzat en de wond die Brienne hem tijdens hun gevecht had toegebracht was ontstoken, maar zijn hand deed het meeste pijn. Bloed en pus sijpelden uit de stomp en de ontbrekende hand klopte en bonsde bij iedere stap van het paard.

Zijn keel was zo rauw dat hij niet kon eten, maar hij dronk wijn als hij die kreeg en water als dat alles was wat ze hem aanboden. Een keer reikten ze hem een beker aan die hij trillend achter elkaar naar binnen goot, en de Dappere Gezellen barstten zo luid en ruw in lachen uit dat het hem pijn aan de oren deed. ‘Dat is paardenpis wat je daar drinkt, Koningsmoordenaar,’ zei Rorg tegen hem. Jaime had zo’n dorst dat hij het toch opdronk, maar na afloop kotste hij alles weer uit. Ze dwongen Brienne het braaksel uit zijn baard te wassen, net als ze haar dwongen hem schoon te maken toen hij zich in het zadel bevuild had.

Op een vochtige, kille ochtend, toen hij zich wat sterker voelde, kwam er een vlaag van waanzin over hem en hij greep met zijn linker hand het zwaard van de Dorner en wrikte het onhandig uit de schede. Laat ze me maar doden, dacht hij, zolang ik maar strijdend en met het zwaard in de hand ten onder ga. Maar het haalde niets uit. Warrewel kwam eraan huppelen en danste behendig opzij toen Jaime naar hem uithaalde. Uit balans geraakt wankelde hij naar voren en hakte in het wilde: weg op de zot in, maar Warrewel draaide, dook weg en sprong opzij totdat alle Mommers het uitschaterden om Jaimes futiele pogingen om hem te raken. Toen hij over een steen struikelde en op zijn knieen viel, sprong de zot naar voren en plantte een natte kus op zijn hoofd.

Ten slotte smeet Rorg hem opzij en schopte het zwaard uit Jaimes krachteloze vingers toen hij het wilde opheffen. ‘Dat waf vermakelijk, Koningfmoordenaar,’ zei Vargo Hoat, ‘maar alf je het nog eenf probeert hak ik je andere hand ook af, of miffchien wel een voet.’

Naderhand lag Jaime op zijn rug naar de nachthemel te staren en trachtte de pijn die door zijn rechterarm omhoogkronkelde zodra hij die bewoog, te negeren. De nacht was merkwaardig mooi. De maan was een sierlijke sikkel en het leek wel of hij nog nooit zoveel sterren had gezien. De Koningskroon stond in het zenith en hij kon de Hengst zien steigeren, en daar de Zwaan. De Maanmaagd, beschroomd als altijd, was half verscholen achter een den. Hoe kan zo’n nacht zo mooi zijn? vroeg hij zich af. Waarom zouden de sterren neerkijken op iemand als ik?

‘Jaime,’ fluisterde Brienne, zo zachtjes dat hij dacht dat hij droomde. ‘Jaime, wat doe je?’

‘Doodgaan,’ fluisterde hij terug.

‘Nee,’ zei ze, ‘nee, je moet blijven leven.’

Hij zou graag gelachen hebben. ‘Zeg me nou niet wat ik doen moet, deerne. Ik ga dood als ik daar zin in heb.’

‘Ben je dan zo laf?’

Dat woord schokte hem. Hij was Jaime Lannister, een ridder van de Koningsgarde, hij was de Koningsmoordenaar. Geen mens had hem ooit een lafaard genoemd. Andere dingen wel: eed breker, leugenaar, moordenaar. Ze zeiden dat hij wreed, verraderlijk en roekeloos was. Maar laf? Nooit. ‘Wat moet ik dan doen?’

‘Blijven leven,’ zei ze, ‘en vechten, en wraak nemen.’ Maar ze sprak te luid. Rorg hoorde haar stem, zij het niet haar woorden. Hij kwam naar haar toe, gaf haar een schop en schreeuwde haar toe dat ze vooral haar tong moest blijven roeren als ze hem kwijt wilde.

Laf, dacht Jaime, terwijl Brienne haar uiterste best deed om niet te kreunen. Zou dat waar zijn? Ze hebben me mijn zwaardhand afgehakt. Is dat alles wat ik was, een zwaardhand? Goeie goden, is dat waar?

De deerne had gelijk. Hij mocht niet sterven. Cersei wachtte op hem. Ze zou hem nodig hebben. En Tyrion, zijn broertje, die van hem hield om een leugen. En ook zijn vijanden wachtten: de Jonge Wolf, die hem in het Fluisterwoud had verslagen en de mannen om hem heen had gedood, Edmar Tulling, die hem gevangen had gehouden, geketend in het donker, en deze Dappere Gezellen.

Toen de ochtend aanbrak dwong hij zichzelf om te eten. Ze voerden hem haverbrij, paardenvoer dus, maar hij werkte het lepel voor lepel naar binnen. ’s Avonds at hij weer, en de dag daarop ook. Leef, beval hij zichzelf ruw als hij moest kokhalzen van de brij. Leef voor Cersei, leef voor Tyrion. Leef voor je wraak. Een Lannister betaalt altijd zijn schulden. Zijn ontbrekende hand bonsde, brandde en stonk. Als ik Koningslanding bereik laat ik een nieuwe hand smeden, een gouden hand, en daarmee draai ik op een dag Vargo Hoat de strot om.

De dagen en nachten vervloeiden tot een waas van pijn. Hij sliep in het zadel, tegen Brienne aan gedrukt, met de stank van zijn rottende hand in zijn neusgaten, om vervolgens ’s nachts wakker te liggen op de harde grond, gevangen in een wakende nachtmerrie. Al was hij nog zo zwak, ze bonden hem altijd aan een boom. Het was een schrale troost om te weten dat ze zelfs nu nog zo bang voor hem waren.

Brienne werd altijd naast hem vastgebonden. Daar lag ze dan in haar boeien, als een grote, dode koe die geen boe of ba zei. De deerne heeft een fort in haar binnenste opgetrokken. Het zal niet lang duren of ze wordt verkracht, maar achter die muur is ze onbereikbaar. Maar Jaimes muren waren weg. Ze hadden zijn hand afgehakt, ze hadden zijn zwaardhand afgehakt, en zonder die hand was hij nergens. Aan de andere had hij niets. Al sinds hij had leren lopen was zijn linkerarm zijn schild arm, meer niet. Het was zijn rechterhand die een ridder van hem had gemaakt, zijn rechterarm die een man van hem had gemaakt.

Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ОБРАНЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату