… maar het brandende zwaard brak in tweeen en het koude staal van de Jachthond groef zich in heer Berics vlees, daar waar zijn hals in zijn schouder overging, en kliefde hem tot het borstbeen. Het bloed spoot eruit in een warme, zwarte straal.

Sandor Clegane deinsde achteruit, nog steeds brandend. Hij rukte het restant van zijn schild af en smeet het vloekend weg. Toen rolde hij in het stof om het vuur dat over zijn arm liep te smoren.

Heer Berics knieen vouwden zich langzaam dubbel als voor een gebed. Toen zijn mond openging kwam er alleen bloed uit. Het zwaard van de Jachthond stak nog in hem toen hij omviel, met het gezicht naar voren. Het stof dronk zijn bloed. In de holle heuvel klonk geen ander geluid dan het zachte geknetter van de vlammen en het gepiep van de Jachthond, die probeerde op te staan. Arya kon alleen maar aan Mycah denken, en aan al die stomme gebeden waarmee ze om de dood van de Jachthond had gesmeekt. Als er goden zijn, waarom heeft heer Beric dan niet gewonnen? Ze wist dat de Jachthond schuldig was.

‘Alsjeblieft,’ raspte Sandor Clegane, en koesterde zijn arm. ‘Ik ben verbrand. Laat iemand me helpen.’ Hij huilde. ‘Alsjeblieft.’ Arya keek verbaasd naar hem. Hij huilt als een klein kind, dacht ze.

‘Mellie, ontferm je over zijn brandwonden,’ zei Thoros. ‘Liem, Jaak, help me met heer Beric. Kom jij ook maar mee, Ned.’ De rode priester wrikte het zwaard van de Jachthond uit het lichaam van zijn gevallen heer en stak het met de punt in de met bloed doordrenkte grond. Liem schoof zijn grote handen onder Dondarrions armen, terwijl Jaak Geluk hem bij zijn voeten pakte. Ze droegen hem om de vuurkuil heen de duisternis van een van de tunnels binnen, gevolgd door Thoros en de jonge Ned.

De Dolle Jagersman spuwde. ‘Laten we hem terugbrengen naar Steensept en hem in een kraaienkooi stoppen, zeg ik.’

‘Ja,’ zei Arya. ‘Hij heeft Mycah vermoord. Echt waar.’

‘Wat een woedend eekhoorntje toch,’ mompelde Groenebaard. Harwin zuchtte. ‘R’hllor heeft hem onschuldig geoordeeld.’

‘Wie is Rulor?’ Ze kon het niet eens uitspreken.

‘De Heer des Lichts. Thoros heeft ons geleerd…’

Het kon haar niet schelen wat Thoros hun had geleerd. Ze rukte Groenebaards dolk uit de schede en dook weg voor hij haar kon grijpen. Gendry graaide ook naar haar, maar Gendry was ze altijd te snel af.

Tom Zevensnaren en een vrouw hielpen de Jachthond overeind. Bij de aanblik van zijn arm schrok ze zo dat ze met stomheid geslagen was. Waar de leren schildriem had gezeten was nog een strookje roze, maar daarboven en daaronder was de huid gebarsten en rood, en bloedig van de elleboog tot de pols. Toen zijn blik de hare ontmoette trok hij met zijn mond. ‘Wil je me zo graag dood hebben? Doe het dan, wolvenmeisje. Steek maar toe. Dat is fatsoenlijker dan vuur.’ Clegane probeerde te staan, maar toen hij bewoog viel er een lap verbrand vlees finaal van zijn arm en zakte hij door zijn knieen. Tom greep hem bij zijn goede arm en hield hem overeind.

Zijn arm, dacht Arya, en zijn gezicht. Maar hij was de Jachthond.

Hij verdiende het in een vurige hel te branden. Het mes rustte zwaar in haar hand. Ze greep het steviger beet. ‘Je hebt Mycah gedood,’ zei ze nogmaals, hem uitdagend om het te ontkennen. ‘Vertel het ze maar. Je hebt het gedaan. Wel degelijk.’

‘Wel degelijk.’ Zijn hele gezicht vertrok. ‘Ik heb hem tegen de grond gereden en in tweeen gehakt, en gelachen. Ik heb ook toegekeken toen ze je zuster tot bloedens toe afranselden en je vader zijn hoofd afsloegen.’

Liem greep haar pols, draaide die om en wrikte de dolk eruit. Ze gaf hem een schop, maar kreeg de dolk niet terug. ‘Loop naar de hel, Jachthond,’ gilde ze in machteloze woede met lege handen tegen Sandor Clegane. ‘Loop jij maar naar de hel!’

‘Daar is hij al heen,’ zei een stem die nauwelijks meer was dan een fluistering.

Toen Arya zich omdraaide stond heer Beric Dondarrion achter haar, zijn bebloede hand om de schouder van Thoros geklemd.

Catelyn

De koningen van de winter mogen hun kille onderaardse crypte houden, dacht Catelyn. De Tullings putten hun kracht uit de rivier, en tot de rivier keerden ze weer als hun leven zijn loop had genomen.

Ze legden heer Hoster in een slanke houten boot, gehuld in een blinkend zilveren harnas van staal en malien, zijn mantel van blauwe en rode golven onder hem gespreid. Ook zijn wapenrok was deels blauw, deels rood. Een forel met zilveren en bronzen schubben bekroonde de grote helm die naast zijn hoofd werd gezet. Op zijn borst legden ze een beschilderd houten zwaard, zijn vingers om het gevest gevouwen. Malien-handschoenen omhulden zijn weggeteerde handen, zodat hij bijna weer sterk leek. Zijn massieve schild van eikenhout en ijzer werd aan zijn linkerzij gelegd, zijn jachthoorn aan de rechter. De rest van het bootje werd gevuld met drijfhout, brandhout en perkamentsnippers, en stenen om voor diepgang te zorgen. Heer Hosters banier, de springende forel van Stroomvliet, wapperde van de voorsteven.

Er waren zeven uitverkorenen om de begrafenisboot het water in te schuiven, ter ere van de zeven gezichten van god. Robb, heer Hosters leenheer, was een van hen. Hij werd vergezeld door de heren Vaaren, Zwartewoud, Vannis en Mallister, ser Marq Pijper… en Lothar Frey de Lamme, die met het verwachte antwoord van de Tweeling was gearriveerd. Hij had een escorte van veertig krijgslieden, aangevoerd door Walder Stroom, de oudste van heer Walders bastaardgebroed, een gestrenge, grijsharige figuur met een geduchte reputatie als krijgsman. Hun komst, slechts enkele uren na heer Hosters overlijden, had Edmar in razernij doen ontsteken. ‘Walder Frey zou gevild en gevierendeeld moeten worden!’ had hij geschreeuwd. ‘Hij stuurt een hinkepoot en een bastaard om met ons te onderhandelen, en vertel me niet dat dat niet als belediging bedoeld is!’

‘Ik twijfel er niet aan of heer Walder heeft zijn afgezanten met zorg gekozen,’ had ze geantwoord. ‘Het is kleinzielig, een laag-bijde-grond se wraak, maar bedenk wel met wie we te maken hebben. Heer Frey Laat, noemde vader hem altijd. De man is opvliegend, jaloers en vooral hooghartig.’

Gelukkig had haar zoon zich verstandiger betoond dan haar broer. Robb had de Freys in alle hoffelijkheid ontvangen, voor hun escorte een plaats in de barakken gezocht en ser Desmond Grel onopvallend verzocht zich terug te trekken en Lothar de eer te laten heer Hoster op weg te helpen voor zijn laatste reis. De harde leerschool van het leven heeft hem voor zijn tijd wijs gemaakt, mijn zoon. Het huis Frey mocht de Koning in het Noorden dan de rug toegekeerd hebben, de heer van de Oversteek was en bleef de machtigste van Stroomvliets baandermannen, en Lothar was hier namens hem.

De zeven zonden heer Hoster op weg vanaf de watertrap. Terwijl het valhek opgetrokken werd, waadden ze de trap af. Lothar Frey, een gezette, weinig geharde man, ademde zwaar toen ze het bootje de stroom in duwden. Bij de voorsteven stonden Jason Mallister en Tytos Zwartewoud tot hun borst in het water om het de goede kant op te sturen.

Catelyn wachtte en keek toe vanaf de borstwering zoals ze zo vaak wachtend had toegekeken. Onder haar boorde de snelle, wilde Steenstort zich als een speer in de flank van de brede Rode Vork. De blauwwitte stroom bracht het modderige, roodbruine water van de grotere rivier aan het kolken. Boven het wateroppervlak hing ochtendmist, ragdun als flarden herinnering.

Bran en Rickon wachten hem nu op, dacht Catelyn treurig, zoals ik hem vroeger altijd opwachtte.

De slanke boot dreef onder de roodstenen boog van de Waterpoort door en kreeg steeds meer snelheid toen hij door de stroming van de onstuimige Steenstort werd meegevoerd en naar de bruisende samenloop van de twee rivieren werd gestuwd. Toen het vaartuigje vanachter de hoge, beschermende muren van het kasteel opdook vulde het vierkante zeil zich met wind en zag Catelyn de zon op haar vaders helm fonkelen. Heer Hosters roer hield zich recht en hij voer kalm door het midden van de vaargeul de opgaande zon in.

‘Nu,’ drong haar oom aan. Naast hem zette haar broer Edmarnu werkelijk heer Edmar, en hoe lang zou het

Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату