geweten of haar zoon haar er na hun ruzie nog bij wilde hebben. ‘Een plichtsgetrouwe schildknaap,’ zei ze ernstig tegen Rollam. Dat zou Bran ook zijn geweest.

Terwijl Robb aan tafel een koele en Edmar een korzelige indruk maakte, compenseerde Lamme Lothar dat dubbel en dwars. Hij was een toonbeeld van hoofsheid. Hij haalde vol warmte herinneringen aan heer Hoster op, betuigde haar vriendelijk zijn medeleven met het verlies van Bran en Rickon, loofde Edmar om zijn overwinning bij Steenmolen en dankte Robb voor de ‘snelle en trefzekere gerechtigheid’ die hij aan Rickard Karstark had voltrokken. Lothars bastaardbroer Wal der was heel andere koek: een harde, zure kerel met het achterdochtige gezicht van de oude heer Walder. Hij zei bijna niets en besteedde vrijwel alleen aandacht aan het eten en drinken dat hij voorgezet kreeg.

Toen alle holle frasen uitgesproken waren, verontschuldigden de koningin en de andere Westerlings zich, werden de restanten van de maaltijd afgeruimd en schraapte Lothar Frey zijn keel. ‘Voor we ons richten op datgene wat ons hier brengt is er eerst nog iets anders,’ zei hij plechtig. ‘Een ernstige zaak, vrees ik. Ik had gehoopt dat ik niet met het overbrengen van dit nieuws belast zou worden, maar het ziet ernaar uit dat dat onvermijdelijk is. Mijn vader heeft een brief gekregen van zijn kleinzoons.’

Catelyn was zo in het verdriet om haar eigen kinderen opgegaan dat ze de twee Freys die ze als pleegkinderen had aangenomen bijna was vergeten. Niet nog meer, dacht ze. Genade, Moeder, hoeveel klappen kunnen we nog verdragen? Op de een of andere manier wist ze dat de volgende woorden die ze zou horen weer als een zwaard door haar hart zouden gaan. ‘De kleinzoons in Winterfel?’ dwong ze zichzelf te vragen. ‘Mijn pupillen?’

‘Walder en Walder, ja. Maar ze zijn op dit ogenblik in Fort Gruw, vrouwe. Het kwelt mij om u dit te moeten zeggen, maar er is gevochten. Winterfel is afgebrand.’

‘Afgebrand?’ Robbs stem klonk ongelovig.

‘Uw noordelijke heren hebben geprobeerd het op de ijzermannen te heroveren. Toen Theon Grauwvreugd zag dat zijn buit verloren was heeft hij het slot in brand gestoken.’

‘Wij hebben niets over enige strijd gehoord,’ zei ser Brynden.

‘Ik geef toe dat mijn neefjes nog jong zijn, maar ze waren er wel bij. De brief is door Grote Walder geschreven en zijn neef heeft hem mede ondertekend. Het was een bloedige affaire, naar hun verslag te oordelen. Uw kasteelheer is gesneuveld. Heette hij niet ser Rodrik?’

‘Ser Rodrik Cassel,’ zei Catelyn verdoofd. Die beste, dappere, trouwe oude ziel. Ze zag bijna voor zich hoe hij aan zijn woeste witte bakkebaarden trok. ‘En onze andere mensen?’

‘De ijzermannen hebben er velen over de kling gejaagd, vrees ik.’

Sprakeloos van woede sloeg Robb met een vuist op tafel en wendde zijn gezicht af opdat de Freys zijn tranen niet zouden zien.

Maar zijn moeder zag ze wel. De wereld wordt elke dag een beetje donkerder. Catelyn dacht aan ser Rodriks dochtertje Beth, aan de onvermoeibare maester Luwin en de opgeruimde septon Cheyl, aan Mikken in zijn smidse, aan Farlen en Palla in de kennels, aan ouwe Nans en de simpele Hodor. Ze was misselijk van ellende. ‘Niet allemaal toch, hoop ik?’

‘Nee,’ zei Lamme Lothar. ‘De vrouwen en kinderen, waaronder mijn neefjes Walder en Walder, hadden zich verstopt. Nadat Winterfel verwoest was zijn de overlevenden teruggevoerd naar Fort Gruw door die zoon van heer Bolten.’

‘Boltens zoon?’ Robbs stem klonk gespannen.

Walder Stroom nam het woord. ‘Een bastaardzoon, meen ik.’

‘Toch niet Rammert Sneeuw? Heeft heer Rous nog een andere zoon?’ Robb keek boos. ‘Die Rammert was een monster en een moordenaar en is als lafaard geeindigd. Of dat is mij althans verteld.’

‘Daar kan ik niets over zeggen. Een oorlog brengt altijd grote verwarring met zich mee. Veel valse berichten. Het enige wat ik kan zeggen is dat mijn neefjes beweren dat het de bastaardzoon van Bolten was die de vrouwen van Winterfel heeft gered, en de kinderen. Ze zijn nu veilig in Fort Gruw, iedereen die nog over is.’

‘Theon,’ zei Robb plotseling. ‘Wat is er met Theon Grauwvreugd gebeurd? Is hij gesneuveld?’

Lamme Lothar spreidde zijn handen. ‘Dat kan ik u niet zeggen, uwe genade. Walder en Walder vermeldden niet wat er van hem geworden was. Misschien weet heer Bolten het, als hij bericht heeft gekregen van die zoon van hem.’

Ser Brynden zei: ‘We zullen het hem zeker vragen.’

‘U bent allemaal verslagen, zie ik. Het spijt mij dat ik u deze nieuwe onheilstijding heb gebracht. Misschien moeten wij morgen verder spreken. Onze kwestie kan wel wachten tot u zich weer hersteld hebt…’

‘Nee,’ zei Robb. ‘Ik wil dat de zaak geregeld is.’

Haar broer Edmar knikte. ‘Ik ook. Brengt u het antwoord op ons aanbod mee, heer?’

‘Zeker.’ Lothar glimlachte. ‘Mijn vader heeft mij opgedragen uwe genade te zeggen dat hij instemt met deze nieuwe huwelijksverbintenis tussen onze huizen en zijn trouw aan de Koning in het Noorden zal bekrachtigen, op voorwaarde dat zijne genade de koning zich in hoogst eigen persoon van aangezicht tot aangezicht verontschuldigt voor de belediging, het huis Frey aangedaan.’

Een verontschuldiging was geen al te hoge prijs, maar deze kleingeestige voorwaarde van heer Wal der beviel Catelyn meteen al niet.

‘Dat verheugt mij,’ zei Robb behoedzaam. ‘Het is nooit mijn wens geweest een breuk tussen ons te veroorzaken, Lothar. De Freys hebben dapper voor mijn zaak gestreden. Ik wil hen graag opnieuw aan mijn zijde hebben.’

‘U bent al te vriendelijk, uwe genade. Nu u deze voorwaarden aanvaardt heb ik de opdracht heer Tulling de hand van mijn zuster aan te bieden, jonkvrouw Roslin, een maagd van zestien jaar. Roslin is mijn vaders jongste docher bij vrouwe Bethanie van het huis Rooswijck, zijn zesde echtgenote. Ze is zachtaardig en heel muzikaal.’

Edmar ging verzitten. ‘Zou het niet beter zijn als ik haar eerst leerde ken…’

‘U zult haar leren kennen als u getrouwd bent,’ zei Wal der Stroom kortaf. ‘Tenzij heer Tulling de behoefte gevoelt eerst haar tanden te tellen?’

Edmar beheerste zich. ‘Ik zal u op uw woord geloven waar het haar tanden betreft, maar het zou wel zo aangenaam zijn als ik haar gezicht zou mogen zien voor ik haar tot gemalin nam.’

‘U moet haar nu aanvaarden, heer,’ zei Wal der Stroom. ‘Of mijn vader trekt zijn aanbod in.’

Lamme Lothar spreidde zijn handen. ‘Mijn broer spreekt met de onverbloemdheid van een krijgsman, maar het is waar wat hij zegt. Mijn vader wenst dat dit huwelijk meteen plaatsvindt.’

‘Meteen?’ Edmar klonk zo ongelukkig dat bij Catelyn de onwaardige gedachte opkwam dat hij misschien van plan was geweest de verloving te verbreken zodra de krijgshandelingen achter de rug waren.

‘Is heer Walder vergeten dat we in oorlog zijn?’ vroeg Brynden Zwartvis op scherpe toon.

‘Integendeel,’ zei Lothar. ‘Daarom staat hij er juist op dat het huwelijk nu plaatsvindt, ser. In oorlogen vallen doden, zelfs onder jonge en sterke mannen. Wat moet er van ons bondgenootschap worden als heer Edmar sneuvelt voordat hij Roslin tot bruid heeft genomen? En dan moet er nog rekening worden gehouden met mijn vaders leeftijd. Hij is ruim negentig, en het is onwaarschijnlijk dat hij het einde van deze strijd zal meemaken. Het zal zijn nobele hart geruststellen om zijn dierbare Roslin veilig getrouwd te weten voor de goden hem wegnemen, zodat hij kan sterven in de wetenschap dat het meisje een krachtige echtgenoot heeft die haar zal koesteren en beschermen.’

En we willen allemaal dat heer Walder als een gelukkig man sterft. De regeling zat Catelyn steeds minder lekker. ‘Mijn broer heeft zojuist zijn eigen vader verloren. Hij heeft tijd nodig om te rouwen.’

‘Roslin is een vrolijk meisje,’ zei Lothar. ‘Zij is misschien net wat heer Edmar nodig heeft om hem over zijn verdriet heen te helpen.’

‘En mijn vader heeft het niet meer zo op langdurige verlovingen,’ voegde de bastaard Wal der Stroom eraan toe. ‘Ik zou niet weten waarom.’

Robb wierp hem een kille blik toe. ‘U bent duidelijk genoeg, Stroom. Als u ons nu wilt excuseren, heren?’

‘Zoals uwe genade beveelt.’ Lamme Lothar stond op en hompelde steunend op zijn bastaardbroer het vertrek uit.

Edmar was ziedend. ‘Dus met andere woorden: mijn belofte is van nul en generlei waarde. Waarom zou ik

Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ОБРАНЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату