Hij noemt de jongen niet bij zijn naam. Dat baarde Davos zorgen. ‘Ik hoop dat de jonge Edric snel zal herstellen.’

Stannis wuifde zijn bezorgdheid weg. ‘Een koutje, meer niet. Hij hoest, hij rilt, hij heeft koorts. Maester Pylos heeft hem er zo weer bovenop. Op zich is de jongen niemand, weet je, maar door zijn aderen stroomt het bloed van mijn broer. In konings bloed schuilt kracht, zegt zij.’

Davos hoefde niet te vragen wie zij was.

Stannis raakte de Beschilderde Tafel aan. ‘Ziehier, Uienridder. Mijn rijk, waar ik recht op heb. Mijn Westeros.’ Hij veegde er met een hand overheen. ‘Dat gepraat over Zeven Koninkrijken is dwaasheid. Dat begreep Aegon driehonderd jaar geleden al toen hij stond waar wij nu staan. Deze tafel is op zijn bevel beschilderd met rivieren en baaien, heuvels en bergen, kastelen, steden en marktplaatsen, meren, moerassen en bossen… maar zonder grenzen. Het is allemaal een. Een rijk, dat door een koning geregeerd moet worden.’

‘Een koning,’ beaamde Davos. ‘Een koning betekent vrede.’

‘Ik zal gerechtigheid brengen. Iets waarvan ser Axel even weinig verstand heeft als van oorlog. Met Klauwoog zou ik niets winnen… en het was slecht, zoals jij zei. Celtigar moet zelf de prijs voor zijn verraad betalen. En als ik eenmaal over mijn koninkrijk heers zal dat gebeuren ook. Iedereen zal oogsten wat hij heeft gezaaid, van de hoogste heer tot en met de laagste rioolrat. En sommigen zullen meer verliezen dan hun vingertoppen, dat verzeker ik je. Ze hebben mijn koninkrijk laten bloeden en dat zal ik niet vergeten.’ Koning Stannis wendde zich van de tafel af. ‘Op je knieen, Uienridder.’

‘Uwe genade?’

‘Vanwege je uien en vis heb ik je destijds tot ridder geslagen. Hiervoor ben ik van plan je tot heer te verheffen.’

Hiervoor? Davos kon het niet volgen. ‘Ik ben er tevreden mee uw ridder te blijven, uwe genade. Ik zou niet weten hoe dat moest, verheven zijn.’

‘Prima. Te verheven is onwaarachtig. Dat is een harde les voor me geweest. En nu knielen. Je koning beveelt het.’

Davos knielde, en Stannis trok zijn zwaard. Lichtbrenger; had Melisandre het genoemd, het rode zwaard der helden, uit het vuur gerukt dat de zeven goden had verteerd. Toen het zwaard uit de schede gleed leek het lichter in het vertrek te worden. Het staal straalde een gloed uit die nu eens oranje, dan geel en dan rood was. De lucht eromheen trilde, en geen juweel had ooit zo fel gefonkeld. Maar toen Stannis er Davos’ schouder mee aanraakte voelde het niet anders aan dan enig ander zwaard. ‘Ser Davos van het huis Zeewaard,’ sprak de koning, ‘bent u mijn waarachtige en eerzame vazal, voor nu en voor immer?’

‘Dat ben ik, uwe genade.’

‘En zweert u, mij al uw levensdagen trouw te dienen, mij oprecht van advies te dienen en zonder dralen te gehoorzamen, mijn rechten en mijn rijk in grote en kleine gevechten tegen alle tegenstanders te verdedigen, mijn volk te beschermen en mijn vijanden te bestraffen?’

‘Dat zweer ik, uwe genade.’

‘Sta dan op, Davos Zeewaard, als heer van het Regenbos, admiraal van de zee-engte en Hand des Konings.’

Even was Davos te verbijsterd om zich te verroeren. Vanmorgen werd ik nog in zijn kerker wakker. ‘Uwe genade, u kunt niet… ik ben niet geschikt om Hand des Konings te zijn.’

‘Niemand geschikter dan u.’ Stannis stak Lichtbrenger weer in de schede, gaf Davos een hand en trok hem overeind.

‘Ik ben laaggeboren,’ bracht Davos hem in herinnering. ‘Een omhooggevallen smokkelaar. Uw heren zullen mij nooit gehoorzamen.’

‘Dan maken we nieuwe heren.’

‘Maar… ik kan lezen noch schrijven…’

‘Maester Pylos kan voor u lezen. En wat schrijven betreft, mijn vorige Hand heeft het hoofd van zijn schouders geschreven. Het enige wat ik van u vraag is wat u mij altijd al hebt geboden. Eerlijkheid. Trouw. Diensbaarheid.’

‘Er is vast wel een betere man… een van de hoge heren…’

Stannis snoof. ‘Dat jochie van een Bar Emmon? Mijn trouweloze grootvader? Celtigar heeft me laten vallen, de nieuwe Velaryon is zes jaar oud en de nieuwe Brandglas is naar Volantis gevaren nadat ik zijn broer had laten verbranden.’ Hij maakte een nijdig gebaar. ‘Er zijn een paar goede mannen over, dat is waar. Ser Gilbert Farring houdt namens mij nog steeds met tweehonderd getrouwen in Stormeinde stand. Heer Morrigen, de bastaard van Nachtzang, de jonge Kwettering, mijn neef Andries… maar ik vertrouw geen van hen zoals ik u vertrouw, heer van het Regenbos. U zult mijn Hand zijn. U wil ik naast mij hebben in de volgende slag.’

De volgende slag wordt onze ondergang, dacht Davos. Dat heeft heer Alester wel degelijk goed gezien. ‘Uwe genade heeft mij om oprecht advies gevraagd. In alle oprechtheid dan… wij zijn niet sterk genoeg om nog eens slag te leveren tegen de Lannisters.’

‘Zijne genade bedoelt de grote slag,’ zei een vrouwenstem met een sterk oosters accent. Melisandre stond in haar rode zijde en glanzende satijn bij de deur, een zilveren schaal met een deksel in haar handen. ‘Deze oorlogjes zijn niet meer dan kinderlijk gekibbel vergeleken met wat nog komen gaat. Hij wiens naam niet genoemd mag worden brengt zijn macht in het geweer, Davos Zeewaard, een wrede, kwade en onmetelijk grote macht. Weldra komt de kou, en de nacht zonder einde.’ Ze zette de zilveren schaal op de Beschilderde Tafel neer. ‘Tenzij waarachtige mannen de moed opbrengen om ertegen te vechten. Mannen met harten van vuur.’

Stannis staarde naar de zilveren schaal. ‘Ze heeft het me laten zien, heer Davos. In de vlammen.’

‘Hebt u het gezien, sire?’ Het was niets voor Stannis Baratheon om over zoiets te liegen.

‘Met eigen ogen. Na de slag, toen ik de wanhoop nabij was, zei vrouwe Melisandre mij in het haardvuur te kijken. De schoorsteen trok krachtig, en uit het vuur stegen vlokken as op. Ik staarde ernaar en voelde me half een dwaas, maar ze zei dat mijn blik dieper moest gaan, en… de asvlokken waren wit en werden omhooggezogen, maar plotseling leek het of ze vielen. Sneeuw, dacht ik. Toen leken de vonken door de lucht te draaien en in een ring van toortsen te veranderen en zag ik door het vuur op een hoge heuvel in een woud neer. De sintels waren mannen in het zwart geworden, achter de toortsen, en gedaanten bewogen zich door de sneeuw. Alle hitte van het vuur ten spijt ervoer ik een kou; zo vreselijk dat ik ervan rilde, en toen ik dat deed was het visioen verdwenen en het vuur weer een vuur. Maar wat ik zag was echt, daar zou ik mijn koninkrijk voor op het spel zetten.’

‘En dat hebt u gedaan,’ zei Melisandre.

De overtuiging in de stem van de koning beangstigde Davos tot op het merg. ‘Een heuvel in een woud… gedaanten in de sneeuw… wat…’

‘Het betekent dat de slag begonnen is,’ zei Melisandre. ‘Het zand loopt nu sneller door de zandloper en de tijd van de mens op aarde is bijna om. We moeten stoutmoedig zijn, anders gaat alle hoop verloren. Westeros moet zich verenigen onder haar enige ware koning, de prins die beloofd was, de heer van Drakensteen en uitverkorene van R’hllor.’

‘Dan treft R’hllor eigenaardige keuzes.’ De koning trok een gezicht alsof hij iets smerigs proefde. ‘Waarom mij, en niet mijn broers? Renling met zijn perzik. In mijn dromen zie ik het sap uit zijn mond lopen, het bloed uit zijn keel. Als hij zijn plicht jegens zijn broer had vervuld zouden we heer Tywin verpletterd hebben. Een overwinning waar zelfs Robert trots op had kunnen zijn. Robert…’ Zijn tanden knarsten over elkaar. ‘Hij komt ook in mijn dromen voor. Lachend. Drinkend. Pochend. Dat kon hij het beste. En vechten. Ik heb hem nooit ergens in overtroffen. De Heer des Lichts had Robert als kampioen moeten nemen. Waarom mij?’

‘Omdat u een rechtvaardig man bent,’ zei Melisandre.

‘Een rechtvaardig man.’ Stannis raakte met een vinger de zilveren schaal met het deksel aan. ‘Met bloedzuigers.’

‘Ja,’ zei Melisandre, ‘maar ik moet u nogmaals zeggen dat dit de juiste weg niet is.’

‘U hebt gezworen dat het zou werken.’ De koning keek boos.

‘Het zal werken… en toch niet.’

‘Welk van de twee?’

‘Beide.’

‘Spreek klare taal, vrouw.’

‘Als de vuren klare taal spreken zal ik dat ook doen. De waarheid schuilt in de vlammen, maar is niet altijd

Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату