makkelijk te schouwen.’ De grote robijn op haar hals dronk vuur uit de gloed van het komfoortje. ‘Geef me de jongen, uwe genade. Die weg is zekerder. Beter. Geef me de jongen, en ik zal de stenen draak wekken.’

‘Ik heb nee gezegd.’

‘Het is maar een laaggeboren knaap, tegenover alle jongens en ook meisjes van Westeros. Tegenover alle kinderen die ooit geboren kunnen worden in alle koninkrijken ter wereld.’

‘De jongen is onschuldig.’

‘De jongen heeft uw huwelijksbed bezoedeld, anders zou u beslist zonen van uzelf hebben. Hij heeft u te schande gemaakt.’

‘Dat heeft Robert gedaan. Niet de jongen. Mijn dochter is erg op hem gesteld geraakt. En hij is mijn bloedverwant.’

‘De bloedverwant van uw broer,’ zei Melisandre. ‘Van een koning. Slechts koningsbloed kan de stenen draak wekken.’

Stannis knarsetandde. ‘Ik wil er niets meer over horen. De draken zijn verleden tijd. De Targaryens hebben herhaaldelijk geprobeerd ze te doen herleven. En ze werden uitgelachen, of een lijk. We hebben op deze van goden verlaten rots genoeg aan Lapjeskop om de lachlust te wekken. U hebt de bloedzuigers. Doe uw werk.’

Melisandre boog stijfjes haar hoofd en zei: ‘Zoals mijn koning beveelt.’ Ze schoof haar rechterhand in haar linkermouw en wierp een handvol poeder op het komfoor. De kolen laaiden brullend op. Toen er witte vlammen op kronkelden haalde de rode vrouw de zilveren schotel en bracht die naar de koning. Davos keek hoe ze het deksel oplichtte. Daaronder lagen drie grote zwarte bloedzuigers, dik van het bloed.

Het bloed van de jongen, wist Davos. Koningsbloed.

Stannis strekte een hand uit en zijn vingers sloten zich om een van de bloedzuigers.

‘Noem de naam,’ beval Melisandre.

De bloedzuiger draaide in de greep van de koning heen en weer en trachtte zich aan een van zijn vingers te hechten. ‘De Usurpator,’ zei hij. ‘Joffry Baratheon.’ Toen hij de bloedzuiger in het vuur smeet krulde die tussen de kolen als een herfstblad om en verbrandde.

Stannis pakte de tweede. ‘De Usurpator,’ verklaarde hij, luider ditmaal. ‘Baion Grauwvreugd.’ Hij zwaaide hem losjes op het komfoor en de huid spleet en barstte open. Het bloed spoot er sissend en walmend uit.

De koning had de laatste in zijn hand. Deze bestudeerde hij even, terwijl het ding tussen zijn vingers kronkelde. ‘De Usurpator,’ zei hij ten slotte. ‘Robb Stark.’ En hij wierp hem in de vlammen.

Jaime

Het badhuis van Harrenhal was een schemerige, dampige ruimte met een laag plafond en overal grote stenen badkuipen. Toen Jaime naar binnen werd gebracht zat Brienne in een daarvan bijna nijdig haar arm te schrobben. ‘Niet zo hard, deerne,’ riep hij. ‘Straks schrob je je vel eraf. Ze liet haar borstel vallen en bedekte haar tieten met handen zo groot als die van Gregor Clegane. De puntige kleine knopjes die ze zo dringend moest verbergen, zouden bij een meisje van tien minder hebben misstaan dan op haar stevige, gespierde borst.

‘Wat doe jij hier?’ wilde ze weten.

‘Heer Bolten staat erop dat ik met hem dineer maar hij heeft er niet aan gedacht mijn vlooien uit te nodigen.’ Jaime trok met zijn linkerhand aan zijn bewaker. ‘Help me uit die stinkende vodden.’ Met een hand kon hij niet eens zijn hozen losrijgen. De man gehoorzaamde met tegenzin, maar hij deed het wel. ‘Laat ons nu alleen,’ zei Jaime toen zijn kleren in een hoopje op de natte stenen vloer lagen. ‘De jonkvrouw van Tarth wil niet dat zulk tuig als jullie naar haar tieten gluurt.’ Hij wees met zijn stomp naar de vrouw met het scherpe gezicht die Brienne assisteerde. ‘Jij ook. Wacht buiten maar. Er is maar een deur, en deze deerne is zo fors, die zal heus niet proberen door een schoorsteen te klauteren.’

De gehoorzaamheid zat er goed in. De vrouw volgde zijn bewaker naar buiten, zodat ze het badhuis voor zich alleen hadden. De kuipen waren groot genoeg voor zes of zeven personen, zoals gebruikelijk in de Vrijsteden, dus klom Jaime traag en moeizaam bij de deerne. Allebei zijn ogen waren open, al was het rechter ondanks Qyborns bloedzuigers nog steeds een beetje gezwollen. Jaime voelde zich net honderdnegen, wat al heel wat beter was dan hij zich had gevoeld toen hij Harrenhal bereikte.

Brienne schoof bij hem vandaan. ‘Er zijn nog meer badkuipen.’

‘Deze hier is prima.’ Behoedzaam liet hij zich tot zijn kin in het dampende water glijden. ‘Wees maar niet bang, deerne. Je dijen zijn bont en blauw, en ik stel geen belang in wat ertussen zit.’ Hij moest zijn rechterarm op de rand laten rusten, want Qyborn had hem op het hart gedrukt het linnen droog te houden. Hij voelde de spanning uit zijn benen vloeien, maar zijn hoofd tolde. ‘Als ik van mijn stokje ga, vis me er dan uit. Geen enkele Lannister is ooit in bad verdronken en ik ben niet van plan de eerste te zijn.’

‘Waarom zou het me iets kunnen schelen hoe jij aan je eind komt?’

‘Je hebt een plechtige gelofte gedaan.’ Hij glimlachte toen een vurige blos langs de dikke witte zuil van haar hals omhoogkroop. ‘Nog steeds de preutse maagd. Wat denk jij dan dat ik nog niet gezien heb?’ Hij tastte naar de borstel die ze had laten vallen, pakte hem met zijn vingers en begon zich in het wilde weg te schrobben. Zelfs dat ging moeizaam en onhandig. Mijn linkerhand deugt nergens voor.

Toch werd het water donkerder toen het aangekoekte vuil op zijn huid oploste. De deerne hield hem haar rug toegekeerd, de spieren in haar brede schouders gespannen en hard.

‘Is de aanblik van mijn stomp zo akelig?’ vroeg Jaime. ‘Je zou blij moeten zijn dat ik de hand kwijt ben waarmee ik de koning heb vermoord. De hand die dat joch van Stark de toren uitgesmeten heeft. De hand die ik tusen mijn zusters dijen schuif om haar nat te maken.’ Hij hield de stomp voor haar gezicht. ‘Geen wonder dat Renling dood is, met jou als bewaakster.’

Ze sprong op alsof hij haar had geslagen, en heet water golfde door de kuip. Toen ze eruit klom ving Jaime een glimp op van de dikke blonde bos haar bij de aanzet van haar dijen. Ze was veel hariger dan zijn zuster. Absurd genoeg voelde hij zijn lid onder water in beweging komen. Nu weet ik dat ik te lang van Cersei gescheiden ben. Hij wendde zijn ogen af, verontrust door de reactie van zijn lichaam. ‘Dat was beneden peil,’ mompelde hij. ‘Ik ben verminkt, en verbitterd. Vergeef me, deerne. Je hebt me niet slechter beschermd dan een man gedaan zou hebben, en beter dan de meesten.’

Ze hulde haar naaktheid in een handdoek. ‘Drijf je de spot met me?’

Dat prikkelde zijn boosheid weer. ‘Is je schedel zo dik als een kasteelmuur? Dat was een verontschuldiging. Ik ben het zat om. ruzie met je te maken. Als we eens een wapenstilstand sloten?’

‘Voor een wapenstilstand is vertrouwen nodig. Wou je dat ik…’

‘…de Koningsmoordenaar vertrouwde? Ja. De eedbreker die de arme, zielige Aerys Targaryen heeft vermoord.’ Jaime snoof. ‘Aerys is niet degene waar ik spijt van heb, maar Robert. “Ik hoor dat ze je de bijnaam Koningsmoordenaar hebben gegeven,” zei hij tegen me op zijn kroningsfeest. “Daar maak je toch zeker geen gewoonte van, he?” En hij lachte. Waarom maakt niemand Robert voor eed breker uit? Hij heeft het rijk uit elkaar laten vallen, maar ik ben degene die schijt voor eer krijgt.’

‘Robert deed alles uit liefde.’ Het water liep van Briennes benen en vormde een plasje om haar voeten.

‘Robert deed alles uit trots, of om een kut en een knap gezicht.’ Hij balde een vuist, of dat zou hij gedaan hebben als hij een hand had gehad. Pijn vlijmde door zijn arm, wreed als gelach.

‘Hij trok ten strijde om het rijk te redden,’ hield ze vol.

Om het rijk te redden. ‘Heb je gehoord dat mijn broer de Zwartwaterstroom in brand heeft gestoken? Wildvuur brandt op water. Aerys zou erin gebaad hebben als hij gedurfd had. Alle Targaryens waren verzot op vuur.’ Jaime voelde zich licht in het hoofd. Dat komt door de hitte hierbinnen, het gif in mijn bloed, de naweeen van mijn koorts. Ik ben mezelf niet. Hij liet zich weer zakken totdat het water tot zijn kin kwam. ‘Mijn witte mantel bezoedeld… ik droeg die dag mijn gouden wapenrusting, maar…’

‘Gouden wapenrusting?’ Haar stem klonk veraf en vaag.

Hij dobberde rond in de hitte, in herinneringen. ‘Toen dansende griffioenen de Slag van de Klokken hadden verloren werd hij door Aerys verbannen.’ Waarom vertel ik dat aan dit absurd lelijke kind? ‘Het was eindelijk tot hem doorgedrongen dat Robert niet zomaar een vogelvrij heerschap was dat

Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату